De oude benaming Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven was een mondvol maar zal volgens directeur Leen Van Dijk toch niet helemaal verdwijnen in de communicatie. Het Letterenhuis concentreert zich voortaan op Vlaamse literatuur en niet meer, zoals dat vroeger het geval was, op het Vlaamse cultuurleven. De verzameling van de instelling is omzeggens fenomenaal. Het Letterenhuis groeide sinds de oprichting in 1933 uit tot het grootste letterkundig archief van Vlaanderen. In de kelders huist de 'hoogmis' van de 'nieuwste' Vlaamse literatuur. Je vindt er niet alleen handschriften van coryfeeën als Gezelle, Buysse, Van de Woestijne, Boon, Elsschot tot De Coninck, daarnaast tref je in dit literaire 'schrijn' borstbeelden, dodenmaskers, tijdschriften, schilderijen, pennen, schrijfmachines en jawel, ook pc's. In een kelder komt al dat schitterende documentaire materiaal natuurlijk niet aan zijn trekken.
Vandaar dat er wel iets moest veranderen. Vier jaar geleden werden tien jaar oude vitrines en expositiekasten afgebroken omwille van noodzakelijke elektriciteitswerken. "Dat was het moment om een en ander te overdenken", zegt Leen van Dijck "Op het cultuurleven moesten we ons niet meer focussen want het erfgoedveld had intussen niet stilgezeten. Wie zijn wij om het Vlaamse cultuurleven te gaan uittekenen?" Met de nieuwe opstelling is Het Letterenhuis een waardig pendant van het Letterkundig Museum in Den Haag waarmee Antwerpen wil gaan samenwerken. Tentoonstellingen die in de stad van Couperus plaatsvinden zouden dan ook in Antwerpen kunnen doorgaan.
De kersverse opstelling is fris van de lever en de strakke vormgeving werd uitgetekend door Monkey Business. Wie komt kijken wordt op sleeptouw genomen doorheen 200 jaar geschreven 'Vlaams'. De aanpak is chronologisch. Op een sobere muur staat een tijdslijn: bovenaan vind je een beknopte geschiedenis van de nieuwste tijden, onderaan staan de kapitale momenten uit de wereldliteratuur uitgesmeerd. De ruimte daartussen is besteed aan de Vlaamse koppen .