Tijdens de derde editie van de Triennale de la céramique et du verre in de mooi gerestaureerde Anciens Abattoirs in Bergen viel het werk van Jan Marechal op door zijn speelsheid en originaliteit.
Jan Marechal - Sprokkelen en samenstellen
Knuffels en kussens
Jan Marechal (°1976) verdeelt zijn tijd tussen Limburg en Nijvel waar hij zijn atelier heeft. Geboren in Genk studeerde hij af in het secundair onderwijs door het diploma te behalen via de examencommissie. Hij volgde een opleiding houtbewerking bij de VDAB en werkte in de horeca om zijn hogere studies te betalen. Hij behaalde zijn masterdiploma in productdesign in Genk. “Ik vond dit echt een ideale opleiding voor een kunstenaar,” zegt hij met overtuiging, “want in die richting wordt nog veel gewerkt met materialen als hout en kunststof en vanaf dag één moet je ook over je ideeën en ontwerpen communiceren.”
Het onderzoek dat hij als eindwerk inleverde, ging over het gebruik van klei. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij zich na het behalen van zijn master meteen inschreef voor een opleiding in de beeldende kunsten, meer bepaald voor keramiek. Op die manier behaalde hij bijna moeiteloos een tweede master en werd al na anderhalf jaar ingeschakeld als assistent en lesgever. Les geven vindt hij trouwens erg belangrijk en hij heeft meteen ook de lerarenopleiding gevolgd. Hij is momenteel verbonden aan het Instituut voor Kunst en Ambacht in Mechelen waar hij samen met Tine Dodion het atelier keramiek begeleidt. Hij praat met enthousiasme over het lesgeven en over materialen. Hij voelt zich geen keramist, wel een kunstenaar die ook met klei werkt. Het is duidelijk: hij werkt graag met materialen, met materie.
Hij is bijvoorbeeld ook veel met textiel bezig geweest. Bij zijn opleiding productdesign had zijn tweede eindwerk, dat rond product, ‘de knuffel’ als onderwerp. “Knuffels zijn heel aanwezig omdat ze geuren opnemen. De herkenning van de geur is veel belangrijker dan het zien. Knuffels werden vroeger gemaakt van een oud kledingstuk van een van de ouders of waren louter dat.” Hij ontwierp een knuffel waarin gedragen kleding kon gestopt worden.
Het is dan ook niet toevallig dat Jan Marechal, toen hij gevraagd werd om te participeren aan Super!, de eerste triënnale voor beeldende kunst, mode en design in Hasselt in 2005 (curator: Edith Doove), voor de dag kwam met Snoezel, een ruimte met reusachtige kussens waar het heerlijk relaxen en ravotten was.
Het materiaal is voor Jan Marechal dus heel erg bijzonder zonder dat hij evenwel een fetisjist wordt. Hij vindt klei heerlijk om mee te werken maar verliest zich niet in de techniek als zodanig. Uiteraard kan het beheersen van een techniek helpen om datgene te realiseren wat je wil. “Maar voor mij primeert de inhoud,” stelt Marechal.
Hij creëert met zijn keramiek een heel eigen wereld, hij vertelt eigenlijk met zijn werk hoe hij naar de wereld kijkt. En hij heeft vast ook een fantasierijke verbeelding.
Zijn Vessel uit 2006 helpt ons al op weg. Het object met die dubbelzinnige titel kan inderdaad zowel een vat als een (ruimte)vaartuig zijn. Het ziet er erg ongewoon uit en is met zijn diverse uitstulpingen niet echt aerodynamisch. Het ziet er in elk geval uit als een constructie, niet als iets natuurlijks. Het is het product van een al dan niet aardse intelligentie. Het zet de kijker volop aan het fantaseren en dat is net de bedoeling van Marechal.
In 2009 komt hij naar buiten met een reeks werken onder de titel NWWRLD, een titel waarin we ‘new world’ kunnen lezen. De alien doet zijn intrede. Antropomorfe figuurtjes, met hoofden die naar koudbloedige reptielen verwijzen, bevolken een wereld waar vreemde, maar natuurlijke elementen hun plaats vinden. Daarnaast zijn die wezentjes, die ook wel aan actie en speelgoed doen denken, voorzien van de nodige merkwaardige vervoermiddelen die we kunnen associëren met science fiction. Hun bedoelingen zijn al dan niet vredelievend, ze zijn in elk geval voorzien van wapentuig, ook een alien moet niet naïef zijn, immers met aardbewoners weet je nooit…
Citeren, verzamelen, samenstellen
De wereld die Jan Marechal creëert is natuurlijk een reflectie op onze eigen wereld. Hij past helemaal in het postmoderne denken, hij citeert, hij verzamelt en stelt samen. Hij citeert want hij verwijst in zijn werk naar bestaande elementen, bestaande constructies en bestaande fantasieën. Hij verzamelt vormen, letterlijk. Wie goed kijkt zal in zijn sculptuurtjes tal van vormen uit onze onmiddellijke omgeving herkennen. Het zijn vormen van verpakkingen en wegwerpmateriaal.
“Ik verzamel en ik puzzel en ik kom zo tot nieuwe dingen,” zegt hij. Hij maakt van de vondsten altijd afzonderlijke mallen, giet die af in porselein en gaat met die afgegoten vormen aan het werk. Zijn beeldjes en objecten zijn steeds samengesteld uit diverse aparte elementen.
Hij gaat hierop voort in een project uit 2011: Boys For Breakfast. In die tentoonstelling werkt hij rond de jachttrofee. Jagen is voor hem een metafoor voor het zich ontwikkelen, voor het opdoen van ervaring. “Je wordt door te doen.” Bij hem is de identiteit ontstaan door actie, door dingen te doen, en ook door de vrijheid die zijn ouders hem toelieten. “Ik vind het belangrijk dat ik mezelf heb kunnen ontdekken, dat mijn ouders me die ruimte gaven.”
Met zijn arsenaal aan vormen heeft hij een hele reeks van voornamelijk wandsculpturen geschapen die heel duidelijk verwijzen naar de jachttrofeeën zoals die bij de begoede jager de wanden sierden. De op zich vreemde voorwerpen en vormen krijgen door hun plaatsing in de huiskamer iets vertrouwds en intiems. Dat hij experimenteel is aangelegd bewijst een kort filmpje op zijn website. Lips To The Floor! duurt slechts 15 seconden en toont een dansende keramische creatie. Hij is trouwens ook nog eens deejay in zijn vrije uurtjes en gebruikt daarvoor de naam John Connor, niet toevallig de naam van de leider van het menselijke verzet tegen Skynet in de reeks Terminatorfilms. Met de initialen JC op een bepaalde manier getekend en vermenigvuldigd tot een ingenieus raster, opent Jan Marechal zijn website.
Jan Marechal mocht al in 2004 deelnemen aan een residentie in het Europees Keramisch Werkcentrum in ’s Hertogenbosch. In 2009 toonde Design Vlaanderen werk van hem in De Nieuwe Oogst waar de dienst jaarlijks mee uitpakt. In 2010 was hij te zien op de European Ceramic Contest in Bornholm, een Deens eiland waar jaarlijks de internationale keramiekwereld aan bod komt. In datzelfde jaar werd hij aangesproken door Ludo Thys van het FLACC, Werkplaats voor Beeldende Kunstenaars. Hij kon op die manier, binnen het kader van een ruimer project, in een leegstaand winkelpand in Maaseik een tentoonstelling opzetten. Jan Marechal speelde wat met de perceptie. Hij richtte de ruimte in als een white cube gallery met de naam van zijn vriendin op het raam, als gold het een blijvende, echte galerie. Hij toonde er onder de titel That’s The Tits een reeks borsten in porselein. Het was een referentie naar de kapelletjes gewijd aan Maria, de moeder Gods, die hij kende vanuit zijn jeugd. Ze waren meestal te vinden op het platteland en waren eigenlijk de voortzetting van een pre-christelijke traditie van toewijdingen aan de oermoeder, de moedergodin, om vruchtbaarheid af te smeken. De vrouwenborst werd in deze expositie in diverse vormen getoond als een pars pro toto. Een verheerlijking van de vruchtbaarheid.
Bij de tijd en met humor
In Bergen was de derde triënnale voor keramiek en glas gewijd aan werk uit Frankrijk en Noorwegen naast dat van Belgische kunstenaars. Het confronteren van kunstenaars uit diverse contreien is voor de bezoekers meestal een pluspunt en het brengt ook voor de deelnemende kunstenaars interessante contacten met zich mee. Dat was in Bergen niet anders. Het valt daarbij op dat in het Waalse landsgedeelte beduidend meer aandacht is voor de toegepaste kunsten dan in Vlaanderen.
Bij ons zijn de toonaangevende galeries voor keramiek en glas verdwenen en van overheidswege is er weinig animo en initiatief ter zake. Hoe anders is dat in de ons omringende landen en in het Franstalige landsgedeelte. Onze kunstenaars die voornamelijk bedrijvig zijn binnen die toegepaste kunsten zoals glas, keramiek, juweel- en edelsmeedkunst en grafiek worden nochtans sterk gewaardeerd… in het buitenland. Jan Marechal doet weinig om zijn werk bekend te maken maar stond zeker zijn mannetje binnen het geheel van de triënnale met op het eerste gezicht vrolijk en complexloos werk. De terugkerende hoofdfiguur in een reeks meestal gele, porseleinen objecten van beperkte omvang, is een konijn. Jan Marechal: “Een konijn is voor mij een zeer positief element. Het is natuurlijk nogal dubbel.” Zo ook de titels: ze zaaien twijfel over de onschuld van het figuurtje. Act Like You Know is een schotel, een kom met op de bodem een konijnenkop, vermoedelijk niet datgene waar een konijn van droomt. Death Proof toont een aantal konijnen die elk apart in een autootje zitten, ze doen sterk denken aan de autoscooter vanuit onze jeugd waarmee we stoer meisjes/jongens poogden te versieren. Het is natuurlijk ook en helemaal niet toevallig de titel van een actiefilm van Quentin Tarantino waarin een psychopathische stuntman jonge vrouwen vermoordt met zijn death-proof stuntwagen.
Flash Forward is een platte, langwerpige, balkvormige bloemenvaas waarin enkel de bloemkelken worden gelegd. Het aanwezige konijn kan van het ene bloemetje naar het andere wippen. Een zeer suggestieve vaas die volkomen onschuldig overkomt. En in Go Fuck Yourself! staat een konijn op een granaat zeer toepasselijk te wezen in onze tijd van gewelddadigheid.
Het is duidelijk: het werk van Jan Marechal is zowel bij de tijd als niet gespeend van enige humor. Die humor vinden we ook terug in een installatie die hij maakte in een voormalige kebabzaak, ergens langs een drukke steenweg. Onder de titel The Waterfall Effect creëerde hij op de uitstalramen van het gelijkvloers een waterval zoals we die kennen van de kitscherige schilderijen met watervaleffect die te koop zijn in nogal wat winkels in migrantenbuurten. Op de bovenverdieping zie je in elk venster grote ronddraaiende dollartekens geprojecteerd. Een opname daarvan is te zien op zijn website. Het werk is uiteraard door vele duizenden mensen opgemerkt.
In de zomer van 2014 participeerde Jan Marechal aan Theater op de Markt in Hasselt met Drive My Bush. Op diverse plaatsen in de stad dook plots rijdend struikgewas op voor de verbaasde voorbijgangers. Hij had een drietal wagens met afstandsbesturing omgebouwd zodat ze op struiken leken, rijdende struiken. Ze haalden met gemak 50 kilometer per uur en bezorgden het publiek een surrealistische ervaring.
Momenteel is hij bezig met het ontwerpen en uitvoeren van houten ‘wapens’. Hij besteedt er erg veel zorg aan en ze voelen eigenlijk zacht aan, gewoon omdat hij het juiste hout kiest en dat met veel geduld bewerkt. Het zijn natuurlijk wapens om nooit te gebruiken. Zo doen eigenlijk tal van objecten die hij maakt je teruggrijpen naar de kinderjaren, de jaren van ongeremde fantasie en een nooit te evenaren rijkdom aan verbeelding. Zo stimuleert hij ons om mee te gaan en mee te fantaseren. Dat is een grote verdienste.
Tentoonstelling
A Region as an Art Space, nog tot 12 juni 2015 in het Provinciehuis Maastricht