De futuristen hadden geen last van overdreven nederigheid. Dat valt na te lezen in de catalogus. Zij zetten zich hooghartig tegen de andere kunstbewegingen af. Hun stelling was eenvoudig: zij waren beter dan alle anderen en meer extreem dan het futurisme kon eenvoudig niet. Het Italiaans symbolisme moet het ontgelden, een eenvoudig generatieconflict zou je dat kunnen noemen, Marinetti debuteerde trouwens als symbolist. De schilders hebben ook symbolistische of impressionistische roots waaruit zij zich moeten loswerken.
Met de kubisten is het een ander paar mouwen. Die worden gesteund door dichter-criticus Guillaume Apollinaire. Toch aarzelen zij niet lang om hun bewondering voor de Fransen en voor Picasso te overwinnen en ook met Apollinaire in de clinch te gaan.
Hun conclusie: het kubisme is een passieve ontleding van de realiteit terwijl het futurisme alles weergeeft, diverse simultaan uitgebeelde standpunten, in elkaar verweven vlakken, beweging, geluid, geuren, e tutti quanti. Wat hun houding t.o.v. de abstractie betreft, dat heeft Michel Seuphor destijds aan den lijve mogen ondervinden toen hij aan Marinetti het voorzitterschap aanbood van een internationaal congres voor moderne kunst dat hij in 1927 te Antwerpen wilde organiseren. Marinetti heeft bot geweigerd, omdat het congres niet de naam futuristisch droeg. Buiten het futurisme bestond immers geen moderne kunst!
De bewonderende samenstellers van deze tentoonstelling volgen die redenering tot op zekere hoogte. In de catalogus stellen ze dat het futurisme de meest vooruitstrevende beweging van het eerste derde van de twintigste eeuw was en dat het allereerste abstract schilderij van een futurist was. We hebben echt niet het hart om hen hierin tegen te spreken.