Op haar 25ste begon Dr. Eliane De Wilde (°1938-2011) als 'tijdelijk medewerker' bij de KMSKB; ze was doctor in de Archeologie van het Midden-Oosten (U Gent). Na haar benoeming bij de federale wetenschappelijke instelling legde ze zich hoofdzakelijk toe op het wetenschappelijk en curatorieel werk rond oude tekeningen. Als hoofdconservator ging haar aandacht naar het verwerven van historische kwaliteitswerken. In bijna een kwarteeuw sleepte ze 1.179 werken binnen, inclusief het legaat-Goldschmidt. Wat de collectie interessant aanvulde, waren haar aankopen van Vercruysse, Rombauts, Mees en Ann Veronica Janssens, naast Panamarenko en Broodthaers, en - voor mondialere interesse - een Pieter Brueghel de Jonge, in 1999 gekocht voor dik 3 miljoen euro. Af en toe baarde De Wilde opzien omdat ze de KMSKB uit hun stoffige jasje wou. Daarbij hoorde een nieuwe sculpturenzaal, met ingang langs de beeldentuin. Of de legendarische Delvaux-, Magritte- en Ensor-tentoonstellingen, waarna de kater volgde: er kwam geen vervolg, de overheidsportemonnee was leeg. De Wilde ging in 2003 met pensioen als hoofdconservator (vanaf 1989) van het (toen) vierdelige museum dat het Museum voor Oude Kunst, dat voor Moderne Kunst, het Meunier- en Wiertzmuseum omvatte. Ze bleef nog enkele jaren extern actief, onder meer als juryvoorzitter van de Museumprijs. Foto © inmemoriam.be/nl/2011-08-20/eliane-de-wilde/