Een beetje verscholen in de serene stilte van het Hasseltse begijnhof ligt Z33. Artistiek directeur is Jan Boelen, die het kunstencentrum al enkele jaren een duidelijk gelaat geeft. Aanleiding voor ons gesprek is de opening van de tentoonstelling rond licht en de idee om meer kunst in de publieke ruimte te plaatsen in Limburg.
Kunstencentrum Z33 - Zintuiglijkheid als parcours
Ervaringsgerichte trajecten
Eerste vaststelling: de provincie Limburg heeft geen museum voor hedendaagse kunst. Met de regelmaat van de klok duikt dit idee op en de financiële injectie die de provincie krijgt van de Vlaamse overheid om nog meer in cultuur te investeren, doet de discussie telkens opnieuw oplaaien. Maar Limburg trekt voluit de kaart van een kunstencentrum en niet voor een museum met een vaste collectie.
"We hebben de analyse gemaakt en vonden het niet meer opportuun om nog eens een museum voor hedendaagse kunst te maken. Vlaanderen telt er al genoeg en wij kijken ook naar de regio rond ons. In Maastricht is er het Bonnefantenmuseum, in Aken het Ludwigforum en in Luik het Mamac. Voor ons was het duidelijk dat we geen nieuw museum nodig hebben. De kunstmarkt is trouwens oververhit. Bovendien zou het gigantische budgetten vragen om vanuit het niets een collectie op te bouwen" zegt Jan Boelen. "In Z33 brengen we vooral hedendaagse kunst en vormgeving. We bouwen tentoonstellingen en initiëren nieuwe projecten. Onze expositieruimte heeft een museale kwaliteit die als een witte doos altijd opnieuw kan worden ingevuld. Wie het aanbod bestudeert van de tentoonstellingen in Z33 bemerkt meerdere rode draden. De belangrijkste is de zintuiglijkheid met tentoonstellingen zoals Feel in 2003 en Light Play nu. Ervaringen en het sensoriële zijn voor ons ontzettend belangrijk. We proberen ook een anthologie te geven, een overzicht zoals bij Feel waar curator Pieter van den Bogaert een encyclopedisch verhaal vertelde van de Vlaamse videokunst. Het ervaringsgericht werkt, merken we. Mensen met een minder grote achtergrondkennis over het reilen en zeilen in de kunstwereld kunnen we toch boeien via zo'n zintuiglijk parcours."
Dat die aanpak succes heeft, bewijzen de bezoekerscijfers. Elk jaar vinden zo'n 30.000 mensen hun weg naar Z33. Onder hen heel wat buitenlanders. Jan Boelen: "Voor ons is de regio en het netwerk rond ons kunstencentrum heel belangrijk. We hebben een vast samenwerkingsverband met het Platform Limburg Beeldende Kunsten en met het Design Platform Limburg. We werken samen met verschillend partners zoals de Provinciale Hogeschool en de Media en Design Academie (KHLim).
Dynamische modellen en vormgevers
Tentoonstellingen met objecten zoals je die in traditionele musea vindt, lopen zelden in Z33.
"We proberen als kunstinstelling vragen te stellen en processen bloot te leggen," verduidelijkt Jan Boelen. "We stellen niet zomaar een kunstenaar tentoon maar we volgen samen met hem of haar een traject. We bouwen een relatie op en we nodigen later dezelfde kunstenaars opnieuw uit. Voor Z33 is dit een belangrijk werkmodel dat ook in de toekomst een kans zal krijgen." Jan Boelen beseft het relatieve van zo'n manier van werken. Hij gelooft niet in 'het' museum, er zijn verschillende presentatievormen mogelijk en de slinger van de geschiedenis belandt de ene keer bij de meer traditionele chronologische manier van werken en een volgende keer bij andere dynamische modellen.
Z33 werkt graag met vormgevers en dat is een bewuste keuze. Zoals kunstenaars onderzoeken ze en tasten ze de mogelijkheden af. Kunstenaars zijn dikwijls ook vormgevers. De jongste Interieur in Kortrijk toonde de toegepaste kunsten van Jan Fabre en Jan Vercruysse. De 'hoge' en de 'lage' kunsten groeien naar elkaar toe.
Publieke ruimte
Vandaar ook de idee om iets te doen met kunst in de publieke ruimte. Vroeger ging dit altijd over een gebouw en was er steevast een link met architectuur. De percentregel is hiervoor trouwens geschreven. Voor Jan Boelen gaat het veel verder. "Tussen evenementiële tentoonstellingen zoals Beaufort en de meer statische beeldenparken zijn er ongetwijfeld andere mogelijkheden die de toekomst van onze musea en de manier van werken met plastische kunstenaars mee gaat bepalen."
Het is de ambitie van Z33 om een kenniscentrum te worden van actuele kunst in de publieke ruimte. Hiervoor trok Z33 Jan Debbaut aan. Deze Vlaming met een indrukwekkende staat van dienst in buitenlandse musea, zoals Tate in Londen en het Van Abbemuseum in Eindhoven, gaat mee het project adviseren. In een eerste fase laat Z33 een internationaal onderzoek doen naar nieuwe presentatievormen van kunst in de publieke ruimte. Die studie moet in 2007 uitmonden in een symposium. Uiteindelijk komen dan de fietspaden op de proppen maar dit is slechts één van de vele mogelijkheden. Jan Boelen: "Het is zeker niet de bedoeling om links en rechts van die fietspaden kunstwerken te gaan neerpoten." Dat het allemaal niet bij woorden blijft bewijst het budget. Van de Vlaamse Gemeenschap krijgt Limburg 4 miljoen euro en de provincie zelf legt er 1,2 miljoen euro bovenop. Met haar unieke ligging heeft Limburg veel troeven in handen om dit ambitieus project tot een goed einde te brengen.
Lichtspel
Met Light Play tast Z33 opnieuw het snijpunt van actuele kunst, vormgeving en architectuur af. Tegelijk analyseert de tentoonstelling de relatie tussen licht, ruimte en tijd. De meeste kunstwerken in deze prikkelende tentoonstelling zetten licht in als medium om de noties ruimte en tijd te bevragen, om de werkelijkheid en het waarnemingsvermogen te onderzoeken. Zoals bij vorige tentoonstellingen geeft Z33 ook opdrachten aan kunstenaars waardoor je op de tentoonstelling naast vroeger en bekend werk ook nieuw werk kan zien. De titel van de expositie verwijst naar een werk van Laszlo Moholy Nagy. Deze kunstenaar uit de jaren 1920 maakte furore met zijn fotogrammen. Met zijn werk legde hij ook de grondslagen voor de kinetische kunst. Al dit onderzoek leidde in 1930 tot de film A Lightplay black white gray. Hierin legde de kunstenaar het lichtspel vast van een theatermachine, de Licht-Raum-Modulator. Hij ging er, net zoals zijn collega's van het Bauhaus, van uit dat machines naast hun functionaliteit, ook schoonheid bezitten. Zoals bij de Futuristen in Italië ontdekten ze poëzie in machines en de techniek.
De tentoongestelde werken op Light Play komen van diverse internationale kunstenaars. De Nederlandse Germaine Kruip (°1970) toont zeven spiegels die om hun as wentelen. Ze hebben een matzwarte en een reflecterende zijde en veroorzaken een groeiende en krimpende schaduw: een lichtspel dat het ritme heeft van een kalme ademhaling. In het verwarrende werk Moving Corner richt Olafur Eliasson een spot op een smalle, om de as draaiende spiegel. De reflectie scant de ruimte en focust op haar fysieke kwaliteiten. Zoals steeds slaagt hij erin om met minimale middelen een ruimte maximaal af te tasten en de ervaring van de toeschouwer aan te scherpen. De Belgische lichtkunstenaar Fred Eerdekens gebruikt eenvoudige materialen, vormen en taal. Het meest bekend zijn de schijnbaar verwrongen ijzerdraden die met een spot erop plotseling een tekst in schaduw tevoorschijn toveren. Speciaal voor Light Play ontwikkelde hij het in-situwerk One looking at it, one looking through. Hierin projecteert hij kunstlicht naast infiltrerend daglicht.
De nauwelijks zichtbare tegenstelling tussen beide lichtpunten zet aan tot reflectie wat echt is en wat niet, over wat aan de oppervlakte blijft en wat dieper gaat. Een oerthema van Z33.
Praktische informatie
Light Play. Nog tot 21 januari 2007 in Z33 Hasselt