Alle andere bouwprogramma's worden op eenzelfde zeer nauwgezette en stadsverfraaiende manier benaderd, het zij een gerechtsgebouw, een markthal, bibliotheek, museum, kerk, beursgebouw, station, kasteel of een winkelgalerij..., ja zelfs een school.
Bij wijze van voorbeeld kan het schoolcomplex te Onze-Lieve-Vrouw-Waver aangehaald worden. Het is een nog zeer gaaf en daarom uniek exemplaar van kostscholenbouw rond de eeuwwisseling. Men waant er zich nog op de eeuwwende, haast niets werd veranderd, alleen reeds uit respect voor de grandioze sfeer die er door gewone ambachtslui uit de streek werd opgebouwd. Soortgelijke complexen werden ofwel zwaar toegetakeld omdat zij zogenaamd niet meer beantwoordden aan moderne eisen, ofwel werden ze totaal afgebroken en vervangen door zielloze en ook sfeerloze nieuwbouw.
De instandhouding van dat schoolcomplex bewijst meer en meer dat een bestaand patrimonum met een minimum aan ingrepen herwaardeerd en zelfs aan de hedendaagse noden aangepast kan worden. Een uitzonderlijk sfeervol trefpunt binnen dit complex is de wintertuin-ontvangstruimte die is opgebouwd als koepelstructuurskelet, volledig ingevuld met in lood gevat gekleurd glas.
Het gekleurd glazen tongewelf steunt op een aantal gietijzeren kolommen waartussen vaste en opendraaiende deurwanden gevat werden. Er heerst een opvallende samenspraak tussen de ijzeren opbouwelementen, de versieringsmotieven in het glas-in-lood en de plantengroepen die de ruimte in afzonderlijke 'spreekkamers' indelen. Architecturaal-technische details krijgen uitermate decoratieve en 'plant-achtige' oplossingen.
Gietijzeren consoles (dit zijn vooruitspringende steundelen) zijn als bloemstuk uitgewerkt, terwijl de gietijzeren kolommen in imitatiemarmer geschilderd werden, zodat zij beter in de totaalsfeer van de wintertuin opgenomen worden. De bloemen- en plantenversiering van de tongewelfkoepel is uitgewerkt in veelkleurig glas. Het is de metaalstructuur van de wintertuin die de leidraad vormt voor de versieringsmotieven.
Planten- en bloemslingers klimmen a.h.w. in het glas langs de spanten omhoog. De uiteinden van het gewelf zijn uitgewerkt als halfroosvensters met decoratief maaswerk die, getrouw aan de oorspronkelijke oriëntatie van de wintertuin, de morgenstond en de zonsondergang voorstellen. Een opkomende zon over een bergmeer, irissen en waterplanten die dienst doen als 'repoussoir' (dit is een voorwerp dat de illusie van diepte moet wekken) op de voorgrond, een reiger met prooi in zijn snavel, stellen kinderlijk-naïef de morgen voor.
De zonsondergang wordt uitgebeeld door een rode avondzon die op het water reflecteert, op het voorplan een partij waterlelies en verder een uil die over het landschap scheert. Tussen de dragende kolommen van de 'tuin' weerspiegelen de geëtste glasramen van de deurpanelen de ruimtelijke effecten en de sfeer van het gekleurd glas dat het zonlicht in een regenboog van kleuren filtert.
De wintertuin die ongetwijfeld het meest spectaculaire onderdeel is van het gebouwencomplex toont slechts één facet van deze architectuur. Het is een subtiele en volkse interpretatie van de in de grootsteden hoogbloeiende art-nouveaubeweging. Andere ruimten hebben in overeenstemming met de bedoelingen van het normaalonderwijs een 'instructief' decor. Zo is er een 'Lafontainezaal', een spreukenzaal, een Zwitserse zaal, een Alpenzaal, een landschappenzaal, een rondgang met taferelen uit de Belgische steden en provincies. Hun kenmerken, streekgebonden producten en toeristische bezienswaardigheden worden erin voorgesteld.
In feite was die belerende sfeer voor jonge dames uit de begoede klasse niets anders dan een eenvoudiger voorstelling van wat hun ouders in de rijke herenhuizen hadden bijeengebracht. Herenhuizen waren verzameloorden van historische en culturele kennis die uitgestald werd in de aankleding en de decoratie van de verschillende kamers. Een mooi herenhuis bezat minstens een Moorse veranda, een Venetiaans salon, een renaissance kamer, een Russisch-byzantijnse zithoek, een Vlaams-renaissancistische eetkamer, een rococo of een Japans salon, soms zelfs een Egyptische zithoek... Alles wat ook maar enigszins kenmerkend kon zijn voor elk der verschillende sferen werd er bijeengebracht. Kastelen die in het laatste kwart van de 19e eeuw werden gebouwd, hadden een voorkomen alsof zij eeuwen lang de geschiedenis hadden getrotseerd, tot en met de anekdotische effecten die hierbij tenvolle werden uitgebuit. In de interieurs ontwikkelden de ontwerpers soms een beeld van de hele evolutie van een historische stijl.