'Het kunstwerk, het beeld, is een abstractie. En indien de natuurvormen als uitgangspunt dienen, is het om deze te herscheppen tot beeldvormen' (O. Jespers).
'Le sculpteur est un ordonnateur. Il ordonne les formes et leur conserve le parfum enivrant de la forêt' (De beeldhouwer ordent vormen en houdt er de bedwelmende geuren van het woud in vast) (O. Zadkine).
Beiden behoren tot dezelfde generatie en hebben uit de vernieuwing van het kubisme een frisse inspiratie geput.
Beiden zijn, dankzij hun sterk persoonlijk temperament, tot een markante individuele ontplooiing gekomen.
De liggende figuur van Oscar Jespers, gehouwen uit hard graniet -voor de vuist gekapt, zoals hij het zelf kernachtig uitdrukte - is gesloten. De massa is gebonden en streng binnen haar grenzen gehouden.
Het expressieve wordt niet pathetisch of breedsprakerig: de rauwe kreet wordt onderdrukt, zoals ook het veelbetekenend handgebaar van de vrouw haar smart bedwingt. De geboorte van Jespers' eerste kind zal de aanleiding geweest zijn om dit beeldhouwwerk te creëren. Niet mooi, noch voornaam, noch harmonieus wou hij zijn, maar in een bewust primitivisme wou hij de vormen streng samengebald houden.
De verhevigde expressie gaat samen met een synthetische vormgeving die het wezenlijke tracht uit te drukken en is aangepast aan het rythme van de steenmassa. En toch is deze steenmassa niet hoekig, niet agressief: over de gespannen rondingen kan het licht zacht verglijden...