Ja, ik vind engagement belangrijk,' zegt Robert Nouwen, conservator van het nieuwe Gallo-Romeinse Museum van Tongeren. En: 'Nee, ik stap niet in de partijpolitiek. Ik wil aanvaardbaar voor iedereen zijn.'
Robert Nouwen. Archeologie als menswetenschap
Nouwen zegt ook gedreven te zijn in al wat hij doet. Maar hij stelt grenzen: 'Ik functioneer niet echt in conflictmodellen, al ga ik het conflict daarom niet uit de weg.' Robert Nouwen, de halve -en weldra misschien hele?- marathonloper onder de museumdirecteuren.
Robert Nouwen is vijfendertig, studeerde Oude Kunstgeschiedenis, verdiepte zich in de archeologie en doctoreerde in Leuven. Hij stond in het onderwijs ('Wil ik liever nooit meer naar terug') en werd daar weggelokt om 'iets met het Gallo-Romeins Museum van Tongeren te doen.' Achter hem liggen zeven jaren van hard werken. Zeven vette jaren: 'Ik had er geen dag willen van missen. iedereen ging heel diep, tastte in zijn/haar reserves, brak zich het hoofd over alles en nog wat. Ik denk: het is de ervaring van mijn leven geweest.' Wanneer de spanning bijna breekbaar werd viel Robert Nouwen op Robert Nouwen terug. Op zijn gezin ook. Op muziek. En op lopen.
'Problemen kan je niet ontlopen. Je kan er ook niet van weglopen. Je kan ze wel eens van je aflopen. Daarna sta je er frisser tegenover. Lopen zet je op nieuwe sporen. Haalt je uit je vertrouwde omgeving van collega's, muren, bureau, werk.' Nouwen prefereert het bos, met de stilte als achtergrond: 'Zo blijf ik toch geconcentreerd op deze wereld.'
Zo wordt het bos alweer een soort werkterrein. Of beter: een voedingsbodem. Zonder functioneert Nouwen niet 'Een conservator verdrinkt nogal eens in administratie en rompslomp. Hij is soms echt het manusje-van-alles. En dat kan hem vervreemden van zijn existentie: het wetenschappelijk bezig zijn. Vandaar dat ik me ook in heemkundige kringen begeef. Dat ik journalistieke dingen doe. En dat ik echt studeer. Studeren is geestelijke ontspanning voor mij. Heeft niets te maken met werken. Heeft eerder te maken met leven en zorgen dat je niet afsterft van het werkveld waarop je kan bloeien.' Plots, van toon en ritme verspringend: 'Sport en studie is een bijzondere combinatie. Ze vormen de sleutel tot harmonie.'
Of hij naar Torhout-Werchter ging? 'Nee. Mochten Lou Reed, Neil Young, Paulo Conte of Madredeus op de affiche staan, dan wel.' Open-Tropen? 'Ik ben niet echt beslagen in al die exotische muziekjes. Al vind ik Salsa leuk. Salsa swingt.' Na enige stilte: 'Mahler is wel heel mooi. Daar zijn geen woorden voor. Jessy Normans interpretatie van zijn liedercycli ... En Richard Strauss. Die Vier Letzte Lieder! Vooral: Beim Schlafengehen!'
In een museum voor moderne kunst zou Robert Nouwen niet bepaald aarden ('Want ik ben niet vertrouwd met het werkveld'). Waar hij mee bezig is, dat wil hij doorgronden: 'Ik bijt me in iets vast en wil daar meteen zoveel mogelijk over weten en van kennen. Een conservator heeft ten slotte een inhoudelijke opdracht te vervullen. Een conservator is in de eerste plaats een wetenschapper.'
De verzamelde collectie Gallo-Romeinse vindingen vindt hij overigens niet onmiddellijk verzameling van kunst: 'Ik zie ze eerder als materiële overblijfselen van een cultuur. Als voorwerpen die iets vertellen over de mens van toen. Het zijn illustraties. En daarom zeer boeiend. Ik maak weinig onderscheid in de mens van nu en de mens van toen. Wil je de mensheid begrijpen dan moet je je in het mensdom inwerken. Dat kon ik via mijn studies. Dat heb ik hier ook de laatste jaren kunnen doen. Ik kwam met iedereen in contact. Met zowel grondwerkers als met wetenschappers, met poetsvrouwen als met hoogwaardigheidsbekleders, met theoretici als met uitvoerders. Samen zochten we naar oplossingen, samen ploegden we ons naar een resultaat toe en door intensief samen te werken leerden we elkaar ook kennen.
Soms stonden we voor conflicten, maar samen losten we die op. Ik ga het conflict niet uit de weg. Conflicten kunnen vruchtbaar zijn. Al verwerp ik het conflictmodel als zaligmakend. Het zijn de mensen die het moeten doen.' Zal dit sociale engagement tot een politiek engagement leiden? 'Heel zeker niet. Wie mij kent. kent mijn politieke opvattingen. Door me actief in de partijpolitiek te storten zou ik onnodige conflicten uitlokken. En dat hoeft niet. Bovendien: ik hoop geen cynicus te worden.'