In 1904 ontmoet hij de vrouw van zijn leven. Ze is zestien en haar bijnaam is Nel. Al gauw wordt ze zijn muze en zal hem zijn hele verdere leven inspireren.
Rik Wouters
Hendrik Emiel Wouters, bijgenaamd Rik Wouters, wordt in 1882 in Mechelen geboren. Als hij twaalf is begint zijn artistieke vorming in de meubelmakerij van zijn vader waar hij wordt ingewijd in de schrijnwerkerij en decoratieve motieven voor meubelen leert maken. Na drie jaar opleiding blijkt dat Rik artistiek begaafd is en vooral talent heeft voor beeldhouwen. Hij beseft dat om dit talent te ontplooien een academische vorming nodig is en schrijft zich in 1897 in aan de academie voor Schone Kunsten van Mechelen. In 1902 wordt hij opgeroepen voor zijn leger dienst en wordt opgenomen in de Universitaire Compagnie, waarvan de militairen het privilege hebben om hun studies verder te zetten. Dit laat hem toe om avondlessen te blijven volgen aan de academie. In 1904 ontmoet hij de vrouw van zijn leven. Ze is zestien en haar bijnaam is Nel. Al gauw wordt ze zijn muze en zal hem zijn hele verdere leven inspireren.
Rik en Nel wonen in Bosvoorde in een huisje aan de rand van het Zoniënwoud. Het is een lieflijke plek, maar de armoede is groot. De enige inkomsten komen van zeldzame verkopen en van de staatstoelage die Rik niet zonder moeite heeft verkregen. De oorlog breekt uit. Wouters wordt op 31 juli 1914 gemobiliseerd en naar het front in de streek van Luik gestuurd. Hij wordt in Lier opgenomen in het (militair) ziekenhuis en zijn regiment wordt vervolgens overgeplaatst naar Haasdonk, waar hij meer dan zes weken blijft. Nel zoekt haar toevlucht in Antwerpen bij Ary Delen, een vurig verdediger van Wouters' werk, en vlucht daarna met de vrouw en de dochters van haar beschermheer naar Nederland (dat in het conflict neutraal is gebleven).
Een deel van het Belgische leger wijkt voor de Duitsers en trekt zich terug over de Nederlandse grens. Daar worden de Belgische soldaten krijgsgevangen genomen en midden oktober wordt Wouters in het kamp van Amersfoort geïnterneerd. Hoewel hij opnieuw werkt gaat zijn gezondheid er snel op achteruit.
De geregelde bezoeken aan het ziekenhuis van Utrecht en de steeds heviger wordende pijn, weerhouden hem niet van zijn enthousiasme en ongeduld om de stad die hem bevalt te schilderen. In oktober 1915 verergert zijn kwaal en de kunstenaar lijdt aan de pijnlijke gevolgen van een operatie. Daarbij werd een groot stuk van zijn kaak weggenomen en werd hij aan een oog blind. Hij moet een ooglap dragen en kan niet normaal eten of praten. Zijn laatste werken, geschilderd in sombere kleuren, getuigen van zijn wanhoop. Hij moet een derde operatie ondergaan. De laatste maanden van zijn leven zijn nog slechts gevuld met pijn en verscheurdheid. Hij sterft in juli 1916. Voor Nel, die hem de hele tijd heeft bijgestaan, begint een nieuw leven, dat volledig gewijd zal zijn aan de strijd voor erkenning van het werk van haar man.
Praktische informatie
PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN Van 23 februari tot 26 mei 2002