Hoe bouw je een schilderij op? Op welke wijze kan je een paneel vergulden? Hoe maak je een fresco? Vragen die een kunstenaar of restaurateur zich stelt.

In 'Il libro dell'Arte' neemt Cennino Cennini de aspirant bij de hand. Stap voor stap legt hij het ambacht uiterst gedetailleerd en helder uit. Dit unieke traktaat, rond 1400 geschreven, wordt beschouwd als het "oerboek" van de schildertechniek. Tot voor kort kon men enkel het Italiaanse origineel en de Engelse vertaling raadplegen. Nu is er de Nederlandse vertaling.

Agnolo Gaddi, De vondst van het heilig kruis, Cennino Cennini

Agnolo Gaddi, De vondst van het heilig kruis

Naar Giotto

"Een onbelangrijk beoefenaar van de schilderkunst" zo beschrijft Cennino d'Andrea Cennini (1360?-1427?) zichzelf in de inleiding. Over de auteur is maar weinig bekend. Hij werd geboren in Colle di Valdelsa-Siena en opgeleid in een aantal werkplaatsen in Toscane. Omstreeks 1388 werkt hij aan een uitvoering van de Sint-Stefanusreeks in de Sint-Lucchesekerk in de buurt van Poggibonsi. Later werkt hij in Padua aan zijn boek. Hij treedt als schilder in dienst van een voorname heer en vervaardigt in zijn geboortedorp een aantal werken die verloren zijn geraakt.

Cennino Cennini was 10 jaar in de leer bij Agnollo Gaddi, zoon een leerling van Taddeo Gaddi, die op zijn beurt leerling was van Giotto (1267?-1336/7). Il libro dell' Arte geeft ons een beeld van stijl en werkwijze van de grote meester en zijn volgelingen. Zeer gestructureerd wordt de werkwijze uit de doeken gedaan, van het prepareren van gronden tot de slotvernis. "De basis van het beroep ( ... ) is tekenen en schilderen."

Voor de beheersing van deze twee onderdelen is kennis vereist. In de lange opsomming lezen we o.a. "hoe je moet in lijmen, hoe je gips moet modelleren, hoe je moet vergulden, polijsten, temperen, inleggen, granuleren, markeren,  schilderen, verluchten,  ..." Stappen die hij " uitgebreid onderdeel voor onderdeel zal behandelen". Dat dit traktaat een onschatbare bron van informatie is voor restaurateurs behoeft weinig verklaring. Voor de liefhebber en kunstenaar vandaag de dag biedt dit historisch handboek met zijn plastische, zinnelijke beschrijvingen tal van invalshoeken, gaande van het verband  van een aantal bereidingswijzen met de alchemie tot de kennismaking met de oorsprong van voor ons vanzelfsprekende -kant en klare- materialen.

 Michelangelo, Madonna met kind en engelen, Sandro Botticelli, De Herfst, Cennino Cennini

Links: Michelangelo, Madonna met kind en engelen © National Gallery, Londen

Rechts: Sandro Botticelli, De Herfst © British Museum, Londen

Een pleidooi

 Il Libro dell’ Arte is meer dan louter en opsomming van ingrediënten, recepten en wenken. Immers, “ De theoretische kennis is de meest waardevolle, daarna volgt een bezigheid waarvoor een theoretische basis gekoppeld aan vaardige hand nodig is, en dit is de bezigheid die bekend staat als schilderen, waarvoor zowel verbeelding als handvaardigheid nodig is …” Een vooruitstrevend standpunt voor een kunstenaar die nog verankerd is in het middeleeuws concept van de kunstenaar als ambachtsman (Artes Mechanicae). De inleiding is een krachtig pleidooi voor de toetrede van de beeldende kunst tot de “Artes Liberales”.

Verder moedigt hij schilders aan de fantasie de vrije loop te laten en een individuele stijl te ontwikkelen. Hij adviseert om "constant te kopiëren naar de natuur". Met deze visie bevindt Cennini zich op het scharnierpunt van gotiek naar vroege renaissance.

Een tijdsbeeld

"Je moet weten welk been goed is. Neem beenderen van de poot en vleugels van gevogelte of van een kapoen; en hoe ouder ze zijn, hoe beter. Zoals je ze vindt onder de eettafel steek je ze in het vuur..." zo kan je lezen in het hoofdstuk waarin beschreven wordt welk soort been goed is voor het prepareren van panelen om op te tekenen. Naast de historische en schildertechnische waarde is dit ook een amusant boek, dat een levendig tijdsbeeld schetst. Zo ben je verwonderd te lezen dat zelfs in de 14/15de eeuw stadskippeneieren een lichter eigeel hebben  dan eieren gelegd door plattelandskippen, die vanwege hun roodheid, goed zijn voor het aanlengen -in eitempera- van de vleeskleur van oudere personen en personen met een donkere huid.

Cennino Cennini

Verder vernemen we onder meer hoe men kan verhinderen dat hermelijnstaarten worden opgegeten door de motten, hoe trillende handen veroorzaakt worden door te veel te genieten van het gezelschap van vrouwen, en welke levensstijl de meest aangewezen is voor een kunstenaar. En dan is dit nog maar een keuze.

De vertaling

Hendrik Van den Bossche is schilder, restaurateur en directeur van de academie van Liedekerke. Zijn vrouw, Hilde Theuns, is germaniste. Met zijn kennis van de oude technieken en haar liefde voor de taal vormden zij het ideale koppel om dit traktaat te vertalen. Ze zijn secuur te werk gegaan. Hun vertaling berust op een afschrift uit 1437, de oudste en meest originele versie, waarvoor Hilde Theuns zich toelegde op het 14de eeuws Toscaans. Die versie werd vergeleken met ‘The Craftsman’s Handbook’, de Engelse vertaling van D. V. Thompson uit 1932 (recentere uitgave 1960).

Van den Bossche heeft de Nederlandse vertaling aangevuld met een nuttige verklarende lijst van begrippen, technieken en procédés. Het boek is mooi geïllustreerd en uitgegeven in handig zakformaat. Een hebbeding.

Boek

"Cennino Cennini, Het handboek van de kunstenaar, Il libro dell’ Arte", Vertaald door Hendrik Van den Bossche en Hilde Theuns, Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2001. ISBN 90 254 6261 8

Download hier de pdf

Het handboek van de kunstenaar "Il Libro dell' Arte" Cennino Cennini.pdf