De ware kunstliefhebber is zijn tijd vooruit. Fritz Mayer van den Bergh (°1858 - +1901) was zo’n verzamelaar. Dankzij zijn neus voor kwaliteit kon hij een verzameling Europese kunst aanleggen van (toen nog betaalbare) topkwaliteit. Toen Fritz Mayer van den Bergh stierf op 43-jarige leeftijd maakte zijn moeder, Herniëtte van den Bergh, werk van zijn levensdroom. Zij bouwde in 1904 een museum voor de kunstvoorwerpen die hij, samen met haar, had verworven. 'Huismuseum met kamers vol kunst', de ondertitel van het museum, is het allereerste museum ter wereld dat letterlijk rond één collectie is gebouwd. Met speciale belangstelling voor Bruegel.
In dit eenmansmuseum voel je de liefde voor kunst in al zijn genres: schilderijen, beeldhouwkunst, tapijten, manuscripten, tekeningen… Het museum bezit een waardevolle collectie Vlaamse Primitieven: topwerken van Juan de Flandes, Quinten Metsys, Pieter Bruegel, Vrancke van der Stockt en de Meester van de H. Ursulalegende, werken uit de omgeving van Memling en Van der Weyden. Uitzonderlijk zijn de collecties middeleeuwse beeldhouwkunst en ‘kunst uit de Renaissance’. Het museum werd in 1974 en 2004, toen het honderd jaar bestond, verbouwd, gemoderniseerd en uitgebreid maar de 'oude sfeer' blijft bestaan..
Een absolute topper is Pieter Bruegels ‘Dulle Griet’ (1562), een hels werk met een bijzonder boeiende interpretatiegeschiedenis. Fritz Mayer van den Bergh ontdekte dat werk op een veiling in Keulen, waar niemand interesse had voor het spookachtige landschap. Hij kocht het paneel voor een prikje en kon het enkele dagen later identificeren.