Floris Jespers is een belangrijk avant-gardekunstenaar uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Daar twijfelt niemand aan. Toch is er iets vreemds met hem aan de hand. Noch zijn talent, noch zijn virtuositeit worden in twijfel getrokken. Hij kon alle stijlen, alle technische pirouettes aan. En dat juist wordt hem zwaar aangerekend. Vier maanden lang probeert het PMMK te Oostende met het vertekende beeld af te rekenen. Floris Jespers, vernieuwer of navolger ?
De tentoonstelling die gastcurator Jean F. Buyck in het PMMK opstelt, is als één groot fresco opgevat waaruit de enorme diversiteit van Jespers' talent moet blijken. Dat dit overzicht de kritiek de mond zal snoeren, valt te betwijfelen. Of je het wil of niet, in de schilderijen van Jespers zie je keer op keer schoolvoorbeelden van de belangrijkste kunststromingen van de voorbije eeuw: van het Brabants Fauvisme tot de 'Jeune Peinture beige', soms zelfs een abstract probeersel, dat dan met een knipoog van de meester toch figuratief blijkt te zijn. Voor sommigen is deze ratjetoe de laagste vorm van hoereren, een kunstenaar onwaardig. Weg met Jespers!