Het hoort tot de vaste routine. Op tentoonstellingen van het PMMK kijkt je best achter alle hoeken en kanten om zeker geen kunstwerk te missen. Het levert je vast en zeker enkele mooie verrassingen op en het geruststellende besef waar voor je geld gekregen te hebben. Met de retrospectieve Frits Van den Berg he is het zeker niet anders. Want de zoeker wordt rijkelijk beloond.
Er zijn namelijk een aantal geldige redenen op te noemen om enkele goed gevulde uren in confrontatie met de rode rakker onder de Leieschilders te spenderen. Dat hij zestig jaar geleden overleed, beschouw ik enkel als een toevallige aanleiding. Van groter belang is de vaststelling dat het al zestien jaar geleden is dat er nog een belangrijke retrospectieve van zijn werk getoond werd. En wordt zijn naam doorgaans in één adem met die van Permeke en De Smet uitgesproken, dan is hij de enige die nog niet uitgebreid aan bod kwam in het PMMK.
Redenen genoeg dus. Toch is het de inhoudelijke aanpak die deze tentoonstelling tot een evenement maakt. Binnen de chronologische indeling van het oeuvre in enkele grote periodes waarover iedereen het ondertussen eens is, hebben de samenstellers het werk voortdurend gerelateerd tot dat van tijdgenoten. Niet enkel zien we zo beter wat de kunstenaars op een bepaald tijdstip bijzonder bezighield, zowel technisch als inhoudelijk, maar het helpt ons beter de betekenis van Van den Berghe in het globale kunstgebeuren van zijn tijd in te schatten. Van den Berghe doorstaat met glans deze test. In zijn jeugdwerken zien wij op welke bakens hij zijn nog aarzelende koers richt.
De vriendschap met Permeke en De Smet was een hoogtepunt: de stilistische beïnvloeding is hier ondergeschikt aan de ware synergie die voor de drie kunstenaars de mooiste resultaten heeft opgeleverd. De Nederlandse ballingschap bracht ook interessante contacten teweeg. De horizon werd wijder, na de ontmoeting met kubisten, Duitse expressionisten en Nederlandse jongeren. Zo kan een portret evengoed verwijzen naar de Brückeschilders als naar Kees Van Dongen.
Het indrukwekkende werk De Obsessie, geschilderd naar aanleiding van de dood van Gust De Smets zoon, en waarvan hier drie versies tentoongesteld zijn, herinnert qua aanpak van het thema aan Edvard Munch.
Elders denken we even aan George Grosz of Heinrich Campendonck, maar nooit in termen van pastiches of ontleningen in de stijl van Floris ("dat kan ik oek") Jespers. Bij Van den Berghe stofferen ze zijn rijke beeldentaal, ten voordele van de boodschap die hij brengen wil.