We kunnen dit schilderij realistisch noemen, omdat het vertrouwde voorwerpen bevat die op een minutieuze en gedetailleerde wijze zijn weergegeven. Realistisch betekent hier echter niet, dat er geen ingreep van de kunstenaar is, geen eigen ordening of constructie. Die is hier juist ook heel duidelijk aanwezig.
Wat we zien is niet zomaar een willekeurige blik op een huistafel met sporen van een maaltijd. Ket heeft deze situatie zorgvuldig gearrangeerd.
De kleedjes en vellen papier heeft hij doelbewust zó neergelegd, dat ze dit boeiende patroon vormen van over elkaar schuivende vlakken. Ook de broodjes, eieren en kom heeft hij een precies afgewogen plaats gegeven. De eieren accentueren de diagonaal van rechts naar links van het bovenste vlak, de broodjes daarentegen de as van voren naar achteren die tegelijkertijd min of meer samenvalt met de centrale as van de hele voorstelling. In de kom worden deze twee bewegingen met elkaar verbonden. Deze kom geeft de voorstelling een centrum dat echter links boven het werkelijke centrum van het beeldvlak geplaatst is en daardoor een intrigerende spanning oproept. Het is een asymmetrie, die door Ket gebruikt is om de ordening een natuurlijke vanzelfsprekendheid te geven.
Even doelbewust koos Ket een hoog blikpunt, zodat we schuin van boven op deze tafel neerkijken. Het maakt dat de voorstelling weinig diepte heeft. Wat we zien is vrijwel frontaal aanwezig. Dat wordt versterkt doordat de voorstelling zo begrensd is, dat er bijna niets van een omgeving zichtbaar is.
Een minutieuze detaillering en zorgvuldige compositie waren voor Ket van essentiële betekenis, omdat hij meende daarmee aan de dingen een 'verdieptheid' te kunnen geven. Hij was zich daarbij bewust, dat het ook een gevaar met zich meebracht van dorheid of saaiheid. Iedere keer weer kostte het hem de grootste moeite dat te vermijden. Zo schreef hij: 'Dat is de grote moeilijkheid, namelijk het verdwijnen van de spontaniteit bij het vorderen, of beter de groote moeilijkheid zit daar, waar de spontaniteit verdwijnt en overgaat in verdieptheid, rusteloos leven in levende rust. Maar tusschen dit verliezen der spontaniteit en dit winnen der verdieptheid is een groot en troosteloos gebied, zoiets als het windstille gebied in de Zuidelijke helft van de Atlantische oceaan, moeilijk door te komen.' (uit: Catalogus tentoonstelling Dick Ket, Gemeentemuseum, Arnhem, p. 36).