Erlend Van Landeghem is een denker en een doener. Hij houdt van het experiment en van werken met materialen, hij is kritisch en hij leest. Het jongste jaar heeft hij vooral de handen uit de mouwen gestoken om in Ronse mee zijn huis te bouwen en vorm te geven. Het is een woning vol licht en ruimte midden een grote tuin.
Erlend Van Landeghem - Van experiment naar expressie
Materiaal brengt inspiratie
Erlend Van Landeghem (°1965) liet zich voor de bouw van zijn huis inspireren door de Amerikaanse architect Pierre Koenig (1925-2004), die vooral naam maakte met zijn stalen basisconstructies. Het atelier, in open lucht, waar hij aan zijn sculpturen werkt moet nog een overkapping krijgen, en ook het tekenatelier is in wording.
We praten in de living omringd door design van Jean Prouvé, Norman Foster, Charles en Ray Eames. “Ik hou ontzettend van Prouvé,” zegt Van Landeghem, “het was een architect die ernaar streefde om eigenlijk goedkope, betaalbare dingen te maken. Hij benutte ook nieuwe materialen die minder gebruikelijk waren, dat ligt in de lijn van hoe ik werk en met materialen omga. Ik wil niet met klei of met brons werken, ik gebruik andere materialen zoals siliconen, of plastic, iets wat niemand mij voorgedaan heeft. Ik wil daarmee experimenteren, net zoals Eames deed met multiplex bijvoorbeeld. Hij was een van de eersten die multiplex ging verbuigen om er stoeltjes voor zweefvliegtuigen mee te maken.”
Het experiment met materialen vormt een rode draad doorheen zijn oeuvre. Het materiaal brengt inspiratie, maar uiteraard vragen sommige ideeën het juiste materiaal. In de publicatie, die in 2017 verscheen, deelt hij zijn werk in volgens de materie waaruit het gemaakt is. Het valt op dat het werk organisch evolueert, samen met dat materiaalgebruik. Daar waar hij, na zijn afstuderen in de schilderkunst aan de Gentse academie, vooral experimenteerde met glas, kwam hij nadien tot zeer fantasierijke sculpturen. Na een stille periode volgden de creaties in plastic, silicone en polyester tot stand. Siliconen zijn toch wel erg ongewoon binnen de wereld van de beeldhouwkunst. Siliconen verlenen soepelheid aan het werk, maken het flexibel en nodigen uit tot aanraken en voelen. Er ontstaat een vorm van sensualiteit.
Het werk Camil(le) vindt zijn oorsprong bij een vriend in Londen, die heeft beslist om als vrouw verder door het leven te gaan. Het is als een witte, uitwaaierende japon, het kan een bruidsjurk zijn, een sluier met sleep, die verwijst naar kant maar evenzeer naar maagdelijkheid. Het bovenste deel van de jurk is stevig ingesnoerd en kan net zo goed een keurslijf zijn. Op het geheel zijn talloze penissen ‘geborduurd’.
Een hele reeks werkjes is voortgevloeid uit het lezen van Baudolino, een schelmenroman van Umberto Eco die ons terugbrengt naar de twaalfde eeuw. De grote variatie aan vormen doen denken aan de onderzeese flora en fauna, wat zeker in de hand wordt gewerkt door het enigszins transparante, weke en kwalachtige karakter van de gebruikte silicone. De kunstenaar vond hiervoor zijn inspiratie bij de wijzen die in het boek voorkomen.
De voorbije zomer was van hem nog Communication? te zien op het kunstenfestival in Watou. Het is een werk dat hij in 2000 heeft gemaakt uit plaaster en silicone. Als twee gepantserde figuren, die met een been naar elkaar reiken, staan ze daar, bang en in wezen onbeschermd – het pantser is immers illusoir – te verlangen naar contact. Een treffend beeld.
De categorie ‘polyester’ zorgt voor de meer spectaculaire sculpturen. Dat materiaal laat immers zaken toe die anders niet kunnen, het schept mogelijkheden en het zorgt ervoor dat de kunstenaar sneller kan werken. Het gebruik van piepschuim als kern van de beelden geeft een grotere hanteerbaarheid omwille van het geringe gewicht.
De werelden van Bosch en Bruegel
Van Landeghem refereert in zijn werk veelvuldig naar de kunstgeschiedenis. Schip der dwazen verwijst heel duidelijk naar Het Narrenschip van Hiëronymus Bosch. In Pijn kunnen we probleemloos Sint-Sebastiaan als inspiratiebron herkennen, zij het dat de kunstenaar hier heel bewust een meer hedendaagse figuur heeft neergezet en meteen de link legt naar wat vandaag gebeurt: mensen die vervolgd, gemarteld en gedood worden omwille van hun overtuiging. Het werk dateert van 2010 en is eerder realistisch uitgewerkt. Stilaan zal de vormgeving meer abstraheren in de jaren die volgen. Belangrijk om op te merken is hoe de sokkel integraal deel uitmaakt van het werk, het is mede een beeldend element.
Anatomy of anonimity (2011) is niet echt op de kunstgeschiedenis gestoeld maar op het carnaval, alhoewel de werelden van Bosch, Bruegel en Goya altijd wel in de nabijheid zijn. Zo is The paradox of knowledge te linken aan De parabel der blinden van Bruegel. We kunnen vaststellen dat de kunstenaar al heel wat abstracter is geworden in zijn vormgeving. De dramatiek blijft evenwel behouden.
Overstroming en vergankelijkheid
In zijn installaties laat Van Landeghem zich niet beperken door disciplines. Hij mengt sculptuur en tekening of schilderij tot betekenisvolle gehelen waarbij de elementen mekaar versterken of in dialoog treden. In zijn installatie in Loods 12 te Wetteren in 2014, riep hij een beeld op van negen overblijvende personen na een zondvloed. Hij maakte hiervoor de grafiettekening Troubled water op een zwart beschilderde muur, combineerde die met de negen ingelijste portretten van de overlevenden op de aanpalende muur, waarop hij een boomstructuur had getekend. Dialogerend in de ruimte plaatste hij een grote maquette van een beeld van de overlevenden: The feaster. De installatie functioneerde bijzonder goed.
Die grafiettekening is blijkbaar de aanzet geweest tot het maken van een reeks zeer geslaagde afzonderlijke tekeningen op groot formaat, die het effect van de rimpelingen in een wateroppervlak als inspiratiebron hebben. Ze oefenen een intrigerende aantrekkingskracht uit op de toeschouwer, ze hebben de schoonheid en de rust van een zen-tuin.
Het thema van de overstroming houdt Van Landeghem nog altijd bezig. Aanleiding was het zien van een schilderij van een onbekende Afro-Amerikaanse kunstenaar. Negen mensen op een dak in overstroomd gebied. Hij neemt die gedachte en gaat daarop verder werken, legt verbanden, ziet ook de actualiteit van het gegeven. Hij maakt schilderijen en tekeningen van mensen en dingen die in hun bestaan worden bedreigd. Daar waar de schilderkunst destijds een middel was om mensen en dingen een eeuwigheidsstatus te geven, legt hij er zich op toe om de vergankelijkheid naar voor te brengen. Scheuren, oxidatie, corrosie, perforatie, inktvraat en verzuring: het is allemaal in zijn werken te vinden.
Heel wat portretten zijn geïnspireerd op de geëmailleerde fotoplaatjes die we kennen van de grafstenen. Hij woonde tot voor kort in de buurt van het Gentse Campo Santo en heeft daar zijn voorbeelden gehaald, er foto’s van genomen, die nagetekend en bewerkt. Het is een eerbewijs aan de plek waar hij geboren en getogen is. Het gaat bij deze kunstenaar nooit om de pure esthetiek. Schoonheid kan een gevaar verhullen. De schoonheid van het water, van de zee ontneemt daarom niet de soms verwoestende kracht ervan.
Overlevenden
De sculpturen van Erlend Van Landeghem mogen dan getuigen van een boeiende vormgeving en een zekere formele schoonheid, zij stemmen ons niet bepaald optimistisch over die wereld die ons omringt. Ze spiegelen ons de wereld voor zoals hij is en was en wellicht zal zijn, ze doen ons vragen stellen en nadenken over die korte tijd dat we hier zijn en hoe wij die tijd willen ingevuld zien. Dat op zich is al een verdienste voor een kunstenaar.
Door zijn kennis van kunstgeschiedenis en zijn bekendheid met literatuur wordt deze man onophoudelijk geïnspireerd en kan hij boeiende en soms verhelderende verbanden leggen tussen het verleden en de actualiteit, zonder daarom in anekdotiek te vervallen. Net zoals Auguste Rodin in zijn Burgers van Calais de historische anekdote als uitgangspunt nam om een werk te maken dat vele mijlen ver die anekdotiek overstijgt en getuigt van heldenmoed, van plichtsbewustzijn, van overgave, van macht en onmacht, van diep menselijk drama, net zo gaat Van Landeghem te werk en laat ons zien dat we allemaal blinden zijn of dwazen of overlevenden.
Voor een tentoonstelling in het Centre d’Art Sacré in de crypte van de kathedraal in Rijsel maakte hij het beeld El Barco. Het is een reflectie op de bootvluchtelingen, maar je zou er evengoed de wonderbare visvangst uit de evangeliën kunnen in zien. Misschien is het wel allebei en houdt het ene verband met het andere.
Wanneer worden we getroffen door een film, een theaterstuk, een boek, een beeld? Toch wanneer we op een of andere manier ons met het gegeven of de personen kunnen identificeren als slachtoffer of als held, als overwinnaar of als overwonnene. Zo weet de kunstenaar ons empathisch vermogen aan te scherpen en gevoelens, emoties op te wekken. Die gevoelens mogen positief of negatief zijn, als ze er maar zijn. Daarom zijn kunstenaars ten alle tijde belangrijk, ze kunnen de onverschilligheid doorbreken. Dat is nu precies wat deze kunstenaar doet.
Pulbicatie
Erlend Van Landeghem (ISBN 978 90 821 4891 6)