Jommeke bestaat vijftig jaar. Voor het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal een uitgelezen moment om het hele oeuvre van Jef Nys (76), dat ook een geromantiseerde biografie van Bruegel en een serie 'stichtelijke portretten' van beroemde Vlamingen omvat, opnieuw onder de aandacht te brengen. De retrospectieve is niet definitief want de striptekenaar vertrouwde ons toe dat zijn inspiratie nog lang niet is opgedroogd. Vetgemeste gulzigaards, zwijmelende drankorgels, een kregelige begijn, een potsierlijke wetsdienaar en een hulpvaardige dief worden door Jef Nys in zijn legendarische Bruegel-strip, die halverwege de jaren vijftig in het parochieblad verscheen, met zwier gekarikaturiseerd. Hij laat zelfs een dikbuikige pater opdraven, die gelijkt op zijn toenmalige opdrachtgever. Andere personages lijken weggelopen uit Bruegels zonovergoten landschappen en zijn Boerenbruiloft.
"Ik schat Pieter Bruegel hoger dan Pieter Paul Rubens," benadrukt Jef Nys. "De vlezige vrouwen en de gespierde mannen van de Antwerpse schilder zijn weliswaar knap geborsteld, maar ze spreken minder tot de verbeelding dan de 'dikken' en 'de mageren' van zijn voorganger. Omdat over het leven van Pieter Bruegel slechts weinig bekend is, kon ik voor de strip gretig uit mijn fantasie putten. Net als Felix Timmermans heb ik aan zijn werk 'geroken'. De sfeer herinnert aan vroeger, toen dorpsbewoners elkaar nog allemaal kenden en een hecht verbond vormden. Zij waren nog niet vergiftigd door de huidige massapubliciteit, die het individueel genot aanprijst maar het sociaal gevoel ondermijnt."
Tijdens zijn kleutertijd tekende Jef Nys ventjes, dieren, bomen en bloemen op kasten en muren. De kleine Bruegel kent hij dezelfde ongeremde experimenteerdrift toe. Wanneer de beddenlakens te drogen hangen worden ook die tot woede van zijn moeder met haastige schetsen opgesmukt. Bruegels prilste karikaturen van zijn corpulente vader en van zijn graatmagere en kwezelige tante begijn lokken in de strip hilarische reacties uit. Wanneer hij het te bont maakt wordt hij door meester Flapoor in een primitief lokaal, dat aan de beroemde tekening De Ezel op school doet denken, met stokslagen afgetroefd. Als de beloftevolle knaap door een inhalige herenboer naar een varkensstal wordt verbannen vernielen de knorbeesten niets vermoedend zijn tekenpapier.
Ik heb ook papierschaarste gekend," herinnert Jef Nys zich. "Tijdens de oorlog werd eerst geoefend op een afwasbaar of aflikbaar (!) bordje. Pas wanneer we voldoende vorderingen hadden gemaakt, mochten we van onze tekenleraar duur papier gebruiken. Om wat extra zakgeld te verdienen verkocht ik toen aan mijn medeleerlingen karikaturen van de lesgevers