Film- en tentoonstellingsmaker Terenja Van Dijk liet voormalig De Coene-personeel getuigen voor de camera. Het resultaat kunt u bekijken op de tentoonstelling Kunstwerkstede De Coene 1888-1977. Wij volgden een opname in het zog van camera- en geluidsman.
Vanuit de Kortrijkse buik
Mensen vertellen hun verleden
Videogeniek
Weggevoerdenlaan aan de Pottelberg, Kortrijk, anno 2006. Aan de geparkeerde wagens is te zien dat er nog altijd veel volk werkt op de voormalige site en in de oude bedrijfsgebouwen van de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene. Ook Achilles Daelman en Gilbert Bartier, destijds directeur divisie hout en werfleider spanten en constructie, zijn terug naar hier gekomen voor een video-opname. Vandaag dragen zij een badge die hen uitzonderlijk toegang verleent tot de site van huidig eigenaar Van Marcke, de internationale distributieketen van sanitair. Voor hun eigen veiligheid, want de vrachtwagens met het bekende zeepaardjeslogo rijden af en aan.
Het jaren zestig-kantoorgebouw van De Coene maakt de herinneringen meteen tastbaar: de houten gadgets op de tafel, de glazen deur met houten deurkruk in D en C-vorm, het Knoll-zitmeubel in de hal: "Dat Knoll-meubel is van De Coene, dat als enige in de Benelux het Amerikaanse merk mocht maken en verkopen," en "De Coene maakte prefabhuisjes in Douala (Kameroen). Wij noemden ze de prefabhuisjes van Troelala." En de camera draait nog niet eens. Terenja Van Dijk weet haar getuigen uit te kiezen: "Uit de lijst van De Coene-medewerkers maakten we een evenwichtige selectie van ontwerpers, commerciële, uitvoerende en leidende medewerkers. Iedereen werd op voorhand bezocht om te kijken of zij 'videogeniek' zijn."
En dan draait de camera, en zwijgen wij. Van Dijk staat keurig achter haar cameraman en laat de vroegere collega's gewoon praten, zonder vragenlijst in de hand: "Ik vraag wel als dat nodig is." Daelman en Bartier halen herinneringen aan hun eerste werkdag boven, de eerste confrontatie met de leiding en de bedrijfscultuur. Bartier ziet het nog voor zich: "Zijn dat je plannen daar onder je arm? Nee, dat zijn mijn diploma's. Breng morgen maar je alaam mee!"
Katalysator
Wanneer ze het bedrijfsterrein opwandelen, valt op hoezeer de site van 14 hectare zelf een rol krijgt toebedeeld. "Daar zat de technische staf. De portiersloge is weg. Achter dat ronde raampje zat Meneer Arthur (De Leu, een van de De Coene (schoon)broers)." En wijzend naar de spectaculaire brandtrap aan het kantoorgebouw: "Die brandtrap kwam er in de nasleep van de brand in de Innovation in Brussel. De Coene zag na die brand een gat in de markt: branddeuren." Of over het labo: "Het is nog gebeurd dat de chemici een ontdekking hadden gedaan en Mevrouw Charlotte (De Coene) rondbelde dat we naar buiten moesten lopen wegens ontploffingsgevaar!"
Maar het zijn de bakstenen waar Gilbert Bartier het liefst op terugkomt: "Gebouwen lagen vandaag plat (van de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog, De Coene lag vlak naast het rangeerstation) en moesten morgen weer opgebouwd worden." De reminiscentietechniek, het werken met herinneringen, wordt hier ten volle benut. Wat hoopt Terenja Van Dijk te reconstrueren? "Erachter komen hoe het bedrijf zich organiseerde, en hoe de relaties waren tussen de verschillende afdelingen en mensen. De site is de katalysator om de verhalen naar boven te laten komen. Het visuele is trouwens een belangrijke drager van informatie." Van Dijk filmde ook voormalige werknemers op locaties met De Coene-realisaties, zoals de Koninklijke Bibliotheek van België: "Elk visueel detail kan iets oproepen."
Als Achilles Daelman over de kip met de gouden eieren vertelt, namelijk triplexplaten, en dus over stammen afrollen op 4 mm dikte, hout impregneren en industriële lijm, gaat dat grotendeels verloren door de schurende geluiden op het industrieterrein. Ook elk vliegtuig, een joelende speelplaats en zelfs de wind in de populieren zijn voor de geluidsman genoeg om een shot te laten overdoen. Maar het verhaal over de bakstenen kon alleen hier ontstaan: "Die stenen maakten we zelf, we hadden daarvoor een breker. We maakten tapijten, luchters, douchecellen in beukenhout voor aan de evenaar, wat nog allemaal niet. Eigenlijk moeten we zeggen: wat heeft De Coene niet gemaakt: kaasdoosjes en sportartikelen... De Coene maakte simpelweg alles wat een ander niet kon."
Regie
Om niemand te kort te doen, vallen er veel namen, van "zeer goede meubelmakers" of van "Richarke de dienstbode met klak op een veel te grote fiets". Maar Terenja Van Dijk houdt de bezoeker van de tentoonstelling voor ogen: "Niet te veel namen noemen. De kijker krijgt te veel informatie die hij niet weet te plaatsen. Maar ze gaan zo op in hun verhalen dat ze mijn regieaanwijzingen in de wind slaan." "We doen dat vanuit onze Kortrijkse buik" zegt Daelman.
Bij de oude stokerij spreken de oud-werknemers af hoe ze het verhaal van de afvalverbranding gaan vertellen, maar Van Dijk vindt het te ingewikkeld: "Het feit dat ze er was, is voldoende." Ze moet nu al selecteren uit twaalf uren tape. "Maar álle banden blijven wel bestaan," zegt Van Dijk. Als historische bron kan dat tellen.
"De afval werd nieuwe energie: de ecologische cirkel was rond," zeggen ze.
"Mooi gedaan, maar nu zat het licht niet goed," meldt Van Dijk met een kwinkslag.
"We koppelen het geluid los van het filmen," zegt Van Dijk over de gebruikte techniek: "Dat levert een flexibele manier van filmen op: als ze van de camera wegwandelen, is nog te horen wat ze zeggen in hun microfoontjes." Maar als ze wil dat de oud-werknemers ook in de camera kijken terwijl ze vertellen, zijn ze alweer te ver weg.
Aan het paviljoen van de urbanisatie, dat ooit Expo 58 sierde, roept Van Dijk: "Vertel het aan ons, Gilbert!" Als we het paviljoen binnengaan en Gilbert Bartier over de unieke houten draaitrap begint, lijkt Achilles Daelman al een volleerde regisseur: "We kunnen het niet filmen (te donker), dus moeten we er niet over vertellen."
De voormalige werfleider van spanten en constructie Bartier loopt nu langs het De Coene-paviljoen, ook een beetje het zijne: "Dat zijn nog de originele spanten, de dragende structuur is gebleven. Hier ligt het dak boven de spanten om ze te beschermen, voor Expo 58 hing het dak ónder de spanten. Die knik in dat dak is typisch, dat was ook zo in de maquette." Mooie televisie.
Journalistiek
"Een naaister had een hele week nodig om een zitbank te naaien," gevolgd door: "Het is waar dat een canapé van De Coene van de jaren vijftig nog altijd niet doorgezeten is." Twee getuigen kunnen elkaar aanvullen en bevragen. Maar Terenja Van Dijk is achteraf niet zeker of het confronteren een meerwaarde opleverde: "Je kreeg iets te veel dat de een als een vaderfiguur de ander meenam. Maar dit zijn observaties tussen de lijnen. De confrontatie heeft erg veel interessante informatie opgeleverd, ik weet niet of dat met slechts een van hen was gelukt. Het is ook een andere dynamiek. Qua beeld is het mooi om hen over het terrein te zien lopen."
Dat was ook de bedoeling, een 'journalistieke' documentaire maken die een breed publiek aanspreekt: "Ik bereidde me niet als een wetenschapper voor. Ik heb vooraf wel schema's gemaakt wie wat zou kunnen vertellen." Van Dijk pakte het dan misschien niet strikt wetenschappelijk aan, maar de interviewtechnieken die ze aanleerde tijdens haar studie (steden)bouwkunde, haar televisieopleiding en workshops rond reminiscentie kwamen natuurlijk van pas. Ook aan de handleiding Gestemd verleden: mondelinge geschiedenis als praktijk (De Wever B., François P., Vlaams Centrum voor Volkscultuur, 2003) heeft ze iets gehad: "Bij een wetenschappelijke benadering worden interviewer en vragen zo veel mogelijk samen met de geïnterviewde getoond. Het moet voor de kijker of onderzoeker duidelijk zijn dat het om een gestuurd gesprek gaat. De interviewer stelt zich zo neutraal mogelijk op en toont geen betrokkenheid. Vooral met dat laatste heb ik het moeilijk. Als je betrokken bent, zullen je getuigen zich open en kwetsbaar opstellen. Dat lijkt mij een veel natuurlijker houding. Het vraagt wel een zekere maturiteit om daar op een zuivere wijze mee om te gaan."
Praktische informatie
Het themadeel achteraan dit nummer is volledig gewijd aan de tentoonstelling over de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene. Mondelinge geschiedenis heeft de jongste jaren in Vlaanderen de wind in de zeilen. Getuige daarvan zijn de vele projecten die op overheidssubsidies kunnen rekenen. Toch blijft de productie, bewaring en ontsluiting van mondelinge historische bronnen bij ons vaak onder het niveau van de internationaal gehanteerde standaarden. Professor Bruno De Wever van de Gentse universiteit en het Vlaams Centrum voor Volkscultuur ontwikkelen initiatieven om de kwaliteit van de activiteiten rond mondelinge geschiedenis te verbeteren: lessenreeksen, handboeken, dvd,... Vlaams Centrum voor Volkscultuur, Gallaitstraat 76/2, 1030 Brussel - Tel. 02 24 3 17 30.