De v.z.w. Maritime Site Oostende werd in november 1997 gesticht met als doel een terwerkstellingsproject i. s. m. de drie andere v.z.w.'s , de VDAB, de stad Oostende en de sponsoren Baggerwerken Decloedt & Zoon en Daikin Europe. Financiële steun kwam van de Europese Gemeenschap en Kust Actie Plan. Dit leidde tot de succesvolle renovatie van de laatste IJslander, de "Amandine" O.129, die in 1995 na 32 jaar dienst de laatste keer Oostende was binnengelopen en sindsdien armzalig wegkwijnde in het Visserijdok. Een onwaardige dood voor een heroïsch (zee)werkpaard.
Amandine gered van roestige dood in Visserijdok
O.129 Amandine
Niet alleen de restauratie van de Amandine startte in 1997 als een (her)tewerkstellingsproject. In 1959 werd ernstig getwijfeld aan de rentabiliteit van een nieuwe IJslandvaarder, maar omdat er dringend nieuwe werkplaatsen moesten worden gecreëerd in het Oostendse, kon de kiellegging plaats vinden op 16 november 1960. De opdrachtgever telde toen 8.861.087 BF neer voor een stalen treiler van 36 m lang en 6,7 meter breed. Een 6 cylinder dieselmotor van 510 PK zorgde voor de vaart. Het visruim heeft een capaciteit van 1.400 bennen of 65 ton vis, een hoeveelheid die in 1962 een half miljoen waard was, maar in 1994 voor 3,5 miljoen BF kon verkocht worden. Ondanks de pessimistische prognoses, heeft de Amandine altijd goed haar brood verdiend en samen met haar de acht bemanningsleden.
In de zomer werd gevist op de visgronden rond Zuid-Ijsland, een reis van 1005 zeemijlen(1862 km) die op vier dagen werd afgejakkerd tegen een snelheid van een goede 10 knopen. Er wordt een flinke twee weken gevist op vooral kabeljauw, maar ook op andere vis. Tel daarbij de terugreis van 4 dagen en de bemanning is drie weken weg. Dagen van continu hard en vaak gevaarlijk labeur aan dek, dikwijls in extreme noordelijke koude met massa's water die een onoplettende visser kon meesleuren. Maar het betaalde goed en de ijslandvaart gaf prestige. Op 4 april 1995 komt de Amandine definitief thuis en hiermee valt voor goed het doek over "d'Osensjhe Ieslandvisjherie", want zij was de enige overblijvende ijslandvaarder van een vloot van 19 schepen.
Een tweede leven
Een "schoon schip" actie bracht meer dan 50 ton allerhande vuil, vistuig, oud gereedschap.... aan wal. Visruim, machinekamer, logies werden helemaal leeggehaald en nadien terug opgebouwd. De scheepsconstructie werd tot op het blote staal ontroest en van vijf lagen verf voorzien. Kostenplaatje: 13 miljoen BF. Geen gering bedrag, maar vergeet niet dat 58 cursisten een opleiding kregen als all-round scheepsherstellers en een 60 % van hen direct na de opleiding werk vond. De renovatie van het schip startte in april 1998 en nam twee jaar in beslag. De stad Oostende investeerde 40 miljoen BF voor het bouwen van een droogdok. Nog eens 25 miljoen werd uitgetrokken voor de plaatsing van het schip en de inrichting van het Amandinemuseum. Sinds maart 2001 mag het resultaat gezien zijn en zijn de bezoekers welkom.
Het Amandinemuseum.
Laat ons niet kniezen over de ietwat rommelige site: een drukke verkeersweg, net in de bocht van de weg, het station in de steigers, de gruwelarchitectuur van het Hooverspeed paviljoen,...Laat ons ook niet zeuren over het ietwat eigenaardige "veranda-glas rokje" dat de Amandine op haar waterlijn aangemeten kreeg. Er is genoeg om dit allemaal vlug te vergeten. Zelfs wie niet betalen wil, komt buiten aan zijn trekken en kan de treiler bewonderen. Alleen al even onder de boeg staan maakt indruk; de deuken van de Atlantische golven zijn nog te zien en roepen onmiddellijk het beeld op van een zwoegende vissersboot die zich doorheen de watermuur beukt.
Wie 100 BF inkomgeld veil heeft, wordt veel rijker beloond. De bezoeker duikt tot op het niveau van het onderwaterschip onmiddellijk de "veranda" in die het droogdok overdekt en die wellicht de watergolven symboliseert (of is het ook een valnet voor de onvoorzichtige bezoeker?). Hier begint een klein maar fijn museum over de Oostendse 20ste-eeuwse ijslandvisserij. Een zorgvuldige mix van tekstpanelen, filmfragmenten op monitor, toonkasten met realia, foto's, reconstructies met levensechte poppen, een documentaire film van ca. 15 minuten,...geven een beknopt en sluitend beeld over diverse aspecten van de ijslandvaart: de vloot, situering op kaart, de manier van vissen, het kuisen (gutten) van de vis, de opleiding en de taak van de diverse bemanningsleden, het leven aan boord, de territoriale wateren (Kabeljauwoorlog)....
De informatie is perfect gedoseerd op maat van de doorsneebezoeker wiens aandacht gaande wordt gehouden en die met een ervaring rijker buiten komt. De smaakvolle panelen zijn niet overladen en bieden een mix van tekst en beeld in een duidelijke relatie, de Nederlandse tekst is groot, de teksten zijn zuiver geformuleerd en beperkt; er is een vertaling in het F, E en D. Iedere taal heeft een kleur en dit is handig bij de interactieve videoschermen die door aanraking geactiveerd worden; mooi is ook het "paneel" waar de functies van schipper, stuurman, bootsman, motorist, matroos en scheepsjongen kunnen worden beluisterd in een taal naar keuze via een 'brugtelefoon", een hoorapparaat aan een darm.
Dat er maar twee "telefoons" beschikbaar zijn, is een minpunt dat bij grote drukte en door onsociale collega-bezoekers die blijven luisteren voor ergernis kan en zal zorgen. Het is niettemin duidelijk dat de initiatiefnemers niet over één nacht ijs zijn gegaan, er werd overigens een beroep gedaan op de Engelse museumbouwer Gordon Meredith. Rond het onderwaterschip is er verder een fotogalerij met oude en nieuwe beelden over Oostendse vissersschepen en de haven.
De "Charlesstraat" biedt een evocatie van het zeemansleven aan wal met de façades van een schipperscafé, een kaberdouze, een viswinkel, een souvenirwinkel, een affiche voor een boksmatch, mooie email reclameborden, ... Dit haalt niet het niveau van het tentoonstellingsgedeelte en is m.i. een overbodig aanbod dat nagenoeg geen informatie toevoegt. Toonkasten met scheepsmaquettes en vooral met meetbrieven, zeemansboekjes, survivalkits, ... zeggen dan weer veel meer en leiden naar de pièce de résistance: de Amandine.
Amandine : Welkom aan boord
Er is als toegift aan het hedendaagse toegangscomfort een stuk uit haar flank gezaagd; een bord geeft toch nog een veiligheidswaarschuwing: lage doorgangen, metalen trappen die bij regenweer écht gevaarlijk zijn, ... Hoewel het nooit kan zijn zoals het was, werden toch allerlei middelen toegepast om de illusie te versterken mocht de eigen fantasie tekort komen. ln het visruim valt de koude op je lijf (sponsor Daikin) en ruikt het net niet naar vis, levensechte poppen met Toussaud-kwaliteit zijn ijs aan het scheppen en de vis aan het opbergen.
In het motorruim is het merkelijk warmer en ruikt het naar olie; het dieselgedreun overheerst. De motoren zelf zijn irreëel proper, evenals de bemanningverblijven, maar de evocatie is realistisch: zeelui liggen op bed, kooien zijn onopgemaakt, tijdschriften en stationsromans , pakjes sigaretten, een jeneverpul ... slingeren rond. De pin-ups zijn te braaf om echt te zijn; een overbodige video stoort de authenticiteit. Maar vooral, en dit zal ongetwijfeld realistisch zijn: het ruikt er naar zweetvoeten. lk hoop nu dat dit zo bedoeld is en niet te wijten aan een vorige bezoeker. In de kombuis is de kok vis aan het bakken, je hoort het pruttelen en het ruikt naar de keuken. Ook in de nabijgelegen eetruimte werd voor die geur gezorgd en overal dringt het eeuwige motorengeronk door. Een bezoek dat inderdaad diverse zintuigen stimuleert. Aan dek is het natuurlijk te proper, maar heel even kan men zich toch inbeelden, dankzij zij de diverse filmfragmenten, wat zich hier heeft afgespeeld.
Op de brug staat de koffie nog in de mokken. Als een echte schipper kijk je uit over de Visserskaai. Het ware interessant om in de diverse apparatuur: radar, sonar, decca ... een simulatiewerking in te bouwen, zoals bij de radio in de kaartenkamer. Een almanak van 1995, met pinup, zorgt voor de afwerking. Niet wegens de pinup, maar wegens de aanduidingen op het calendarium: 6 maart/bijliggen; 10 maart/varen; 19-30 maart/vissen; 31 maart/naar huis. Wat zegt u de datum 4 april 1995?