Met de lente begint een nieuw leven voor het FotoMuseum Provincie Antwerpen. De verbouwingswerken zijn klaar. De collectie van wereldniveau krijgt de uitstraling die ze verdient.
Open nieuw: Fotomuseum Provincie Antwerpen
Christoph Ruys ziet er goed uit wanneer hij het café, waar we hebben afgesproken, binnenkomt. Nochtans leidt hij de jongste maanden een hectisch bestaan. Hij is directeur-conservator van het FotoMuseum Provincie Antwerpen. Het is niet zomaar een titel, die titel betekent ook wat. Hij leidt momenteel een provinciaal bedrijf als een manager en een museum als een conservator. De keuze van de provincie om van het museum een zelfstandig bedrijf te maken blijkt nu al een heilzame werking te hebben. Ze laat het museum toe om zelf beslissingen en financiële verantwoordelijkheid te nemen. Ruys heeft daardoor meer ademruimte en kan inkomsten binnen het museum houden zodat er op een langere termijn kan gedacht worden en dat reserves voor initiatieven allerhande kunnen opgebouwd worden. Dit is stimulerend en motiverend voor alle betrokkenen.
Gevoelige plaats
Het FotoMuseum gaat de laatste fase in van de uitgebreide verbouwingswerken. Achter het bestaande pakhuis op het Zuid waar het museum sedert 1986 is in ondergebracht, werd een prestigieuze maar sobere nieuwbouw opgetrokken. De bouw is klaar en toont nu al haar kwaliteiten. Het is ook niet voor niets dat de provincie een beroep heeft gedaan op architect Georges Baines, een van onze beste Vlaamse bouwmeesters. Hij tekende al verantwoordelijk voor de inmiddels opgeheven Galerie Ronny Van de Velde in dezelfde buurt, een galerie met museumallures. Baines blinkt uit door zijn gevoelige maar efficiënte architectuur, wars van pronkzucht en gekunstelde vondstjes. Het totale museumoppervlak is van de oorspronkelijke 5.000 m2 zowat verdubbeld en bevat heel wat accommodatie die van het museum een levende instelling moet maken. Dat is trouwens ook de visie van Christoph Ruys zelf: het museum is niet alleen een wetenschappelijke instelling die kunst bewaart en toont, het is een plaats waar heel wat mensen hun natuurlijke biotoop moeten vinden.
Meer ruimte voor een grootse collectie
Het museum bevat een verzameling van wereldniveau: zomaar eventjes tienduizend camera's en ruim vijftigduizend foto's, regelmatig aangevuld met nieuwe aanwinsten en giften. Om die collectie aan het publiek te presenteren zal, naast een kleinere vaste opstelling voor wat de fototechnische aspecten betreft, om de vier maand een nieuwe museumopstelling worden verzorgd. Hier opteert men voor een thematische benadering. Op die manier kan het publiek kennismaken met nieuwe schatten uit de rijke verzameling en die situeren in een ruimere dan historische context. Zo ontstaat een erg levend museum waar steeds iets te beleven valt.
Het toont de fotografie in zijn meest uitgebreide betekenis, namelijk als een medium in een brede sociale en culturele omgeving. Naast artistieke foto's is er ook plaats voor journalistieke, wetenschappelijke, documentaire fotografie, voor modefoto's, collecties van verenigingen, familiefoto's, prentbriefkaarten en reclamefoto's.
Het museum beschikt op de twee bovenverdiepingen van de nieuwbouw over grote, nieuwe ruimten die ideaal zijn voor tentoonstellingen van hedendaags werk. Hier vinden afwisselend thematische en monografische tentoonstellingen plaats die een internationaal niveau halen en ook op tournee gaan door Europa en de Verenigde Staten. Een van de eerste fotografen die daarbij aan bod komen is de in Parijs levende Amerikaan William Klein. Deze fotograaf heeft ook een dertigtal films gerealiseerd die eveneens aan het publiek zullen worden getoond. Nog in de running is een tentoonstelling van Finse fotografen die momenteel zowat het nec plus ultra in de actuele fotografie blijken te betekenen. De aanpalende zalen in het oude pakhuis zijn dan weer heel erg geschikt voor historische presentaties. We mogen immers niet vergeten dat het museum over ware schatten beschikt.
Wie de tentoonstelling Rond het symbolisme in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel gaat bekijken, zal trouwens opvallend veel geconfronteerd worden met foto's uit de Antwerpse collectie. Dus ook hier zal regelmatig veel moois te zien zijn. Op de benedenverdieping kan de bezoeker binnenlopen in een fotogalerie waar vooral jong talent aan bod zal komen. Er wordt een programma opgezet met duo's van wie minstens één een fotograaf is, de andere kan een cineast of een schrijver zijn of welke discipline dan ook beoefenen. Belangrijk is dat het museum de kans biedt op boeiende en verrassende confrontaties.
Veel zorg voor conservering
Het museum is er niet alleen om dingen te tonen, één van haar taken is ook in te staan voor de bewaring. Hier is in het gebouw speciale aandacht aan besteed. Er zijn geklimatiseerde ruimtes waar het erfgoed in ideale omstandigheden kan worden bewaard. En daar waar het museum vroeger nogal eens tekort schoot in een adequate conservering is daar nu werk van gemaakt door een specialist restauratie en conservering voltijds in dienst te nemen.
Ook de wetenschappelijke studie is een onvervreemdbare taak van elk museum en hiervoor is een bibliotheek een noodzakelijk instrument. Die bibliotheek zal toegankelijk zijn voor het publiek en trouwens in haar schoot de "natuurlijke biotoop van de fotografie" -zoals Christoph Ruys het uitdrukt bewaren en naar voor brengen. Tenslotte zijn boeken, tijdschriften en kranten de voor de hand liggende media waarlangs de fotografie wordt verspreid. Al bij de opening wijdt het FotoMuseum een tentoonstelling aan tijdschriftencovers. Ze zijn zowat de kroongetuigen van de maatschappelijke fenomenen van de afgelopen eeuw. Het waren soms politieke pamfletten, dan weer tekenden ze stereotiepe beelden van een ideale wereld en op andere momenten provoceerden ze de gevestigde waarden. De tentoonstelling zal het fenomeen 'cover' belichten vanuit zes verschillende invalshoeken. Ruim tweehonderd covers uit de periode 1840 tot vandaag tonen de relatie tussen woord en beeld in een wereld in beweging.
Het museum neemt haar wetenschappelijke taak ernstig. Het heeft akkoorden afgesloten met de grote Vlaamse universiteiten in verband met gezamenlijk onderzoek en publicaties.
Ontmoetingsruimte
Het museum wil ook een ontmoetingsruimte zijn voor fotografen, fotoliefhebbers, studenten, verzamelaars, geïnteresseerden allerhande. Een uitgebouwde museumshop, een museumcafé en niet te vergeten twee filmzalen maken van het museum een levend centrum. Ook het Filmmuseum/Centrum voor Beeldcultuur vindt immers haar vast stek in het complex. Een filmzaal met 85 zetels is uitermate geschikt voor de vertoning van films voor een beperkt publiek, een tweede zaal, een auditorium met 150 plaatsen, laat al wat meer volk toe voor zowel films, lezingen en debatten.
Het museum programmeert daarnaast nog cursussen en introducties tot de fotografie waar zowel kinderen als volwassenen kunnen aan participeren. Een bijzonder fris en sympathiek initiatief vind ik de maandelijks portfolio-kijkdagen. Fotografen krijgen hierbij de gelegenheid hun portfolio te komen tonen aan deskundigen. Die bekijken ze met zorg en de deelnemers krijgen feedback. De directeur-conservator is hierover bijzonder opgetogen want telkens komen uit zo'n kijkdag ook interessante contacten, komt jong talent over de vloer en ontstaat er een fijne relatie met mensen die van fotografie bezeten zijn. Als ik Christophe Ruys zo hoor vertellen ben ik ietwat ontroerd, het doet altijd zo'n deugd om mensen te horen en bezig te zien, die geloven in hun zaak. Ik kijk nu al uit naar dat nieuwe FotoMuseum en wat voor moois, verrassends en indringends er ons daar allemaal te wachten staat. Vergeet het niet : open vanaf 21 maart! Maak er samen met die 32 man en vrouw sterke ploeg een denderend feest van.