Placenta is een groep kunstenaars die zich laat opmerken door de jaarlijkse tentoonstellingen op merkwaardige sites in Antwerpen.
Talent: Placenta, de moederkoek werpt haar vrucht
Gemeenschappelijke voedingsbodem
Het is bij Tom Liekens dat we samenkomen, daar in de buurt van het Alcatelgebouw in Antwerpen. Het zijn de mannen van Placenta die me welkom heten. Ik had minstens één vrouw verwacht: Caroline Coolen, ze is geveld door een ongeval en moet het bed houden. Placenta heeft enige bekendheid in het Antwerpse kunstmilieu. De groep bestaat nu uit Caroline Coolen, Tom Liekens, Stefan Serneels en Bart Van Dyck. Ze hebben samen gestudeerd of elkaar juist daarna leren kennen en stichtten de groep Placenta. Placenta als een gemeenschappelijke voedingsbodem, een bron van nieuw leven, een stimulerend middel om op een creatieve manier in te spelen op nieuwe situaties.
De eerste Placenta-tentoonstelling vond plaats in 1999 in de oude hippodroom vlak tegenover het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, een gedroomde locatie volop in het galeriecircuit van het Zuid. Andere locaties waren een oude tabaksfabriek, een afgedankt kinderziekenhuis en gebouwen van Electrabel. Telkens weer wordt er in functie van die locaties gewerkt en gecreeerd en worden er andere kunstenaars bij betrokken. Alles wordt door de initiatiefnemers zelf in handen gehouden en bekostigd. Iedereen exposeert er individueel, het is niet zo dat ze aan gezamenlijke artistieke projecten werken. Er is wel een zekere lijn in te ontdekken, al was het maar dat het kunstenaars van dezelfde generatie zijn die elkaar vinden in eenzelfde sfeer.
Het beduidt ook niet dat ze daarbuiten niet actief zouden zijn, elk vindt zijn of haar weg binnen andere tentoonstellingen in groep of individueel al dan niet in het galeriecircuit. De samenstelling van de groep is in de loop der jaren wel eens gewijzigd maar toch grotendeels behouden gebleven.
Gelaagdheid in de materialen en in de betekenissen
Caroline Coolen (°1975) studeerde beeldhouwen aan de Koninklijke Academie en aan het Hoger Instituut in Antwerpen. Het werk van Coolen straalt soms een barokke monumentaliteit uit, maar is zo overdonderend actueel dat je naar adem snakt. Haar installatie Liggend naakt (2001) toont een reeks van dertien portretten van haar hond en is van een aangrijpende schoonheid, echter op zo'n manier dat je je er wat ongemakkelijk bij gaat voelen. Ze combineert zonder schroom de meest diverse materialen, zoals hier in dit werk keramiek, polyurethaanschuim en polyester. Coolen werkt haar sculpturen meestal ter plaatse en tot op het laatste moment af.
Ze is zich erg bewust van het ruimtelijk gegeven en speelt daar op een schitterende wijze op in. Haar sculptuur Fire, walk with me (2002) is zo áánwezig dat de ruimte erdoor bepaald wordt. Voor de tweede Placenta-tentoonstelling, in de gebouwen van Electrabel, maakte ze een houtskooltekening op de muren van het lokaal zodat het perspectief totaal gewijzigd werd en de ruimte in zijn proporties werd opgeblazen. Hierin plaatste ze een sculptuur die op die manier verhoudingsgewijs verkleind werd. Ze kiest de juiste plaats, de juiste invalshoek.
Haar werk is zeer polymorf, het vermengt plantaardige en dierlijke vormen, wat tot bevreemdende maar herkenbare resultaten leidt. Ze is erg geïnteresseerd in landelijke culturen en vertoeft af en toe in agrarische gemeenschappen in landen als Roemenië en Polen. De creativiteit van die culturen die uit armoede met bric à brac bouwsels optrekken, zoals we dat ook soms in vroegere Vlaamse achtertuinen konden bewonderen, heeft op haar een inspirerende werking. De letterlijke gelaagdheid in de materialen is er ook één in de betekenissen.
Anomalieën
Tom Liekens (°1977) was student schilderen bij Fred Bervoets eveneens aan de Antwerpse Academie. Hij is een schilder pur sang en heeft iets met de natuur. Let wel: hij schildert geen verleidelijke landschappen 'naar de natuur', hij heeft het voor de kunstmatigheid van de natuur. Als stadsmens kent hij de natuur in haar begrenzing, in haar gedwongen en gewrongen vormen. Als Antwerpenaar kent hij de natuur van de zoo. In zijn schilderijen zie je dan ook duidelijke referenties naar dierenkooien, skeletten zoals je die in natuurhistorische musea aantreft, tropische zwemparadijzen met weelderige plantengroei. Maar er zijn toch wel kleine anomalieën te ontdekken in die meestal grote doeken. T-rex combineert het geraamte van één of ander prehistorisch monster met een huiselijke koffietafel, wat het genieten van de verse croissant danig verstoort. Ook Greenhouse heeft een verontrustend karakter. Figuren kijken van buiten naar een serre waarin rode vlekken te zien zijn. Is het gewoon een serre met rode bloemen, of heeft zich daarbinnen een kleiner of groter drama afgespeeld?
In Planet of the Apes is duidelijk het geraamte van de ineengestorte Twintowers te zien. De natuur is niet zo vredig bij Tom Liekens. Natuurelementen worden meer en meer gecombineerd met allerlei spullen die zich in het interieur van de kunstenaar bevinden. Dat kan gaan van een televisie tot een hometrainer, van een motief op één of ander souvenir tot een patroon in kruisjessteek. Dit schilderkunstige patchwork heeft tot gevolg dat het werk als bevreemdend en wat dreigend overkomt, er is onrust en het gevaar is niet te duiden. Anderzijds is het interessant, puur plastisch gezien, hoe elementen tegenover mekaar geplaatst worden en mekaar onmiskenbaar beïnvloeden, hoe heel bewust vlakken en diepten worden gecreëerd. En hoe betekenissen elkaar schijnen op te volgen.
Oorspronkelijke eigenschappen afschrapen
Stefan Serneels (°1968) is de oudste van het gezelschap en studeerde keramiek aan het Hoger Instituut voor Kunstonderwijs in Hasselt. Ook zijn werk is bevreemdend en intrigerend. Na een periode van bezinning na de keramiekstudies vond hij een nieuw elan door een werkstage in het Europees Keramisch Werkcentrum in 's-Hertogenbosch. Van die tijd (2001-2002) dateert het Zelfportret. Een voor mij pakkend en ontroerend werkstuk dat de persoonlijkheid van de kunstenaar zowel onthult als verhult, zeer dubbelzinnig en sterk.
Serneels maakt in elke Placenta-tentoonstelling wel een installatie. Ik vernoem Wandering, een installatie met een mechanisch aangedreven borstel die een cirkelvormige beweging maakt over een laag zand. De kunstenaar volgt de borstel, de borstel wist telkens zijn sporen uit. In Placenta 3 maakte hij de nogal ophefmakende installatie French Kiss waarbij mechanisch aangedreven tongen elkaar likten terwijl ze via een circuit bevochtigd werden. Het valt op dat hij nogal dikwijls lichamelijke functies op een mechanische wijze door prothesen laat uitvoeren. Zo krast een kunstmatige hand met een mes in een spiegel en krijgt de installatie de titel Narcissus.
Hij benut ons zeer vertrouwde objecten uit de huiselijke omgeving en belaadt die met betekenissen. "Ik schraap hun oorspronkelijke eigenschappen af door ze uit te voeren in een ander materiaal. Of ik combineer hun archetypische vorm met ruwe figuratie. Zo worden het dissonanten: ze worden onbehaaglijk en kil in plaats van behaaglijk."
Bijzonder aangrijpend en beklijvend zijn de tekeningen die hij bij tientallen maakt als voorstudie of als dagboeknotities, en gewoonweg meesterlijk zijn de uitgewerkte versies die hij aan het publiek presenteert.
De sjamaan en de kunstenaar
Bart Van Dyck (°1974) studeerde achtereenvolgens vrije grafiek, beeldhouwen, film en video. Hij liet zich de jongste jaren opmerken met markante videofilms over subculturen in Marokko (hiphop) en Egypte (heavy metal) en reisde naar Zuid-Oost-Azië om er een film over genezers te gaan maken. Hij is erg geïnteresseerd in ritueel gedrag, in trance en ziet en legt verbanden tussen de westerse en de inheemse culturen. Het sjamanisme interesseert hem zeer. De sjamaan is veelal nog niet te zeer beïnvloed door de westerse cultuur en er zijn parallellen tussen de sjamaan en de kunstenaar, iets waar Beuys meermaals de aandacht heeft op gevestigd.
Het is duidelijk dat er een relatie bestaat tussen zijn videowerk en zijn sculpturen en installaties. In de tweede Placenta-tentoonstelling realiseerde hij een pentagram samengesteld uit gipsverbanden vol graffiti. Hij was hiervoor zelf in gipsverband naar openingen geweest en liet zich daar volop bekrabbelen, ook vrienden werden ingeschakeld om op die wijze bewerkte gipsverbanden te verzamelen. Zo bekwam hij een bezwerende installatie, zwanger van betekenissen. Graffiti komen wel meer voor in zijn werk en zijn volop aanwezig in zijn films, hij vindt ze overal waar hij komt, kopieert ze, plaatst ze in een nieuwe context.
In Placenta 4 in het voormalig kinderziekenhuis creëert hij Khmer sculpture. Het is een uitvergroot fragment van het hoofd van een boeddha in confrontatie met een gehurkte menselijke figuur zonder hoofd en met een beenprothese. Alhoewel niet gespeend van enige humor, is het een hard werk, een krachtig statement ook.
Healing service is de titel van een reusachtige sculptuur maar eveneens van een remake in België van zijn film Hmong Healing Service die hij op locatie in Laos heeft gerealiseerd. Wat zich 'in het echt' heeft afgespeeld, wordt in Antwerpen nog eens overgedaan en met de rekwisieten die in die film werden gebruikt wordt dan een installatie gerealiseerd.
Alle Placenta-kunstenaars hebben die bevreemdende, wat verontrustende beeldtaal gemeen. Ze maken geen werk om te behagen, hun werkt blijft in je geest nawerken, het beklijft en dat is een grote verdienste. Kijk uit naar de eerstvolgende Placenta-tentoonstelling in het najaar van 2005 op een nog onbekende locatie. Tom Liekens zal deze zomer exposeren in de Antwerpse Zoo.