Een portret van Lieve Watteeuw, winnares van de prijs Cultureel Erfgoed 2004.
Sinds Lieve Watteeuw begin dit jaar werd bekroond met de Prijs Cultureel Erfgoed 2004, weten weer wat meer mensen wat ze moeten verstaan onder het woord 'boekenchirurg'. Watteeuw is conservator-restaurator papier en perkament. Het juryverslag vermeldde hoe ze internationaal aanzien geniet als een van de pioniers op het vlak van wetenschappelijk verantwoord conserveren en restaureren van het perkamenten en papieren kunstpatrimonium.
Watteeuw zorgde voor de conservering van verschillende vermaarde handschriften: zo bijvoorbeeld het fameuze Van Hulthemhandschrift dat in de Koninklijke Bibliotheek wordt bewaard. Dat is een codex waarin een kopiïst een tweehonderdtal beroemde teksten uit onze taal verzamelde, waaronder de vermaarde toneelstukken, de Abele Spelen en de kluchten die er op volgen, Sotternieën. Of de Chroniques de Hainaut, een handschrift uit de Librije van de Hertogen van Bourgondië dat werd verlucht door niemand minder dan Rogier Van der Weyden; de Heures de Notre Dame, Henessy getijdenboek, verlucht door Simon Bening en de Heures de Bruxelles de Duc de Berry, geïllustreerd door Jacqmart de Hesdin. En ga zo maar door.
Ze doet dat conservatiewerk vol overgave en praat vol liefde over het minutieuze handwerk en het haast sensuele contact met de oude materialen. "Op het ogenblik dat ik de vraag krijg of ik dit of dat beroemde werk wil behandelen, moet ik altijd wennen. Maar een keer ik bezig ben, mag ik me geen vragen meer stellen. Mensen uit mijn omgeving zeggen me soms wel eens dat ze het boek niet eens zouden durven openslaan. Als je zo enkele maanden bezig bent geweest, dan ken je elk vlekje en kreukje uit het werk. Je kent het van binnen en van buiten. Het doet me ook altijd veel plezier wanneer ik na verloop van tijd een handschrift dat ik heb geconserveerd, weer ter hand kan nemen. Of wanneer het plots tentoongesteld wordt, misschien aan de andere kant van de wereld, waar het dan als een icoon op een kussentje ligt, en het bijna een sacrale uitstraling heeft."
Ze vindt het ook belangrijk dat het grotere publiek die handschriften kan bewonderen, bijvoorbeeld op een van de zeldzame tentoonstellingen van middeleeuwse handschriften. "Het verleden is een stuk van onze identiteit, van wie we nu zijn. Ik vind het goed dat de werken worden gedigitaliseerd, zodat ze voor een groter publiek bereikbaar zijn. Maar het mag niet alleen dat zijn: de esthetische verwondering die je kan voelen wanneer je met zo'n origineel wordt geconfronteerd, is iets dat naar je ziel en naar je hart gaat."