Naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van ABB-verzekering wordt in de ABB-galerij een tentoonstelling gebracht met werk van 7 Avant-Gardisten, vertegenwoordigers van de abstrakte strekking van de jaren twintig: Felix de Boeck, Prosper De Troyer, Marthe Donas, Karel Maes, Jozef Peeters, Pierre-Louis Flouquet en Victor Servranckx.
Zeven avant-gardisten uit de jaren twintig
Hoewel enkele markante figuren als Jos Vantongerloo en Paul Joostens om uiteenlopende redenen ontbreken, is de selectie representatief voor genoemde periode. 1922, het referentie-jaartal, was voor de abstrakte schilders die de voorhoede vormden een scharnierjaar voor een beweging die vanaf 1920 met het Eerste Congres van de Moderne Kunst in Antwerpen voorgoed op gang kwam.
Nog in de loop van dat jaar werd ook het tijdschrift "Ca Ira" gesticht door een groep jongeren geleid door Maurice Van Essche.
Het jaar daarna, in 1921, verscheen op initiatief van Michel Seuphor ( Fernant Berckelaers) het eerste nummer van "Het overzicht", waardoor de abstrakte kunst legitimiteit verwierf.
In 1922 werd door vijf jonge kunstenaars het tijdschrift "7 Arts" gesticht: de architect Victor Bourgeois, zijn broer de dichter Pierre Bourgeois, musicus Georges Monier en de schilders Pierre-Louis Flouquet en Karel Maes.
In de selectie die in de ABB-galerij wordt gebracht treffen wij de kunstenaars die in het kader van het Tweede Congres van de Moderne Kunst in Antwerpen en later het Derde Congres in Brugge en genoemde tijdschriften een vooraanstaande rol speelden.
Vandaag is vrijwel iedereen het eens dat de generatie abstrakte schilders uit de jaren twintig ondergewaardeerd werd. Niet zonder reden stopten sommigen onder hen, ontmoedigd of verbitterd, jarenlang. Anderen keerden de beweging de rug toe of zochten een uitweg in het meer populaire expressionisme.
Voor Emile Langui (De abstrakte kunst in Vlaanderen, 1963, Uitgeverij Arcade), was voornamelijk de belangstelling voor de expressionistische Avant-Garde-strekking uit dezelfde tijdspanne, met vooraan de Latemse Schilders, voor de abstrakten een onoverkomelijke handicap. Pas na 1945, aldus Langui, werd duidelijk wat deze "geslachtofferde generatie" werkelijk betekende.
De tentoonstelling in deABB-galerij heeft geenszins de pretentie een volledig beeld van de abstrakte kunst van de jaren twintig te geven. Eerder refereert zij aan een tijdsbeeld en aan een nieuwe dynamiek die toen met veel creativiteit en overtuiging gestalte gegeven werd. Het opzet om kunst te brengen voorbij de grens van de tastbare werkelijkheid.
Praktisch
ABB-Galerij, Leuven tot 15 maart 1997