In vroeger tijden werd veel borduurwerk vervaardigd en de borduurkunst nam toen een belangrijke plaats in onder de verschillende kunsttakken.
Talrijke voorwerpen, bestemd voor de luister van de goddelijke diensten, waren rijk geborduurd met goud- en zilverdraad. De paramenten (liturgische kerkgewaden) van het Gulden Vlies, thans te Wenen, getuigen van de hoge bloei die de borduurkunst tijdens de vijftiende eeuw in de Nederlanden had bereikt. Ook de koormantel van Lieven Hughenois behoort tot de mooiste stukken die in onze streken werden vervaardigd. Op veertien april 1517 werd Lieven Hughenois verkozen tot abt van de St.-Baafsabdij en op tien januari van het volgend jaar werd hij plechtig geïnstalleerd. Hij overleed in 1535. Zijn wapenschild komt voor onderaan op het schild van de koormantel. Dat prachtwerk, ongetwijfeld tussen 1517-1518 en 1535 vervaardigd, werd omstreeks 1540 naar de kathedraal overgebracht. Daar werd het met de grootste zorg omringd. Bij het uitbreken van de beeldenstorm werd het samen met andere kostbaarheden in veiligheid gebracht in de Rijnstreek. Eenmaal terug in de kerk werd het als nummer één uitvoerig beschreven in de inventaris van 1592. Het is alleen te danken aan die zorg en waardering, dat het weinig gehavend tot ons is gekomen