In het museum George Grard in Gijverinkhove zijn alle originele gipsen beelden van de gememoreerde Doornikse kunstenaar samengebracht. Ze geven de bezoeker een unieke inkijk op zijn leven en zijn kunst . Dochter Chantal Grard gaat ons voor.
Stichting George Grard : uitbundige vrouwelijkheid
Herinneringen
De bijna onuitspreekbare West-Vlaamse gemeente Gijverinkhove ligt tussen Veurne en Ieper. De stichting George Grard ligt ongeveer een kilometer buiten de dorpskom, te midden van onvervalste landelijkheid. Via een bochtig circuit kom je vanzelf bij de stichting uit.
Op het domein hoor je bij een milde wind het zachte ruisen van de bomen en kijken monumentale gebeeldhouwde vrouwen je zonder schroom aan. In volle zomer is het hier genieten: kunst, natuur en rurale rust en zijn de hoog opschietende stokrozen een lust voor het oog.
Monumentale beelden staan overal verspreid in de beeldentuin. In de expositiezaal liggen en staan gipsen modellen gezellig bij elkaar. Ze lijken een dialoog te voeren. Aan de wand van de schuur hangen foto's waarop we George Grard herkennen. Geen grote gestalte maar wel een markante gebeitelde kop. Ook zien we zijn vrouw Francine Van Mieghem en hun toen nog pril dochtertje Chantal. De beelden tonen wat Roland Barthes noemde: het ça a été. Foto's zijn altijd een beetje dramatisch, ze attenderen op tijdelijkheid en vergankelijkheid. Francine, oogt een pak jonger. Haar jeugdigheid is nog duidelijk zichtbaar. Toen dochter Chantal in 1970 werd geboren was haar vader al 69. Of ze aan hem nog herinneringen bewaart? Chantal Grard: "Ik weet nog dat hij graag foto's nam. De stichting beschikt daardoor over een uitgebreid fotoarchief. Ook herinner ik mij nog goed dat vader vaak op reis ging naar Italië waar hij zijn beelden liet gieten in Mendrisio. Hij volgde de werkzaamheden altijd van zeer nabij: van de was tot het polieren. Later liet hij zijn beelden in Court-St-Etienne gieten, want reizen per auto naar Italië bleek op het einde van zijn leven te vermoeiend."
Krolse vlees
Als Chantal Grard over haar vader spreekt, klinkt haar stem zacht en teder. "Hij was een echte levensgenieter, een vrij man. Hij wilde mij altijd dicht bij hem en het liefst van al wou hij dat ik niet naar school ging om bij hem te zijn."
We lopen over het erf van de stichting. In het gras staan we oog in oog met de bronzen beeltenis van Isette Gabriels, De waternimf of Naïade. "Vanaf 1933 was !sette - ze was ook kunstenares - zijn muze. Ze was een mooie knappe vrouw, krachtig gebouwd en met een zekere uitstraling." Dat is te merken aan de beelden die in Gijverinkhove staan opgesteld en waarvoor Isette model stond. Ook voor het inmiddels beroemde beeld De Zee poseerde Isette. Het beeld was bestemd voor het Casino in Oostende maar kreeg op beslissing van het stadsbestuur een andere plek in de stad. Oostendenaren noemen haar 'Dikke Mathilde'. Hugo Claus beschreef haar plastisch in het gedicht Beeld in Oostende:
Dikke Mathilde en De waternimf zijn massief en rond. De beelden refereren aan uitbundige vrouwelijkheid en vruchtbaarheid. Kunstcritici menen er de mediterrane sfeer in terug te vinden van Maillol. Maar Grard zelf voelde zich nog sterker verwant met de sensuele kunst van Auguste Renoir met wie hij de liefde voor het leven deelde. Chantal Grard: "Vader was een levensgenieter. Van mei tot oktober ging hij elke dag met een paar vrienden zwemmen in Sint-Idesbald."
Een manier van leven
Hoewel geboren en getogen in Doornik vestigt George Grard zich in 1931 in Sint-Idesbald. Hij woont er in een bescheiden vissershuisje en richt in een ander huisje zijn atelier in. "We weten niet hoe we leven, maar we leven," zei Grard later over die tijd. Hier wordt de zogenaamde School van Sint-Idesbald geboren, zonder een school te zijn werkt ieder in z'n eigen hoekje. Het is een gemeenschappelijke manier van denken, een manier van leven, een visie tegenover de kunst.
Ten huize Grard is het een komen en gaan. Het wordt de ontmoetingsplaats van kunstenaars als Caille, Creuz, Dasnoy, Delvaux. In deze 'school' moeten we nog Georgette Dufour en Isette Gabriels vermelden, modellen van Grard en eveneens kunstenaressen. Tijdens de jaren vijftig van de vorige eeuw lijkt Sint-Idesbald wel een stukje Provence aan de Belgische kust. Ver van steden als Brussel en Oostende en even ver van het mondaine Knokke leven de kunstenaars dicht bij de natuur en de vissers.
De vergelijking met Gauguin is gauw gemaakt. Veel van deze kunstenaars zijn afkomstig uit Franstalig België.
De allereerste bronzen van Grard werden gegoten volgens het zandprocedé. Eind jaren 1950 stapte Grard over naar de verloren wastechniek. Grote beelden als Naïade, De gedrapeerde vrouw en De zee zijn met de zandtechniek gerealiseerd. Met De grote Afrikaanse ontdekte Grard de onmiskenbare voordelen van de verloren wastechniek. Via een tussenstap wordt het origineel in was omgezet. De beeldhouwer kan daarenboven nog verbeteringen aanbrengen. Na het gieten wordt de giethuid gemakkelijker behouden. Dit zorgt voor een meer gevarieerde en natuurlijker en ruwer uitzicht van het brons. In 1957 kreeg George Grard de opdracht om voor de wereldtentoonstelling een sculptuur te maken waarin de Afrikaanse vrouw als thema aan bod zou komen. Voor Grard was de samenwerking met het model essentieel. Hij trok voor een maand naar het toenmalige Belgisch- Kongo waar Anasthasie Kosoagna voor hem poseerde. Het resultaat van deze unieke sessies betekende een scharniermoment binnen Grards oeuvre.
Massa en materie
George Grard werkte steeds naar levend model, een methodiek die hij overnam van zijn leermeester en beeldhouwer Maurice De Korte. Na lsette Gabriels komt vanaf 1954 Francine Van Mieghem in zijn leven. Daarvoor was zij gehuwd met cineast Claude Gabriels, de broer van Isette. Ook George Grard kwam uit een op de klippen gelopen huwelijk met Emilienne Desfrennes, een hoedenmaakster. Na de geboorte van zijn zoon George-Marcel gaan de twee uit elkaar. Francine wordt zijn toeverlaat en muze en het is op haar initiatief dat tien jaar na zijn dood de stichting George Grard in het leven wordt geroepen. Chantal Grard: "Mijn vader had destijds het werk van mijn moeder verdedigd toen ze de opleiding keramiek volgde in La Cambre. Voor het beeld In gewrongen houding stond zij voor hem model. De effen oppervlaktebewerking resulteerde bij een beeld als De Waternimf nog in een rustig gesloten textuur van brons. Daarentegen is het beeld van Francine meer open."
Nog over de kunst van haar vader: "Hij was iemand die soms te ver ging in de details. Vader kon goed omgaan met massa en materie maar hij bleef figuratief werken. Hij was gelukkig met wat hij maakte. De beelden waren voor hem zijn dochters, hij voelde zich daar goed bij. Interessant vind ik vooral de kleine gipsen modellen. Je ziet daarin zijn zoektocht naar een vrijere vormgeving en interpretatie."
Chantal Grard is beeldhouwster en kreeg net zoals haar moeder een opleiding in La Cambre, het instituut dat werd opgericht door Henry van de Velde. Haar werk staat volgens haar los van dat van haar vader. Op de snijlijn van abstract en figuratief wil het metaforisch gehalte van haar kunst vooral aanzetten tot reflectie. Haar kunst beoogt niet de zinnelijke onmiddellijkheid zoals we die aantreffen in de beelden van George Grard. Ze dwingen een grotere autonomie af.
Tentoonstelling
Van was tot brons. De ambachtelijke bronsgieterij vormt een belangrijk didactisch element van het museum George Grard. Voor de tiende tijdelijke zomertentoonstelling organiseert het museum een educatief parcours, waarbij 'de verloren-was-techniek' volledig geïllustreerd wordt. Nog tot 15 september 2008. Open: in augustus elke dag van 10 tot 18 uur. in september op vrijdag, zaterdag en zondag van 10 tot 18 uur. Stichting George Grard, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde - Tel. 058 29 82 19