Dat er geen winters meer zijn, wordt meermaals verzucht in Vlaanderen. Vervolgens begint men jeugdherinneringen op te halen aan heldhaftige sneeuwballengevechten en witte Kerstmissen. Door de klimaatopwarming glijden de winters inderdaad zachtjes voorbij, zonder bittere koude en krakende sneeuw. Vroeger was alles beter, zelfs de hagelwitte sneeuw. Deze nostalgische sentimenten verklaren meteen het succes van kerstmarkten en stemmige sneeuwlandschapsplaatjes. Ons beeld van een zalige winter is deels gevormd door het wereldberoemde schilderij Jagers in de sneeuw (1565) van Pieter Bruegel. Via reproducties en bewerkingen van Vlaamse schilders en illustrators belandt deze ‘Boerenbruegel’ in onze gezellig verwarmde huiskamers en wakkert het nostalgische vuur flink aan.
Vijfhonderd jaar geleden is een winter wel wat anders. Fotogeniek in het atelier van Bruegel, maar kou en ellende voor vele anderen. Slechts een klein gedeelte van de inwoners van het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant halen hun hartje op in het witte jaargetijde. Edellieden trekken te paard op jacht en keren met een smakelijk everzwijn huiswaarts. Gewone landlieden sprokkelen hout, slachten het varken, knotten de wilgen, en kijken uit naar de prille lente.