Het is niet toevallig Gors-Opleeuw waar Jos Gyselinck, celhoofd Onroerend Erfgoed Limburg, ons naartoe brengt. Samen met Kerkom was het de eerste gemeente in Limburg die als dorpsgezicht beschermd werd sinds het decreet van 1976 ter bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten dat toeliet.

Gors-Opleeuw

Gors-Opleeuw

Alles van waarde is beschermd

"In Limburg is de regio Haspengouw met de drie stedelijke kernen Borgloon, Sint-Truiden en Tongeren, het rijkst aan erfgoed. In Haspengouw springt Borgloon met zijn twaalf deelgemeenten er dan weer uit. Dit jaar leggen we de laatste beschermingen voor aan de minister. Borgloon zal dan bijna helemaal beschermd zijn of, anders gezegd, wat dan niet beschermd is, zal niet meer beschermd worden." Jos Gyselinck, celhoofd Onroerend Erfgoed Limburg (vroeger: Monumenten en Landschappen) vertelt terwijl het bord 'Borgloon. Parel van Haspengouw' voorbij schiet: "Borgloon is ook echt een parel. Gors-Opleeuw was in de middeleeuwen een leen van de graven van Loon. Er waren twee Loonse heerlijkheden met volledige rechtsmacht: Gorsleeuw en Opleeuw. Borgloon telt negen kasteeldorpen, en was en is het hart van de fruitstreek. Ik ben echt blij dat er in de oude stoomsiroopfabriek Wynants (genomineerd voor het vrt-programma Monumentenstrijd) weer ambachtelijke stroop gestookt zal worden, en dat van de hele site een culturele pool zal gemaakt worden."

Een dorp als Gors-Opleeuw in een zo oorspronkelijk mogelijke toestand vrijwaren voor toekomstige generaties, gebeurt niet vanzelf: "Onze erfgoedconsulenten inventariseren dorp per dorp, straat per straat, gevel per gevel. Ze noteren, fotograferen en beschrijven elk waardevol erfgoedrelict, maar ook de omgeving, parken, tuinen, pleinen...De interieurs van de gebouwen worden onderzocht, tenminste als de eigenaars hen binnen laten... Ze bestuderen alle kaartmateriaal gaande van de Ferrariskaart uit 1774-1775, het Primitief kadaster van 1813-1817, de Dépot-kaart, tot de meest recente kadastergegevens... "

Kasteelgezicht

Nu zijn er wel meerdere interessante dorpsgezichten. Maar de densiteit van de monumenten en de gaafheid van de dorpsstructuur spelen een doorslaggevende rol bij het starten van een beschermingsprocedure. Naast de historische, esthetische en socioculturele waarde van de monumenten, de landschappen, de parken, de relicten in de tuinen.

"Met Gors-Opleeuw was het niet moeilijk," zegt Gyselinck: "Dit dorp voldeed aan al deze vereisten. U zal dat zien... " Voor we de dorpskern van Gorsleeuw binnenrijden, houdt Gyselinck halt in de Hoogstraat. Hij vouwt een kaart open waarop de grens van het beschermde dorpsgezicht een vreemde knik vertoont. "Zie je die muur? Daarachter lag de moestuin van de kasteelhoeve. In de jaren zeventig was men begonnen de muur te slopen en de grond te verkavelen. We hebben dat kunnen tegenhouden. Eigenlijk had men hier nooit mogen bouwen en had hier een groene gordel moeten blijven."

We rijden het dorp binnen via een nauwe doorgang tussen een imposante vierkantshoeve aan de ene en een grote manege aan de andere kant. Waar we parkeren, op het kerkplein in de Martinusstraat, krijgen we weer een wijder zicht. We weten niet waar eerst gekeken, het kasteel van Gorsleeuw, de neogotische stadspomp uit Tongeren, de kerktoren in mergelsteen: 

"Gors-Opleeuw is een typisch kasteeldorp."

"Kasteeldorpen zijn waarschijnlijk in de middeleeuwen ontstaan uit een donjon, een woontoren gebouwd op een motteheuvel en omgeven met water. Deze woontoren werd dan later geïntegreerd in een waterburcht die dan nog later werd omgebouwd tot een kasteel. Op het voorplein, aangelegd in de vorm van een acht, speelde zich het sociale leven af. Daar ontstonden ook vaak de kerken. We hebben hier het dorpsgezicht beschermd dat uit een kasteel gegroeid is." Een bescherming die hier vlot verliep: "Met Borgloon hebben we een schitterende samenwerking. Er waren weinig bezwaren van de eigenaars, onder meer omdat de mensen goed geïnformeerd werden over de voor- en nadelen van de bescherming en over de financiële tegemoetkomingen." De eigenaar van een beschermd monument kan namelijk van een onderhouds- of een restauratiepremie en fiscale aftrek genieten: "Van premies word je niet rijk, maar het is een soort financiële tegemoetkoming voor de meerkosten omdat een monument soms met meer omzichtigheid dient aangepakt dan een gewoon gebouw."

Kasteel Gorsleeuw  en Kasteelhoeve Opleeuw, Gors-Opleeuw,

Kasteel Gorsleeuw (links) en Kasteelhoeve Opleeuw (rechts)

Levend erfgoed

"In de jaren dertig was de filosofie: we beschermen desnoods een deel van een gebouw, bijvoorbeeld een keldergat, een toren, een voorgevel," zegt Gyselinck over de evolutie in de wetgeving. "Vanaf 1976 konden grote ensembles als dorps- of als stadsgezicht beschermd worden. In een eerste fase hebben we de toren van de Sint-Martinuskerk, het kasteel, de hoeve, het bakhuis, de manege en de waterpomp van Gorsleeuw beschermd. In de periode 2001-2004 werd een nieuw voorstel gedaan waarbij de bestaande bescherming werd uitgebreid met de kastelen van Opleeuw en Belle-Vue en aanhorigheden, geografisch en historisch met elkaar verbonden."

Met enige schroom betreden we het monument tot binnen de kerkhofmuren: "Kerkhoven zijn dikwijls fragiel nadat de concessies afgelopen zijn. Ze zijn nochtans belangrijk voor onderzoek naar de sociale geschiedenis. Je ziet hier nog met cement verharde grafbedden van oudstrijders." De pastorie, herbestemd tot fietshotel, en de ommuurde pastorietuin behoren ook tot het beschermde dorpsgezicht. Als we het kerkhof verlaten, staan we voor het bakhuis van begin negentiende eeuw met gerestaureerde bakoven: "In het bakhuis werd waarschijnlijk het brood voor het hele dorp gebakken. Nu gebeurt er niets mee."

Ernaast ligt de indrukwekkende negentiende-eeuwse manege waar nu landbouwmachines staan. Aan de overkant de vierkantshoeve die op de Ferrariskaart uit de achttiende eeuw nog bestaat uit twee parallelle vleugels. Of deze plek ook lééft, hangt af van de bestemmingsvoorstellen, en van de medewerking van de eigenaars: "De studenten van het Provinciaal Hoger Architectuur Instituut (PHAI) in Hasselt stelden een woonfunctie voor in de vierkantshoeve, een winkel in het bakhuis, en als de kinderen willen leren paardrijden... "

Stoute schoenen

Sint-Martinuskerk, Gorsleeuw, Gors-Opleeuw

Sint-Martinuskerk, Gorsleeuw

"Vroeger was er in dat hoekhuis een café waar je in de keuken een pint kon bestellen," want Gyselinck kent elke hoekje van dit dorpsgezicht, "en de hoeve aan de straatkant werd op een erg sobere manier opengebroken om een uitzicht op het kasteel van Gorsleeuw te bekomen. Zo'n renovatieaanvraag geven wij dan ook een positief (bindend) advies." We wandelen naar dit classicistische kasteel, op een steenworp van de hoeve en de kerk. "Eigenlijk kunnen we hier een middeleeuwse burcht veronderstellen, maar toch gaan de oudst zichtbare materiële sporen slechts terug tot een gebouw in Maasstijl, ijskelders,... uit de zeventiende eeuw. De grachten herken je min of meer in de vijver. De torenruïne in het landschapspark is een zogenaamd ZEN-gebouw, zonder economisch nut. Ruïnes als het toppunt van negentiende-eeuwse romantiek."

In het beschermingsdossier leest de motivatie voor het kasteelpark in de Hoogstraat, Leeuwerveld en Meilenstraat zo: "Het domein is een sterke aanwezigheid in het dorp gebleven, (...) en van een bijzondere esthetische kwaliteit."

Maar het erfgoed bewaken, vergt stoute schoenen. We gluren binnen in de hal in empirestijl met marmeren vloer en ingelegd stervormig motief. En omdat de deur van het theeprieeltje op een kier staat: op een muur zijn vazen in pleisterwerk blootgelegd. Zullen ze de renovatie overleven?

Koeienwarmte

De dorpskern van Gors-Opleeuw is via de Meilenstraat verbonden met het gehucht Opleeuw. Daar rijden we tussen monumentale toegangspartijen een ander kasteelgoed met landschapspark op. Gyselinck monstert de voortgang van de werken aan het kasteel van Opleeuw, waarvan de oudste voorstellingen uit de zeventiende eeuw dateren en dat in de negentiende eeuw tot dit neobarokke gebouw is heropgebouwd: "De eigenaar restaureert volgens de regels van de kunst. Ramen met dubbel glas zonder dat de profielen breder zijn dan de ruiten. Het is de bedoeling om de gevel terug in zijn oorspronkelijke geelachtige kleur te schilderen. Dat is typisch voor Haspengouw en voor het Maasland: verf op basis van kalk met pigment. Het kasteel moest in elk geval oplichten in het landschap. De eigenaar wil iets met hoevetoerisme beginnen." Net buiten de kasteelmuren staat een negentiende-eeuwse kasteelhoeve, gegroeid uit een goed geconserveerde, achttiende-eeuwse schuur in vakwerk. De socioculturele waarde wordt beschreven in het beschermingsdossier: "De schuur is op een majestatische wijze ingeplant in het agrarische heuvellandschap rond het kasteel en vormt een belangrijk richtpunt in het landschap. De vakwerkkern van het complex getuigt van een oeroude, sterk met het landschap gelieerde en volkse bouwtraditie, waarvan steeds minder concrete voorbeelden op het terrein bewaard blijven." Moet er een schuur bijgebouwd worden, dan vraagt Onroerend Erfgoed Limburg vaak om het gebouw te beplanken: "Dat vergrijst op den duur, en stoort zo niet." We vergezellen de koeien in hun historisch kader: "Voel je de warmte van de koeien? "

Torenruïne in het park van kasteel Gorsleeuw, Gors-Opleeuw,

Torenruïne in het park van kasteel Gorsleeuw

Buurtwacht

In de directe omgeving staat ook nog het Belle-Vue kasteel, in 1764 gebouwd, en waarschijnlijk het jachtpaviljoen van de familie van de heer van Gorsleeuw. Authentiek is onder andere nog de ommuring, de nog duidelijk afgebakende, voormalige moestuin, en de dreef naar de hoofdingang.

Vlakbij zijn nog oudere sporen te vinden - "een voorbeeld van de rijkdom van Haspengouw". Eind jaren zestig werd een Romeins grafveld met twaalf urnen uit de tweede eeuw bovengehaald. We begeven ons naar de eenentwintigste, waarin Jos Gyselinck geen gps nodig heeft, en wij geen papieren gids. We rijden door het beschermde dorpsgezicht van Horpmaal, gezegend met een motteheuvel met een voormotte en hoeven met opeenvolgende monumentale poorten. En naar het beschermde dorpsgezicht van Heks, met het gave jachtslot van de Prinsbisschop van Luik, François-Charles de Velbrück, uit 1775.

Om te eindigen bij de beschermde, maar hulpbehoevende want grotendeels ingestorte, schuur uit 1661 bij het kasteel van Heers. Bescherming is één ding.

Download hier de pdf

Beschermd dorpsgezicht van Gors-Opleeuw