- De Vrienden van Scribe
- Het labo van de verleiding
- Catalaanse fotografie
- Marcel Broodthaers
- Tentoonstellingen Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen
- Michelangelo, Dürer en de mooiste Madonna's
- De Beurs van Judocus Vijdt
- Van Dyck-jaar
- Albrecht en Isabella
- Dirk Bouts
- Van Memling tot Pourbus
- Alex 50 jaar klassieke thriller
- Ons Industrieel Verleden 1900 - 2000 : De vrouw achter de schermen en op de barricade.
- En garde! Schermen verbeeld.
- Familia Universalis.
- Tentoonstellingen in het Museum Dokter Guislain
- Jenever en likeur in de feestcultuur
- Gent 1500 - 2000
- Brussel Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
- Van belle époque tot art nouveau.
- Magisch Marokko
- De wereld in kaart: Abraham Ortelius ( 1527 - 1598 ) en de eerste atlas
- Thomas Lange: de Verdrijving uit het Paradijs
- Thonet in stijl
- Het tweede gezicht
OKV Plus 1998.4
Inhoud
De vrienden van Scribe, een Gentse mecenas met Europese smaak
Het Museum voor Schone Kunsten viert de honderdste verjaardag van zijn Vriendenvereniging met een tentoonstelling over Vlaamse en Europese schilder- en beeldhouwkunst rond 1900
Fernand Scribe was de stichter en de bezieler van de vrienden van het museum. Hij was een geboren organisator die zijn talent ten dienste stelde van het Gentse kunstleven. Door de actieve rol die hij speelde in de organisatie van de Gentse salons gaf hij een bijzonder elan aan het tentoonstellingsgebeuren in Gent. Voor de collectievorming van het museum is zijn rol moeilijk te overschatten.
Deze Gentse mecenas ontwikkelde zich in de context van een rijke familie tot een genereus kunstliefhebber. De kunst in het algemeen en de vrienden van het Museum waren voor hem een levensdoel.
Scribe zou zelf eerst proberen om schilder te worden. Hij genoot een kunstopleiding in Brussel en Parijs. Door zijn innemend karakter maakte hij zich vele kunstenaars tot vriend: Delvin, Den Duyts, Van Rysselberghe, Charlet, Khnopff, Mellery, de Lalaing...
Het efficiënt contact van Scribe met de beleidsmensen had ook gunstige gevolgen voor het museum. In 1902 kreeg de instelling een nieuwe behuizing in het Citadelpark, naar de plannen van stadsarchitect Charles van Rysselberghe. De stad was fier op haar museum en deed enkele buitengewone aankopen die de basis legden voor de huidige verzameling: de monumentale Kop van Pierre de Wissant van Auguste Rodin, De Spanjaard te Parijs van Evenepoel en De Lezing van Theo van Rysselberghe.
'De vrienden van Scribe' brengt al deze boeiende aspecten samen doorheen een pleiade van Europese en enkele Amerikaanse kunstenaars, actief in de periode 1880-1914. In de tentoonstelling hangen grote salonwerken naast frisse impressies, kleurrijke exotische taferelen wisselen af met sociaal-realistische of symbolische doeken.
De tentoonstelling is dus een verrassende selectie van schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen en prenten van bekende naast in vergetelheid geraakte kunstenaars, en roept een beeld op van het bruisende kunstleven in Gent rond de eeuwwisseling.
Praktisch
Museum voor Schone Kunsten, Gent. Van 12 december 1998 tot 14 maart 1999
Het labo van de verleiding - De geschiedenis van de Make-up
Het labo van de verleiding is een expo waarin de verschillende aspecten van de make-up aan bod komen. Aan de hand van schilderijen en prenten; bizarre recepten van schoonheidspoeders, accessoires als poederdozen, pommadepotten, flacons, opmaaktafels, zilveren toiletserviezen krijgt de bezoeker een beeld van de geschiedenis en de wereld van de make-up.
Het labo van de verleiding begeleidt ons door de geschiedenis van de make-up en onthult het rituele gebruik van de opmaak.
Dit laatste vindt men bij de oude Egyptenaren. De Romeinse matrones uit de keizertijd besteedden een halve dag aan baden en zich opmaken en hadden vaak een in onze ogen excentrieke smaak.
In de Middeleeuwen werd De verbetering van de schepping door mensenhand als een belediging aan God uitgelegd. Opmaak was dus verboden, al bleef het onmogelijk om ze helemaal uit te bannen. In de renaissance stond een schoonheidsideaal voorop dat moest beantwoorden aan een canon van vertegenwoordiging in lijn en kleur. Aan het hof van Versailles, ten tijde van Lodewijk XIV, kwam een vrouw, hoe oogverblindend mooi ook, niet over de vloer zonder de voorgeschreven blanketsels en rouges. Na het midden van de 18de eeuw waren vooral extravagante smeersels en kapsels ingeburgerd bij de aristocratie. In de romantiek domineerde de natuurlijke, bleke, magere muze met dromerige ogen als schoonheidsideaal.
Praktisch
Koningin Fabiolazaal, Antwerpen. Van 11 september tot 6 december 1998
Catalaanse fotografie
Deze tentoonstelling kadert in een culturele uitwisseling tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Catalaanse regering.
In het najaar van 1997 vond er reeds een manifestatie plaats in Barcelona met verschillende tentoonstellingen van hedendaagse Vlaamse kunstenaars.
In het najaar van 1998 en het voorjaar van 1999 worden in Vlaanderen, in verschillende musea, hedendaagse Catalaanse kunstenaars tentoongesteld.
In het Museum voor Fotografie is een selectie te zien uit de collectie Catalaanse fotografie van het Generalitat Catalunya.
Praktisch
Provinciaal Museum voor Fotografie, Antwerpen. Van 6 november 1998 tot 10 januari 1999
Marcel Broodthaers
De dichter Marcel Broodthaers manifesteerde zich vanaf 1964 als plastisch kunstenaar. In dat jaar pleisterde hij een vijftigtal onverkochte exemplaren van zijn dichtbundel in.
Deze ironische toetreding tot het domein van de beeldende kunst vormde geen breuk, maar veeleer een uitbreiding van de mogelijkheden om zijn poëtische, intelligent-humoristische en kritische geest te uiten.
Poëzie is altijd de bron van Broodthaers beeldende kunst gebleven. Zijn oeuvre vormt het verslag van zijn activiteiten als dichter, beeldend kunstenaar, journalist, fotograaf en filmmaker. Van deze diverse disciplines negeerde hij de specifieke eigenschappen, hij hief ook hun grenzen op. Zo was film voor hem een extensie van taal waarvan het alfabet uit beelden bestaat.
Broodthaers transformeerde en accumuleerde voorwerpen uit zijn dagelijkse, vaak typisch Belgische omgeving: een pot met mosselen, een vogelkooi gevuld met eierschalen, een koffer met steenkolen, een koffiepot met opschrift, enz. Hij haalde de voorwerpen en woorden uit hun oorspronkelijke context, koppelde ze los van hun gebruiksfuncties en creëerde een nieuwe samenhang. Zo keerde Marcel Broodthaers terug naar de realiteit van het object om het poëtisch potentieel van de dingen zichtbaar te maken.
Praktisch
Groeningemuseum, Brugge. Van 17 oktober 1998 tot 17 januari 1999
Tentoonstellingen Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen
Beyond Art. Marc Goethals
De prestaties en werken van ongeveer honderd Oostenrijkse en Hongaarse kunstenaars en evenzoveel wetenschappers worden als een mozaïek samengebracht en tentoongesteld volgens een nieuw, op de geschiedenis van methode en denken gebaseerd model van de vervlechting van kunst en wetenschap.
Marc Goethals gaat telkens weer op zoek naar een taal die over de grenzen van verschillende culturen te begrijpen is. Uitgaande van beelden die nauwelijks verbonden zijn met een persoonlijk verlangen, maar gevoed worden door een interesse in botanica en ornitologie, in poëzie en typografie, produceert de kunstenaar gecontroleerde illusies met kijkplezier als finale doelstelling.
Rombouts-Droste
Het kunstenaarsduo Rombouts-Droste houdt zich bezig met taal. Als zoon van een drukker begon Guy Rombouts (°1949, Leuven) rond 1980 uit onvrede met het reguliere alfabet een eigen en meer 'beeldend' lettersysteem te ontwikkelen. Hoewel het vanaf 1986 door Guy Rombouts - samen met Monica Droste (°1958, Warschau) - ontwikkelde A-Z Art, een tamelijk intellectualistisch-semiotische constructie is, hechten de kunstenaars eraan dat de lettervormen ook op allerlei wijze 'fysieke' gestalten krijgen: geschreven op dichtgekalkte ramen, uitgesneden in doek, bogen uit ijzerdraad of als reuzehiërogliefen van beton.
Praktisch
Museum van Hedendaagse Kunst, Antwerpen
Beyond Art. Marc Goethals. Van 20 september tot 22 november 1998
Rombouts-Droste. Van 5 december 1998 tot 26 februari 1999
Keuze uit de verzameling van de Fundacio La Caixa Van 9 oktober 1998 tot 10 januari 1999
Keuze uit de verzameling van de Fundacio 'La Caixa-Jorge Macchi'
De verzameling van de Fundacio La Caixa vindt plaats in het kader van een uitwisselingsprogramma met Catalonië.
Er zullen werken getoond worden van o.a. Ana Laura Alaez, Judith Barry, Christian Boltansky, Geneviève Cadieux. Met de tekeningen en het ruimtelijk werk van Jorge Macchi maken we kennis met een mysterieuze wereld waarin fictie en realiteit nauw bij elkaar aansluiten.
Michelangelo, Dürer en de mooiste madonna's
De Madonna met kind van de Italiaanse beeldhouwer Michelangelo Buonarroti is ongetwijfeld het meest gekende Mariabeeld in Brugge. Sedert bijna vijf eeuwen komen bezoekers van bijna overal in de wereld het beeld bewonderen.
De uitbeelding van de figuur van de Onze-Lieve-Vrouw en het Kind Jezus is één van de meest verspreide thema's in de kunstgeschiedenis dat talrijke kunstenaars eeuwenlang heeft geïnspireerd. Wat de beeldhouwkunst betreft worden hier alleen plastische losse of vrijstaande voorstellingen van Maria met het kind belicht. De oudst bewaarde O.-L.-Vrouwe-beelden dateren van de 11de en 12de eeuw, waarbij de Maria-figuur nog vrij naïef en onbeholpen voorgesteld wordt. Tijdens de Romaanse periode verscheen het thema van de streng frontaal opgevatte Madonnafiguur met een even expressief Jezus-kind. Meer en meer wordt het bovennatuurlijke karakter vervangen door de menselijke en tedere verschijning van moeder en kind.
Albrecht Dürer was naast zijn activiteiten als schilder heel bekend omwille van zijn grafisch werk. In 1495 begint Dürer kopergravures te maken. Op 27-jarige leeftijd, in 1498, sneed Dürer al de beroemde reeks van de Apocalypsen in 1503 startte hij aan de reeks Marialeven dat hij pas in 1510 beëindigde. In die periode bepaalde hij de hele Duitse grafiekproductie. Hij had bekende leerlingen en zijn werk werd vaak gekopieerd.
Praktisch
O.-L.-Vrouwekerk, Brugge. Van 23 september tot 13 december 1998
De beurs van Jodocus Vijdt - Kunstkapitaal in Gent
Meestal ontkiemen musea in de passie (en de beurs) van verzamelaars. Vervolgens groeien ze op in de vruchtbaarheid van hun sociaal-economische omgeving, waar ze tot op zekere hoogte mee vergroeien. Voor de Gentse musea is dat maatschappelijk kader concreet: het zijn stedelijke verzamelingen.
In De Beurs van Judocus Vijdt staan de ontmoeting en de confrontatie van al deze collecties centraal en zal de bezoeker zowel het artistieke als het economische kapitaal ervan voor het eerst in één grote schatkamer kunnen ervaren en bewonderen.
Het spreekt vanzelf dat men de bezoekers in dit lusthof niet aan hun lot kan overlaten. De presentatie van het Gentse patrimonium zal daarom gebeuren volgens een aantal zorgvuldig geselecteerde thema's, waardoor telkens weer een grote variatie aan stukken uit verschillende musea binnen een welbepaalde context begrepen en geïnterpreteerd kan worden. Sommige themagroepen bespelen voor de hand liggende beelden (bv. geld), andere geven uitdrukking aan de verhouding van kunst tot haar maatschappelijk klimaat (bv. tot het burgerlijke ideaal of de ontwikkeling van de democratie), weer andere appelleren aan het subjectieve (bv. openheid naar de wereld, obsessie van het verzamelen, culmineren tenslotte in resten en tekenen van verlangen en droom.
In De Beurs van Judocus Vijdt opent Gent alle kamers van haar geschiedenis.
Praktisch
Bijlokemuseum , Gent. Van 11 oktober tot 2 december 1998
Van Dyck-jaar
Antwerpen herdenkt het 400ste geboortejaar van Antoon van Dyck met drie indrukwekkende Van Dyck-tentoonstellingen; tentoonstellingen (al dan niet geïnspireerd op het werk van de meester) in bijna alle belangrijke Antwerpse musea; de Zomer van Antwerpen met evenementen op verrassende locaties in de hele stad en nog veel meer.
Dé grote publiekstrekker is zonder twijfel de Van Dyck-tentoonstelling in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. In deze grootste Van Dyck-tentoonstelling ooit wordt Antoon van Dyck met meer dan 80 werken 'volledig' in beeld gebracht: zowel de werken waarin hij zich profileert als religieus, contrareformatorisch schilder als zijn beroemde portretten komen aan bod.
Het Rubenshuis slaagt er toch in om een totaal andere Van Dyck te tonen, met hun tentoonstelling Landschapstekeningen: de landschapstekeningen van Van Dyck behoren tot de vroegste en schitterendste natuurtekeningen van het Engelse landschap. De meeste bladen zijn uitgevoerd als aquarellen en ze betekenen het begin van een glorieuze Britse traditie van landschapsaquarellen.
Van Dyck is uiteraard algemeen bekend als een uitmuntend schilder. Daarnaast behoort hij samen met Rembrandt en Goya tot de kunstenaarstop van wereldbefaamde etsers die de prentkunst tot ongekende hoogten brachten. Een belangrijk, maar grotendeels onontgonnen deel van dit erg kwetsbare werk, zal aan het publiek getoond worden in het Museum Plantin-Moretus.
Praktisch
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen. Van 15 mei tot 15 augustus 1999
Albrecht en Isabella (1598-1621)
De aartshertogen Albrecht en Isabella regeerden over onze gewesten in het eerste kwart van de 17 de eeuw. Hun bewind kreeg al heel snel een haast mythische weerklank. Als beschermheren van Pieter Paul Rubens waren ze zowat de peetouders van de Vlaamse Barok. Gezaghebbende geleerden en virtuoze kunstenaars als Rubens, Justus Lipsius en de architect Wenzel Coeberger waren in hun dienst of verbleven aan het hof.
De tentoonstelling evoceert met de nodige luister deze periode van voorspoed en culturele bloei. Een vierhonderdtal kunstvoorwerpen uit gerenomeerde instellingen, schilderijen van Rubens en Jan I Breughel, wandtapijten, edelsmeedwerk en historische documenten getuigen van het ontstaan van de Vlaamse barok.
Op bezoek: 'Habsburgse propaganda'
De meest overzichtelijke tentoonstelling van de drie is die over Albrecht en Isabella in het Jubelpark in Brussel. De bloei van de periode wordt goed geïllustreerd met talrijke kunst- en siervoorwerpen, historische objecten en documenten. Blikvanger van de tentoonstelling zijn de opgezette paarden van de aartshertog en -hertogin. Jammer is wel dat men uitsluitend aandacht heeft voor voorwerpen die deel uitmaken van wat wij vandaag de propaganda van de aartshertogen zouden noemen: portretten en voorwerpen die hun roem en macht moesten uitdragen. Minpuntjes zijn ook de wat geforceerde indeling en enkele lange toonkasten die, hoewel zeer fraai, weinig functioneel zijn.
Praktisch
Jubelparkmuseum (KMKG), Brussel. Van 17 september 1998 tot 17 januari 1999
Dirk Bouts
De tentoonstelling toont een selectie van het werk van Bouts, zijn zonen en navolgers. De getoonde schilderijen laten de specifieke kenmerken van Bouts' werk achterhalen. Naast de meer dan 50 originele topwerken wordt aan de hand van documenten, handschriften en andere objecten verduidelijking gegeven over de ontstaansgeschiedenis van de werken en de functie die deze kunstwerken voor Bouts' tijdgenoten vervulden.
Op bezoek: 'Bouts met een verrekijker'
De Boutstentoonstelling in de Predikherenkerk in Leuven is een tegenvaller.
Het genie van Dirk Bouts (ca. 1410-1475) verdiende beter dan deze wat rommelig opgestelde tentoonstelling met vooral tweede keuze werken én fotoreprodukties op ware grootte van Bouts' afwezige meesterwerken. We worden eigenlijk getrakteerd op een flinke scheut universitaire didactiek.
Wie van de Predikherenkerk naar de Sint-Pieterskerk trekt om daar Het laatste Avondmaal te bekijken komt ook van een kale reis terug. Bouts prachtig gerestaureerde meesterwerk hangt terug op zijn originele plaats in het koor van de kerk maar als bezoeker word je verplicht achter de communiebank te blijven. Je hebt een verrekijker nodig om meer dan een globale indruk van het werk te krijgen.
Praktisch
Predikherenkerk en Sint-Pieterskerk, Leuven. Van 18 september tot 6 december 1998
Van Memling tot Pourbus
Deze prestigieuze tentoonstelling illustreert de eeuw tussen de komst van Memling te Brugge in 1465 en de dood van Pourbus in 1584 aan de hand van verschillende thema's. Het oeuvre van de Brugse kunstenaars, wier leven en werk zich chronologisch situeert tussen dit van beide grootmeesters, vormt de kern van de geëxposeerde kunstwerken.
Op bezoek: 'Brugse Pracht'
Van Memling tot Pourbus is, ondanks een niet evident parcours door de oude en 19de-eeuwse gedeelten van het Sint-Janshospitaal, een geslaagde megatentoonstelling geworden. Je krijgt er alle prachtstukken van de laatbloei van de Brugse kunst te zien, waarvan vele uit Brugse collecties. De tentoonstelling toont ook wat minder bekende werken uit buitenlandse musea. Dat levert interessante vergelijkingen op. Er werd in het kader van de tentoonstelling heel wat onderzoek verricht maar de weerslag daarvan blijft slechts beperkt tot het tweede deel van de catalogus. Wat extra achtergrondinformatie, een kijkje in de keuken van de kunsthistorici, zou deze toch al geslaagde tentoonstelling nog een beetje extra reliëf gegeven hebben.
Praktisch
Memlingmuseum - Oud Sint-Janshospitaal, Brugge. Tot 6 december 1998
Alex, 50 jaar klassieke thriller
De reeks 'Alex' wordt door alle pedagogen enthousiast bejubeld wegens het schitterende classicisme. Maar Jacques Martin's creatie is veel rijker dan die louter pedagogische benadering.
Alex leeft in een Romeinse wereld die beheerst wordt door intriges, komplotten en allerhande manipulaties... net als de onze. Zijn wereld wordt bevolkt door verraders, corruptelingen, lafaards, zwakken, uitbuiters, leugenaars, hypocrieten... net als de onze. Elk avontuur van Alex kan gelezen worden als een gepassioneerde strijd tussen onschuld en cynisme, waarbij Martins duivels vakmanschap het verhaal laat bewegen in de hogere sferen van de psychologie, de politiek, de economie, de technologie (zelfs Sience Fiction), de esthetica en de filosofie. Allemaal belangrijke thema's voor Jacques Martin, want zijn werk is zijn leven.
Praktisch
Belgisch Centrum van het Beeldverhaal, Brussel. Van 6 oktober 1998 tot 18 januari 1999
Ons Industrieel verleden (1900-2000): De vrouw achter de schermen en op de barricade
Deze nieuwe permanente tentoonstelling schetst een beeld van de industriële, sociale en maatschappelijke evolutie in de loop van deze eeuw.
De bezoekers beginnen hun reis doorheen de eeuw in het trefzekere Gent, ten tijde van de wereldtentoonstelling van 1913. Daarna wandelen zij verder langs een groot aantal evocaties van vroegere en meer recente industrieën.
De reconstructie van interieurs uit verschillende periodes van de eeuw confronteert de bezoekers met opvallende veranderingen in alledaagse levensomstandigheden en huishoudelijk comfort. De tocht eindigt in de huidige informatiemaatschappij.
In de tentoonstelling wordt de 20ste eeuw bekeken vanuit een specifieke 'vrouwelijke' invalshoek. Het is geen tentoonstelling over de feministische voorhoede, maar over het leven, de dagelijkse zorgen en vreugden van gewone vrouwen. De arbeid van de vrouwen, in de ruime betekenis van het woord, krijgt daarbij de grootste aandacht.
Praktisch
Museum voor Industriële Archeologie en Textiel, Gent. Van 30 oktober 1998
En Garde! Schermen verbeeld. Van duel tot spitstechnologie
De tentoonstelling brengt een overzicht van vijf eeuwen schermgeschiedenis in Europa en de hoogtepunten van de evolutie in eigen land.
De Corblecollectie, één van 's werelds grootste en belangrijkste schermboekencollecties, bevindt zich sinds 1949 in de centrale bibliotheek van de K.U. Leuven. Voor het eerst worden eeuwenoude, rijkelijk geïllustreerde traktaten uit de collectie tentoongesteld. Het waardevolle patrimonium van de Koninklijke en Ridderlijke Schermgilde Sint-Michiel van Gent duidt op het groot belang van deze Vlaamse Schermgilden vanaf de zestiende eeuw. Stukken uit de collectie van het Musée de l'Escrime Charles Debeur illustreren op hun beurt de bewogen geschiedenis van de schermkunst en haar ontwikkeling tot één van de eerste olympische disciplines.
Praktisch
Universiteitsbibliotheek K.U. Leuven, Leuven. Van 9 oktober tot 19 december 1998
Familia Universalis - De Vlaamse Kunstenaars- en Wetenschapsfamilie Cogniet
In het Italië van de Renaissance ontstond een nieuw ideaalbeeld: dat van de uomo universalis, de mens die zowel kunst als wetenschap bedreef. Later in de zestiende eeuw bleek dat dit teveel gevraagd was voor één mens. Toen ontstonden families waarbinnen dit ideaal kon worden waargemaakt. Vandaar de titel van deze tentoonstelling: Familia Universalis.
De Antwerpse familie Cogniet telde in haar rangen schilders, wiskundigen en geneesheren. Ze leverden belangrijke bijdragen zowel aan de schilderkunst als aan de wetenschap.
Op de tentoonstelling zijn voorwerpen en schilderijen te zien die gemaakt werden door drie generaties van deze familie. Er zijn magistrale doeken, maar ook kleinere werkjes die samen de evolutie van de zestiende-eeuwse schilderkunst tonen.
Tijdens de zestiende eeuw voltrok zich de eerste wetenschappelijke revolutie. De thema's die dan belangrijk waren zijn sterrekunde, zeevaartkunde en landmeetkunde. Voor elk thema zijn instrumenten gekozen - telkens gemaakt door een telg van de Coignetfarnilie - die dit illustreren. Wat sterrekunde betreft geven astrolabia een beeld van de sterrehemel in het Ptolomeïsche wereldbeeld, terwijl het Copernicaans wereldbeeld reeds zijn opgang maakte. Met astrolabia kon men de sterreposities of de plaatselijke tijd berekenen. Ze werden soms ook gebruikt om hoogtemetingen van hemellichamen uit te voeren.
De grote zeereizen maakten van plaatsbepaling op zee een zeer dringend probleem. Dat probeerde men op te lossen met instrumenten. Het boek Nieuwe Onderwijsinghe, geschreven door Michiel Cogniet, was destijds het meest invloedrijke Nederlandstalige zestiende-eeuwse boek over de zeevaartkunde. Het vond weerklank tot ver over onze grenzen.
De zestiende eeuw was ook de eeuw waarin geometrie haar plaats binnen het wiskundig curriculum verwierf. Men kon via triangulaties een gebied zeer nauwkeurig in kaart brengen. ook hiervoor werden instrumenten ontwikkeld die op de tentoonstelling te zien zullen zijn.
Praktisch
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen. Van 2 oktober tot 13 december 1998
Tentoonstellingen in het Museum Dokter Guislain
Vanaf 31 oktober plant het Museum Dokter Guislain in Gent twee tijdelijke tentoonstellingen. De tentoonstelling Het Kind richt zich op de geschiedenis van kindermisbruik en Tunnelmensen gaat over de situatie van psychiatrische patiënten in New York.
De tentoonstelling Het kind. Gekoesterd en gekluisterd is gebaseerd op het baanbrekende onderzoek van historica Carine Steverlynck, dat zij neerschreef in het boek Kleine Martelaars. In dit historische document besteedt zij aandacht aan misbruikte kinderen, kindermishandeling, incest en prostitutie. Het biedt een overzicht van het fenomeen kindermishandeling in België in de periode van 1850 tot heden.
De fototentoonstelling Tunnelmensen. Dakloos in New York omvat foto's van de journalist Teun Voeten, die een tijdlang verbleef bij mensen die in leegstaande tunnels van de metro in New York leven. Onder de tunnelmensen zijn er heel vaak geesteszieken die nergens anders een degelijke opvang vinden als gevolg van de anti-psychiatrie en de besparingen van de jaren '60 - '70. De fotoreeks wordt aangevuld met een reeks foto's van Riis uit uit het Museum of the City of New York.
Praktisch
Museum Dokter Guislain, Gent. Van 3 oktober 1998 tot 30 april 1999
Jenever en likeur in de feestcultuur
Bij elk feest wordt het glas geheven en zo belanden we in het Nationaal Jenevermuseum waar een kleine maar prettige tentoonstelling toont welke feesten werden en worden aangegrepen om de jeneverkruik boven te halen.
Bij de grote momenten van het openbare en persoonlijke leven behoorde het schenken van jenever tot de rituelen. Een borrel werd immers beschouwd als iets extra's, een traktatie. Bij verloving, huwelijk en huwelijksverjaardagen, kraamvisites en aangifte van een boreling, zelfs bij begrafenissen werd jenever geschonken. Goede zaken werden beklonken met een borrel. Bij de meisteking moet de bouwheer nu nog altijd met jenever trakteren.
Ook in de jaar krans dook jenever steevast op: bij nieuwjaar, driekoningen, verloren maandag, de kermis, de viering van een patroonheilige, de slacht... om maar enkele voorbeelden te geven. Naast een wortel en suikerklontje voor zijn paard, werd voor de Sint zelf een kruik jenever bij de haard gezet. Wie in de Driekoningenkoek de boon vond, kreeg een kruik jenever die moest gedeeld worden.
Het is dan ook vanzelfsprekend dat de jenever- en likeurproducten in hun publiciteit vaak een feestelijke gelegenheid als onderwerp koos. De tentoonstelling illustreert met prachtige affiches, rijmpjes, liedjes en foto's van volksgebruiken bij feesten.
Praktisch
Nationaal Jenevermuseum, Hasselt. Van 12 september tot 31 december 1998
Gent (1500-2000), evenementenprogramma ter gelegenheid van de 500ste verjaardag van de geboorte van Keizer Karel in Gent
Op 24 februari 2000 is het precies 500 jaar geleden dat Keizer Karel in Gent geboren werd. Dit wordt uitgebreid gevierd op alle mogelijke plaatsen en manieren: het herdenkingsprogramma bestaat uit een honderdtal kleinere en grotere evenementen, teveel om hier allemaal op te noemen.
Van november 1999 tot en met januari 2000 is er bijvoorbeeld de cultuurhistorische tentoonstelling Carolus in de Sint-Pietersabdij te Gent. Deze groep werkte een origineel concept uit, waarin de bezoeker vertrekt van het historische Gent om vervolgens de Nederlanden en Europa te betreden en in de Nieuwe Wereld te eindigen.
Het S.M.A.K. treedt buiten zijn museummuren: de hoeken in het centrum van de stad vormen het vertrekpunt voor artistieke interventies. Vooral de verhouding van de mens tot zijn leefruimte en het stedelijke weefsel worden nader onderzocht.
Ook het M.I.A.T., het Museum voor Schone Kunsten, het Gravensteen en alle andere Gentse Musea pakken tijdens deze periode uit met een prestigieuze tentoonstelling.
Verder staan er tal van optredens, wedstrijden, voordrachten, toneel- en filmvoorstellingen op het programma.
Praktisch
vzw Gent 1500-2000, Gent. Najaar 1998 tot zomer 1999
Twee nieuwe zalen op in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
De twee nieuwe zalen zijn gewijd aan de twee wereldoorlogen.
De zaal '14-'18 brengt het verhaal van het Belgisch leger in zijn strijd tegen Duitsland. Het dagelijks leven aan het IJzerfront, de evolutie van het uniform en van de bewapening gedwongen door de moderne oorlog, de verplettering van de infanterie door de artillerie, het ontstaan van nieuwe wapens, onze geallieerden, de Duitse militaire macht,... worden voorgesteld in een unieke verzameling. Talrijke foto's geven de sfeer van de loopgraven weer.
De tweede zaal is gewijd aan de Belgische bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog: de Duitse bezettingsmachten, de Belgische politiek in België en Londen, de collaboratie, het verzet en de repressie die tot deportatie leidde.
Praktisch
Koninklijke Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Brussel.
Bij de opening van de zaal '14-'18 bracht OKV een rijkelijk geïllustreerde catalogus uit samen met het Koninklijke Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.
U kan het boekje kopen in het museum aan 250 BEF, maar u kan het boekje ook tegen dezelfde prijs thuis toegestuurd krijgen door een overschrijving naar OKV op rekeningnummer:448-0007361-87
Van Belle Epoque tot Art Nouveau - Belgisch Zilver (1868 - 1914)
In 1868 werd op vraag van een groot aantal edelsmeden de handel in zilver geliberaliseerd. Deze maatregel heeft samen met de toenemende industrialisering geleid tot een boeiende ontwikkeling van de toegepaste kunsten in het vorige fin de siècle.
De zilveren sierobjecten, die op handelsbeurzen en industriële tentoonstellingen werden gepromoot, werden in de meest diverse neo- en mengstijlen uitgevoerd. Vooral de neorococo was zeer populair. Tegen het einde van de 19de eeuw is er ook een toenemende invloed van het naturalisme en het japonisme waar te nemen.
Provinciaal Museum Sterckhof-Zilvercentrum, Antwerpen. Van 15 september tot 13 december 1998
Magisch Marokko
Het Africa Museum in Tervuren brengt een unieke tentoonstelling over Marokko. De bedoeling is de traditionele cultuur van de rurale Marokkaanse volkeren in de kijker te zetten en te valoriseren.
De collectie bestaat uit 600 stukken, samengebracht uit Marokkaanse, Belgische en internationale musea en uit privé-collecties. Het gaat om prachtige sieraden, tapijten, geweven dekens, grote voorraadkruiken, gesculpteerde koffers en deuren, en tal van andere voorwerpen uit het dagelijkse leven.
De tentoonstelling wordt op een dynamische manier opgezet, met een info-centrum, film- en videobeelden, een zaalvullende maquette, typehuizen,... Een feest voor de zintuigen! Daarbij wordt de link met het huidige Marokko niet vergeten.
Daarnaast vinden diverse randactiviteiten plaats, zoals workshops voor jongeren en kinderen, animaties, muziekfestival, voordrachtencyclus en demonstraties.
Praktisch
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren. Van 30 oktober 1998 tot 31 mei 1999
De wereld in Kaart: Abraham Ortelius (1527-1598) en de eerste atlas
Abraham Ortelius werkte aanvankelijk als inkleurder van kaarten. De vele reizen die hij als handelaar in kaarten ondernam doorheen heel Europa, bezorgden hem een grote kennis rond de toen voorhanden kaarten. Daardoor kwam hij op het idee om de beste toen beschikbare kaarten op hetzelfde formaat te laten hersnijden en voorzien van een beknopte commentaar in één volume uit te geven. Hij werd hiermee de grondlegger van de moderne atlas. Zijn voor het eerst in 1570 verschenen Theatrum orbis terrarum ('theater van de wereld'), werd bijzonder succesrijk en kende talrijke nieuwe edities in diverse talen.
De Plantijnse uitgeverij speelde een cruciale rol bij de distributie en productie van dit werk. Vanaf 1579 deed Ortelius een beroep op zijn vrienden Christoffel Plantijn en Jan I Moretus voor het drukken van de tekstgedeelten in de atlas. Na Ortelius' overlijden in 1598 werd het Theatrum uitgegeven door de Antwerpse graveurboekhandelaar Jan Baptist Vrients.
Na diens dood in 1612 werden de koperplaten van de kaarten gekocht door Jan II en Balthasar I Moretus. In 1624 gaf Balthasar I Moretus de historische kaarten van de atlas, verzameld onder de titel Parergon theatri, een laatste maal uit.
Praktisch
Museum Plantin-Moretus, Antwerpen. 21 november 1998 - 24 januari 1999
Thomas Lange: De verdrijving uit het paradijs
De huidige schilderijen en tekeningen van Thomas Lange betekenen ten opzichte van zijn oeuvre in de jaren tachtig zowel een voortzetting als een gestage metamorfose.
Lange behield van zijn vroegere neo-expressionisme de sterk existentieel getinte thematiek, waarin eigen psyche, seksualiteit en identiteit centraal staan. De sfeer van zijn oeuvre is echter veranderd. Waar vroeger een expliciete figuratie een een fel kleurgebruik domineerden, beheerst hij nu bewust de picturale middelen. Impulsiviteit heeft plaats gemaakt voor fragiele en sensuele vorme van beeldende introspectie. Na de oprispingen van het gemoed volgen thans de verzuchtingen van de geest op zoek naar vergeestelijking.
Praktisch
Museum voor Schone Kunsten, Oostende. Van 4 december 1998 tot 7 februari 1999
Thonet in stijl
Het verhaal van Thonet is de successtory van een uitvinder en een geslaagde toepassing van de uitvinding die hij deed. De uitvinder was Michael Thonet en de uitvinding die hij deed was het buigen van hout, een techniek die hij met veel succes wist toe te passen in het meubelmakersvak.
Op diverse plaatsen in Europa en Amerika was al in de 18de eeuw geëxperimenteerd met het buigen van nat hout, al veel vroeger toegepast in de scheepsbouw, maar allengs ook meer in de meubelindustrie. Thonet bedacht een procédé waarbij gelamineerd hout in de juiste vorm werd gebogen, met als resultaat meubelen die niet alleen licht in gewicht en sierlijk waren maar tegelijkertijd sterk. De afzet van de produktie van de nieuwe meubelen verliep commercieel nogal moeizaam. Een doorbraak kwam met de eerste Wereldtentoonstelling in het Crystal Palace in Londen in 1851.
Rond 1900 kregen steeds meer architecten interesse in de producten van Thonet. De Jugendstil bewerkstelligde dat ook alledaagse en louter functionele voorwerpen door een bijzonder ontwerp tot kunstobject werden verheven. Ook de Thonetmeubelen profiteerden van deze trend.
De tentoonstelling geeft met ruim honderd geëxposeerde meubelstukken een fraai overzicht van dit vakmanschap in gebogen hout en staal. De nadruk ligt op de periode 1880-1940, maar vroegere en contemporaine voorbeelden werden niet vergeten.
Praktisch
Museum voor Sierkunst en Vormgeving , Gent. Van 10 oktober tot 13 december 1998
Het tweede gezicht
Het Koninklijk Museum opteert voor een esthetisch gebeuren waarin de zingeving van het voorwerp niet uit het oog verloren wordt. Een tentoongesteld masker is per definitie beroofd van de fundamentele elementen die, in het oog van de Afrikanen, het masker bepalen. Het gaat om de geest, de drager, de dans en de muziek van het masker. Al deze elementen verlenen het masker zijn kracht, zijn uitstraling en zijn doeltreffendheid.
Praktisch
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren. Nog tot 29 november 1998