Sinds 1999 komen de belforten van Vlaanderen in groep voor op de lijst met 754 uitzonderlijke werelderfgoedsites in 129 landen die beschermd worden door de Werelderfgoedconventie van 1972. Als motivatie stelde de UNESCO dat onze belforten "uitzonderlijke voorbeelden zijn van stedelijke architectuur, aangepast aan de politieke en spirituele noden van hun tijd."
OKV2004.2 Uit de boeken
Vlaamse belforten. Werelderfgoed
In Vlaamse belforten. Werelderfgoed brengt Michiel Heirman, verbonden aan de afdeling Monumenten en Landschappen, het boeiende verhaal van deze typisch Vlaamse bouwwerken. Ook al dateert de oudste vrijstaande klokkentoren uit de tiende eeuw en staat hij in het Italiaanse Ravenna, deze campanile is geen belfort. Het belfort is immers een symbool van de middeleeuwse 'gemeente', een stedelijke gemeenschap met grote autonomie tegenover de feodale heer. In de elfde-eeuwse Vlaamse steden groeide het zelfbewustzijn evenredig met de handelsopbrengsten.
Met dat geld slaagden de stedelingen erin geschreven voorrechten af te dwingen. Waar deze onschatbare charters bewaren? En de stadsklok? In uitdagende belforten vond de gemeentelijke identiteit haar bevestiging. Ze zijn de 'gestrekte vinger' van het middeleeuwse stedelijke gezag. Met de Bourgondiërs kwam een toenemend centralisme in bestuur, financiën en rechtspraak. De groei van de gemeentelijke zelfstandigheid was ten einde, zeker toen de Habsburgers het hier voor het zeggen hadden. Denk maar aan keizer Karel die de Gentse stadsklok Klokke Roeland verbeurd liet verklaren ... Al deze belangrijke ontwikkelingen komen in het boek tot leven in honderden gravures, houtsneden, prenten en miniaturen. Interessant zijn de niet gerealiseerde bouwplannen die aantonen hoe groot en imposant sommige steden het wel zagen.
Vlaamse belforten laat ontdekken dat vooral in het hertogdom Brabant bestaande kerktorens als belfort werden gebruikt, zoals in Leuven, Tienen en Zoutleew. Dergelijke kerk belforten komen veel minder voor in het graafschap Vlaanderen. Gent en Brugge bezitten profane belforten. Michiel Heirman zoekt een verklaring in het feit dat de Brabantse gemeenten op vrij goede voet stonden met hun hertog, terwijl de verhoudingen in Vlaanderen dikwijls erg gespannen waren. De Vlaamse gemeenten hadden een sterke behoefte zich af te zetten tegen hun heer. Kon dat beter dan door de bouw van een trotse gemeentetoren?
Eén voor één komen de belforten aan bod: Herentals, Lier, Mechelen, Sint-Truiden, Aalst, Dendermonde, Eeklo, Gent, Oudenaarde, Brugge, Diksmuide, leper, Kortrijk, Lo-Reninge, Menen, Nieuwpoort, Roeselare, Tielt en Veurne. En er is aandacht voor de kerkbelforten van Antwerpen en Mechelen (de torens van hun kathedraal), Leuven (Sint-Pieterskerk), Tienen (Sint Germanuskerk), Tongeren (toren van de basiliek) en Zoutleeuw (Sint-Leonarduskerk). Maar het boek beperkt zich niet tot deze 25. Het kijkt ook buiten Vlaanderen naar de Waalse belforten, die van de Hanzesteden en van Duitstalig Europa. Zelfs de belforten van de Nieuwe Wereld (bijvoorbeeld Ottawa) komen ter sprake.
Vlaamse belforten. Werelderfgoed is geïllustreerd met talrijke nieuwe foto's van Jan en Wim Decreton. Vanuit alle hoeken leggen ze de torens in hun stedelijke omgeving vast. Daarbij hebben de fotografen oog voor merkwaardige details en de inbreng van architecten, metselaars, steenhouwers en timmerlieden.
Wie na het lezen van en kijken in dit schitterende boek onze belforten ter plekke wil (her)ontdekken, kan gebruik maken van de handige gids Langs Vlaamse belforten en stadhuizen, eveneens samengesteld door Michiel Heirman.
Michiel Heirman
Vlaamse belforten. Werelderfgoed
Gebonden met stofwikkel, 246 bladzijden ISBN 90 5826 223 5, Prijs:€ 62,50
Langs Vlaamse belforten en stadhuizen
Prijs:€ 13,50
Beide werken zijn uitgegeven bij Davidsfonds/Leuven
Vlaamse kunstenaars op de Nederlandse kaart
Hoe een generatie jonge Vlaamse beeldend kunstenaars in kaart brengen en bekend maken aan Nederlandse journalisten, kunstcritici, musea, galeriehouders? Als antwoord op deze vraag publiceerde de Brakke Grond, het Vlaams Cultuurhuis in Amsterdam, het boek Oorsprong. Het presenteert een vijftigtal kunstenaars. Het boek opent met een uitspraak van Doroshenko, artistiek directeur van het SMAK, die aangeeft dat ons land mee aan de top staat van de hedendaagse kunst en een grote aantrekkingskracht uitoefent op kunstenaars: "Er zijn hier fantastische verzamelaars, galeries en instellingen, maar die worden in het buitenland onderschat. Ik heb daar geen verklaring voor, misschien hebben ze in Parijs een dikkere nek?"
Van stoer op de borst kloppen is in Oorsprong geen sprake. In de inleiding schrijven de samenstellers dat ze beseffen dat hun selectie een momentopname is van een voortdurende beweging, want nieuwe generaties kunstenaars zullen elkaar blijven opvolgen. Ze zijn zich ook bewust van de kwetsbaarheid van hun keuze, al lieten ze zich bijstaan door een dertigtal organisatoren en professionelen uit Vlaanderen en Nederland.
Een van hen, Luk Lambrecht van Cultuurcentrum Strombeek in Grimbergen, formuleert in Oorsprong beschouwingen onder de titel 'Oogpunt-standpunt'. Hij opent met de vaststelling dat professionalisering van kunst en cultuur in Vlaanderen een recent verschijnsel is. Het verschil met onze buurlanden is groot, de stand van zaken onvergelijkbaar. Er hangen donkere wolken boven het vele latente talent dat ontegensprekelijk aanwezig is in Vlaanderen, schrijft Lambrecht. Het debat over de plaats van de beeldend kunstenaar in de context van de hedendaagse culturele productie blijft inhoudelijk en politiek zwak begeleid. Kunstenaars zien vaak wegens werk om den brode hun artistieke moed verloren gaan. En dan is er nog het bijna ontbreken van ernstige kunstkritiek in de Vlaamse dagbladpers.
Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Luk Lambrecht verwijst naar Brussel waar contacten tussen Vlamingen, Franstaligen en de vele buitenlanders uitmonden in verruimende denkbeelden en initiatieven. Het kosmopolitische van de hoofdstad vervult een stuwende rol in het verbreden en opentrekken van de productie en beleving van kunst en cultuur. "De kunst in Vlaanderen is een bontgekleurd lappendeken waaruit musea, galeries en curatoren naar hartelust kunnen kiezen," lezen we nog. En dus is de Vlaamse kunst niet weer te geven in grote lijnen.Dat bonte lappendeken is terug te vinden in Oorsprong. Van elk van de vijftig kunstenaars is een krachtige portretfoto, gemaakt door Kris Dewitte, opgenomen, een beknopt cv en één bladzijde die eigen werk toont. Het biedt geen inzicht in de evolutie van de kunstenaar. Dat is ook niet de bedoeling. Het is een kleurrijke staalkaart die een overzicht geeft en aanzet tot een verdere ontdekkingstocht. Met enkele van de kunstenaars hebben de OKV-abonnees al kunnen kennismaken, bijvoorbeeld met Sven 't ]olie in Tento en met Christoph Fink in Herinneringen... Een aantal anderen zullen zeker volgen.
Oorsprong
Een initiatief van de Brakke Grond Vlaams Cultuurhuis, Nes 45, 1012 KD Amsterdam, i.s.m. het steunpunt Beeldende Kunsten IBK. Prijs:€ 12