Muziek zoekt liefhebbers. Geen ervaring vereist.
Het nieuwe Folkmuseum in Dranouter
Multimediaal inleefparcours
De laatste tijd rijzen de musea in Vlaanderen als paddestoelen de grond uit. Althans, de organisaties noemen zich musea, maar voegen daar nog snel het woord 'beleving' aan toe, en nog liever 'experience'. De term komt overgewaaid vanuit de bedrijfswereld waar de stelling luidde dat je niets meer kan verkopen zonder dat de consument er een belevenis bijkoopt. Banale consumptiegoederen kregen zo een belevingsverpakking. Die tendens zet zich nu ook voort in de culturele wereld en in een aantal gevallen zelfs met goede gevolgen. Niet elk erfgoedthema laat zich immers zomaar in het keurslijf van een klassiek museum duwen.
De Folk Experience vertelt het verhaal van Vlaamse folk en traditionele muziek. Het is dus niet zozeer een museum maar een multimediaal inleefparcours over een stuk muzikale geschiedenis dat aan een nieuwe opmars bezig is. Want de tijd dat folkmuziek enkel bestemd leek voor langharige specialisten en een handvol fans met baarden is voorbij. Zo verkocht de debuutplaat van de Vlaamse folkgroep Laïs niet minder dan 50.000 exemplaren en stonden zij her en der op allerlei binnen- en buitenlandse festivalpodia.
Van zodra je binnenkomt krijg je een boeiende inleidende film te zien die uitlegt wat folkmuziek vandaag betekent. Dat is zo'n beetje de rode draad doorheen het museum parcours: het maakt duidelijk dat traditionele muziek niet enkel wortels heeft in het verleden maar dat het nog altijd een zeer actueel gegeven is.
Van lullepijp tot hommel
Allerlei interactieve kiosken bestoken je met weetjes, achtergrondinformatie en vooral prikkelende muziek. Verder in het museum leer je verschillende traditionele instrumenten kennen. Zo is een doedelzak niet typisch Iers of Schots. Het is een Europees instrument met talloze regionale varianten. Er bestaat zelfs een Vlaamse doedelzak, ook wel 'zakpijp' of 'lullepijp' genoemd. De hommel blijkt het Vlaamse instrument bij uitstek te zijn, 'épinet' of 'vlier' zijn andere namen voor hetzelfde instrument. Tijdens de oorlog maakte men zelfs eenvoudige hommels uit houten kratjes.
In een ander zaaltje kan je horen hoe verschillende instrumenten samen of elk apart klinken door onder een soort grote luidspreker te gaan staan die één specifiek instrument uit het samenspel naar voor haalt. Maar het museum beperkt zich niet alleen tot passief luisteren, er is ook een soort karaoke waar je bekende Vlaamse liedjes kan meezingen. Voor de kinderen zijn er interactieve muziekinstrumenten die je alleen of samen kan bespelen. Ze spelen op een harp, dansen op een muziektapijt of zingen zelf een hit in de karaoke-box.
Maar vele volwassenen kunnen het blijkbaar niet nalaten om zich ook te laten gaan op deze kleurrijke en inventieve instrumenten die je niet alleen heel wat inzicht geven in het ontstaan van klanken maar ook in de verschillende muzieknoten.
Dat folkmuziek eigenlijk nooit uit ons leven is weg te denken, bewijst een reeks woorden waarvan de oorsprong duidelijk in volkse muzikale tradities ligt. Een klaploper is nu een profiteur maar het woord komt van de middeleeuwse lepralijders die met een 'klapspaen' of ratel hun komst aankondigden. Flierefluiter is ook geen compliment, maar komt van de gewoonte om van vlier fluitjes te maken. De smartlap tot slot vindt zijn oorsprong in het doek of blad waarop de liedjeszanger destijds met een stok de illustraties en teksten aanwees zodat het publiek kon volgen.
Dranouter in het Heuvelland
Het Folkcentrum ligt in het schitterende Heuvelland en de architectuur van het museum integreert het landschap optimaal door het gebruik van grote ronde ramen waarlangs de glooiende heuvels zachtjes naar binnenglijden. Vanuit de Folk Experience heb je een uniek zicht over de Kemmelberg en het groene landschap. In het dorp Dranouter stromen tijdens de zomer al jaren tienduizenden mensen samen om te genieten van internationale toppers en ontdekkingen tijdens het Folkfestival Dranouter.
Even speelden de initiatiefnemers met de gedachte om het museum in Brugge te bouwen, maar de stevig verankerde folktraditie in Dranouter en de waaier aan mogelijkheden om de regio te bezoeken gaven de doorslag om het museum hier uit te bouwen. De Folk Experience biedt dan ook een hele reeks daguitstappen aan voor groepen en combineert folkmuziek met een schier eindeloze reeks thema's zoals gastronomie met een bezoek aan de Oude Kaasmakerij Passendale, met avontuur en sport, met Wereldoorlog I en een bezoek aan Flanders Fields en zelfs een daguitstap waar je kan leren volksdansen. Niet meer dan logisch eigenlijk want tenslotte spreekt de volksmuziek over alles wat er leeft onder de mensen en kan je over elk onderwerp wel een liedje vinden.