Wanneer ik het hek openduw en het pad opga, kom ik voor een boom te staan midden op de weg. (Ik vraag me af wat er eerst was: het pad of de boom?) Ik loop verder en zie een heel bijzonder huis. De smalste zijgevel is rond. Een vrouw doet open en overspoelt me met de warmte van daarbinnen. We bestijgen de trap en komen op de woonverdieping, vol ruimte en licht. Dit is het huis van Jan De Wachter.
Jan De Wachter -Tekenen uit de grond
Beleving doorgeven en tekenen
Jan De Wachter woont in Londerzeel in de beemden rond de Molenbeek. De natuur is heel dichtbij. Hij is in deze gemeente geboren in 1960, thuis dan nog, zijn moeder was een vroedvrouw en wist hoe het moest. Hij studeerde aan Sint-Lukas te Gent, eerst kunsthumaniora en later regentaat plastische kunsten. Het was daar in het secundair onderwijs dat zijn interesse voor architectuur werd gewekt, een aandacht die hem uiteindelijk in contact bracht met architect Paul Neefs, de ontwerper van zijn ovaalronde woning.
Het huis dateert van 1984, Jan was dan al getrouwd met Anneke en had al een zoon. De woning staat er als een vriendelijke burcht, niet echt uitnodigend, maar stil, geen schreeuwerige architectuur, maar een gebouw dat de voorbijganger intrigeert en in beslag neemt, een beetje geheimzinnig, het onthult niets van wat daarbinnen leeft, maar je weet dat het leeft.
Jan heeft les gegeven aan datzelfde Sint-Lukas, hij heeft er het jeugdatelier mee opgericht en was actief in de oriëntatiejaren van het deeltijds kunstonderwijs. Allemaal verrijkende ervaringen, maar erg opslorpend als je artistiek nog iets wil presteren. Daarom geeft hij nu nog drie dagen les, ietsje dichter bij huis, in het bijzonder secundair onderwijs te Brussel.
"Het is een andere wereld met een totaal ander publiek, maar daarom zeker niet minder boeiend," verzekert hij me. "Ik geef graag les want ik wil de beleving van het schone graag doorgeven, ik kan daarvoor extreem veel geduld opbrengen." Ooit kwam hij tijdens een wandeling een stuk natuur tegen dat hem zo overweldigde, dat hij naar huis liep om zijn huisgenoten uit te nodigen te gaan kijken. Die anekdote tekent hem.
Na zijn studies ging Jan De Wachter nog vrije grafiek studeren aan de Leuvense academie. Twee van zijn docenten in Sint-Lukas hadden hem daartoe gestimuleerd. "Ze maakten allebei zeer traditioneel maar sterk werk." En dat wist de jonge De Wachter wel te waarderen. Tekenen is voor hem trouwens een levensnoodzakelijke bezigheid. "Tekenen is zeer direct. Toets, textuur, het aanraken, het voelen van het papier is erg belangrijk. Vanuit de tekeningen groeien andere werken. De directheid levert bij mij de sterkste werken. Mijn tekeningen worden gekenmerkt door de vlekken, het wanordelijke, het slordige. Expressie, toeval, het zoeken, de twijfel moeten afstralen van het werk, dat is hoe ik zelf ben."
Hij gaat nooit op pad zonder schetsboek. Reizen, wandelingen en fietstochten zijn evenzoveel inspiratiebronnen, maar ook literatuur en muziek spelen een grote rol. Hij citeert een vers van Peter Holvoet-Hanssen: "Wie ziet de weg niet maar volgt hem toch, wie grijpt de zin en knijpt de ziel eruit." Het komt uit het gedicht Golem in de bundel Spinalonga. Het verwoordt zo goed wat hij voelt.
Alles wat uit de grond komt
Het werk van Jan De Wachter is erg aarde-gebonden. Je zou bijna kunnen zeggen dat het perfect aansluit bij de traditie van Vlaamse schilders als Permeke, Van de Woestijne en De Smet. Niet in de beeldtaal, zeker niet, maar in die verbondenheid met de grond, met het land. "Trouw aan de aarde," zegt hijzelf en verwijst naar Nietzsche. "Zijn eerste boek gaat over de Griekse tragedie. Die pre-socratici gebruikten de tragiek om het leven aan te kunnen. Wij willen alles vastleggen en in vakjes steken."
Tijdens dit gesprek kijken we op het landschap van zijn tuin die overgaat in het overstromingsgebied van de Molenbeek. "Ik hou van dit landschap," zegt de kunstenaar: "In de herfst en de winter. Het land geeft zich bloot. De spruitenvelden, de bietenheuvels, het slijk, de plassen, alles wat uit de grond komt, alles is waardig genoeg om geschilderd te worden."
Wanneer we van het bijzondere huis de trap afdalen naar de tuin om naar het 'verborgen atelier' te gaan, komen we voorbij een houten trap naast een boom, een trap die naar nergens leidt. "Eigenlijk is hij vooral belangrijk om van boven naar beneden te komen," geeft Jan als commentaar. Ik zie het als een metafoor: de kunstenaar komt vanuit zijn toren (zijn afzondering) naar de vlakte, de gemeenschap, de aarde, de vaste, vruchtbare grond. Deze kunstenaar is niet alleen bedrijvig als leraar, als schilder en tekenaar, hij doet regelmatig performances, dikwijls zonder publiek maar met een fotograaf of minstens een fototoestel in de buurt. Het zijn korte of langere momenten van intense beleving en éénwording met de natuurlijke omgeving. Vanuit die sterke bewustzijns- en belevingsmomenten wordt het andere werk van de kunstenaar zeker beïnvloed.
Het verborgen atelier is een opeenvolging van ruimten waarin hij zich kan terugtrekken om geconcentreerd te werken. Er is plaats om te tekenen, te schilderen, gips af te gieten, te verwijlen met enkel een landschap voor je. Het is de onbetaalbare luxe van de eenvoud.
De tijd van een gebaar
De schilderijen van Jan De Wachter komen hier tot stand. Opvallend zijn de vele grijswaarden, de getemperde kleuren, de onderwerpen. De stillevens verrassen door hun ingetogenheid, ze zijn, helemaal in tegenstelling tot de traditie, geen etalage van kleur en rijkdom, maar een catalogus van vergankelijkheid. Ze zijn bescheiden, ze eisen niet onmiddellijk de aandacht, maar ze zijn zonder schreeuwen aanwezig. De stilte heerst.
Op de tekentafel liggen tekeningen en teksten. Een van de weerkerende figuren is een zwarte schim op de fiets. Hij laat een spoor na in het sneeuwlandschap. Het is de kunstenaar zelf op één van zijn talrijke fietsverkenningen in het landschap. Voor zijn acties en performances hult Jan De Wachter zich in een zwarte overjas en bindt een wit lint rond het voorhoofd. Als een figuur uit een film van Kurosawa trekt hij de wereld tegemoet. Hij voltrekt een liturgie, hij verricht de rituelen en geeft ze zin.
Om deel te nemen aan het tentoonstellingsproject Voorbij de grens (2003), gebaseerd op een tekst van Jozef Deleu, ging hij het land van Marguerite Yourcenar verkennen, de West-Vlaamse heuvels in de grensstreek met Frankrijk. Hier word je meer dan elders geconfronteerd met die zware grond tijdens de bietenoogst. Hij doorkruist de streek te voet of met de fiets en laat dit diep op hem inwerken. Hij neemt de tijd, schetst en neemt foto's. Ook hier wordt hij geroerd door de verbondenheid van de mens met de grond en tracht dat weer te geven in tal van tekeningen en schilderijen. "We worden zoveel afgeleid van de essentie van de dingen," verzucht hij:
In de loop van 2004 en 2005 trekt Jan De Wachter naar het Kunsthistorisches Museum te Wenen om er met speciale toelating de talrijke Breugels te filmen. Hij verwerkt die beelden in het mediaproject Omphalos. De beelden van de schilderijen vermengt hij met het landschap van het West-Vlaamse en Frans-Vlaamse heuvelland. Het is een hommage aan Breugel maar het is natuurlijk ook de herkenning van een geestverwant. Hier speelt ook het element tijd. Het filmpje duurt 22 minuten. Het grijpt aan. Het is niet iets wat je even in het voorbijgaan bekijkt. Je moet ervoor gaan zitten. Tijd is blijkbaar iets waar we met al onze vrije tijd zo'n tekort aan hebben. Jan vindt dat de tijd moet voelbaar zijn in het werk. "Een gebaar is soms zeer vluchtig, maar je hebt meestal veel tijd nodig om ertoe te komen." Tijd is belangrijk bij het ervaren van kunst, gaan zitten voor een schilderij, het rustig laten inwerken op je netvlies, je blik laten afdwalen en terugkeren en nieuwe dingen zien, reizen in het schilderij. Jan verwijst naar de invloed van één van de groten uit de filmgeschiedenis: Andrej Tarkovski. Een cineast die maar zeven langspeelfilms heeft gemaakt, maar welke! Zijn films zijn allemaal expressionistische en psychologische drama's waarin de gedachten en emoties van het personage door de manier van filmen en de vormgeving verteld worden. De personages in zijn films zijn altijd op zoek naar de betekenis van hun leven of naar spirituele verdieping.
Op het moment van onze ontmoeting werkt hij aan een project voor De Markten te Brussel. In het gemeenschapscentrum aan de Oude Graanmarkt brengt hij, vertrekkend bij een filosofisch gedicht van Sylvain De Bleeckere, een reeks schilderijen en een performance. Wouter Vandenabeele componeert hiervoor de muziek. Zo werkt hij in alle rust- hoe kan het anders- verder, zonder veel poeha, maar zoekend en ontdekkend, stil en toch vol leven.
Praktische informatie
Werk van Jan De Wachter is in permanentie te vinden in de galerie S. & H. De Buck. Zuidstationsstraat te Gent en galerie Di-Art, Vrijheidsplein te Lokeren. Dit jaar is hij betrokken bij het nieuwe tentoonstellingsproject Gepäckträger te Kassei (Duitsland),