Je ogen laten glijden langs de tekeningen van Hergé: originele, geïnkte, ingekleurde, ongepubliceerde of volstrekt onbekende. Het is als het weerzien van oude vrienden. Ze roepen verhalen op, en vertellen nieuwe. 

Interieur van het Hergé Museum

Interieur van het Hergé Museum

Avontuur

Als je in de inkomhal van het Hergé Museum naar boven kijkt, kan het wat gaan duizelen. Het lijkt wel een grot met ongelijke rotsformaties, ware het niet van het overvloedige licht dat langs de 'gestripte' ramen naar binnenvalt. Achter de ramen schuiven de wolken voorbij en waait de wind door de bomen van het Bois de la Source. Nu we hier zo staan, doet het eigenlijk heel oosters - Blauwe Lotus-achtig - aan, dat spel met leegte en doorkijkjes. Misschien liet onze gids Marcel Wilmet van Studio's Hergé ons dus wel met opzet wat wachten: "Architect Christian de Portzamparc heeft zijn inspiratie gehaald uit de film Fitzcarraldo van Werner Herzog. Daarin strandt een boot in de jungle. De boot is hier als het ware in twee gespleten, waardoor het licht overal naar binnen kan. De ongelijke volumes zijn geschilderde uitvergrotingen van stukjes achtergrond uit Kuifjes boeken: een wolkenkrabber, struikgewas, woestijn. In het volume met het patroon van de maanraket zit de lift, die de bezoeker meteen meeneemt naar de bovenste verdieping." 

Via loopbruggen begeef je je vervolgens van de ene zaal naar de andere - gelukkig niet omgekeerd aan een touw bungelend met een hond in je nek zoals Kuifje - maar je waant je toch in het avontuur. "Het geeft je de kans om het gebouw vanuit verschillende gezichtshoeken te bekijken. Eigenlijk zouden we architecturale wandelingen moeten organiseren. Je ziet ook plekken waar je niet kunt komen," en daar lijkt Wilmet wel schik in te hebben. Het voegt nog wat mysterie toe aan het gebouw. 

Wat hebben we bijgeleerd ?

Het verschil tussen Jansen en Janssen leren we via een amusant quizje op onze multimediale gids. Of, dankzij twee versies van De Zwarte Rotsen, dat het favoriete whiskymerk van kapitein Haddoek niet altijd Loch Lomond is geweest. De platen laten overigens de verschillen in vertelstijl zien tussen Hergé, die veel economischer is, en Bob De Moor. 

Hergé aan de tekentafel

Hergé aan de tekentafel

Maar in elke zaal valt er iets te ontdekken. Aan de hand van "zoveel mogelijk originele" tekeningen worden de mijlpalen in het leven van Hergé (1907-1983) geïllustreerd. Hergés eerste strip, de eerste Kuifje, maar ook de eerste Quick & Flupke of Jo, Suus & Jokko, het weekblad Kuifje, Studio Hergé ... De vitrinekasten zijn een grabbelton uit Hergés leven. Een originele Lucio Fontarro leert ons dat Hergé een verzamelaar van hedendaagse kunst was. Warhol, Lichtenstein, Hockney ... De portretten die Warhol van Hergé maakte, zijn in het museum aanwezig. Op foto's zien we dat de schepper van Bobbie meer een kattenmens was, en dat hij graag naar Céroux-Mousty, een deelgemeente van Ottignies-Louvain-la-Neuve, kwam, waar hij een buitenverblijf had. En leuk voor wie een beetje tijd heeft: op de postkaartjes naar 'Monsieur Edgar Jacobs' staan op de rugzijde kleine stripverhaaltjes met een gag. 

«Zijn we in een tekening terechtgekomen? De lijnen van Hergé worden ons universum en wij worden er een deel van.»
Christian de Portzamparc, architect
Hergé, De zwarte rotsen, De blauwe lotus, Kuifie in het land van de Sovjets, potlood, OostIndische inkt, gouache ,calqueer, tekenpapier,

Links: De zwarte rotsen, plaat 33 van het kleurenalbum (eerste versie), Oost-Indische inkt, aquarel en gouache op tekenpapier, 1943

Midden: De blauwe lotus, plaat 31 van de zwart-wit versie, Oost-Indische inkt, aquarel en gouache op tekenpapier, 1934

Rechts: Kuifje in het land van de Sovjets, plaat I, potlood, Oost-Indische inkt en gouache op calqueer en tekenpapier, 1929

In de overigens goed gestoffeerde zaal 'zonder Kuifje' zie je wellicht voor het eerst Hergés reclameopdrachten voor bijvoorbeeld pijnstillers Sédagénol of voor de Innovation. Zijn inspiratiebronnen staan opgesteld als een orkestbak, een van de vondsten van striptekenaar Joost Swarte die het meubilair ontwierp. Het geluid van de drukpers moet eraan herinneren dat Hergé een man van de dag- en weekbladen was: "Zijn eerste publicatie was trouwens in Le Boy-Scout met zijn figuurtje Totor. Zelfs zijn 'klare lijn' is er schatplichtig aan: de techniek van toen vereiste gewoon een stevige zwarte rand."

Wenskaart van Studio's Hergé,

Boven: Prent uit De zaak Zonnebloem

Onder: Wenskaart van Studio's Hergé, nieuwjaar 1973

Een feest van herkenning

In de zaal van 'De papieren familie' ligt het accent ook op de tekeningen: "De scenografen hebben er bewust voor gekozen om geen wassen beelden neer te ploffen." Alle belangrijke personages hebben hun eigen vitrine, een fraaie eikenhouten kast waarin de naam van het personage is uitgeslepen, onverslijtbaar als het ware. Elke vitrine lijkt te zweven op een gekleurde wolk. Joost Swarte verrast hier ook met een personages-luster. 

Marcel Wilmet wijst naar een plaat van Kuifje in het land van de Sovjets, dat voor het eerst verschijnt op 10 januari 1929: "De eerste keer dat Kuifje ten tonele verschijnt, is Bobbie er meteen bij. Hier praat Bobbie nog, en dat zal hij doen tot kapitein Haddoek zijn intrede doet in De krab met de gulden scharen. Vanaf dan zal de kapitein fungeren als Kuifjes alter ego." We laten onze ogen glijden langs schetsen, ingekleurde of geïnkte, en zelfs onafgewerkte tekeningen: "In Kuifje en de Alfa-kunst schetst Hergé voor het eerst in balpen, dat was not done in de tekenaarswereld van potlood en Oost-Indische inkt." Wilmet, die als auteur van Tintin zwart op wit (Casterman, 2004) goed geplaatst is: "Hergé heeft zo lang mogelijk kleur uitgesteld. Hij deed het op vraag van Casterman, maar dan liet hij zich gauw omringen door coloristes. Eigenlijk kan je best wat achteruitgaan om de geïnkte plaat met de detectives te bekijken, om al dat zwart te kunnen bewonderen."

De filmzaal is verrassend, omdat een beetje liefhebber wel weet heeft van Hergés documentatiezucht, maar daarbij aan foto's en krantenknipsels denkt. "Zijn moeder nam hem op vijfjarige leeftijd al mee naar de middagvoorstelling van de films in de wijk," zegt Wilmet. Ontdek in de verschillende hoekjes van de filmzaal de parallellen tussen Charlie Chaplin, Laurel & Hardy en Jansen & Janssen, tussen King Kong en De Zwarte Rotsen, tussen The Prison of Zenda en De scepter van Ottokar, en erg duidelijk, tussen de piratenfilms met Er rol Flynn en vechtscènes met kapitein Haddoek in De Eenhoorn. Maar ook meer in het algemeen maakte Hergé eigenlijk 'filmplaatjes', zoals Joost Swarte dat opmerkt. De verschillende camerastandpunten, zijn montages, de cameorolletjes van Hergé ... 

Ik hoop dat er dankzij het museum nieuwe striptekenaars worden geboren.
Joost Swarte, scenograaf

Reis naar Hergés universum

"Welkom in het land van de wetenschap en de pseudowetenschap," zegt Marcel Wilmet. "Pseudowetenschap in het geval van De geheimzinnige ster, wetenschap in het geval van de maanalbums." Ook hier zijn de tekeningen belangrijker dan spectaculaire objecten, de duikboot van Zonnebloem uitgezonderd, een erfenis van de tentoonstelling Het imaginaire museum van Kuifje uit 1980. En de maquette van de maanraket uiteraard, die gemaakt werd opdat alle perspectieven zouden kloppen: "Bob De Moor heeft alle technische tekeningen gemaakt. Op de plaat met de raketbasis in Raket naar de maan (p. 42) heeft hij gesakkerd, het moest kloppen voor Hergé."

Wilmet stelt dat Hergé overigens erg visionair was: "Niet alleen met de maanlanding, maar hij vond bijvoorbeeld ook de kleurentelevisie uit, en in De zaak Zonnebloem kondigt hij de massavernietigingswapens aan. Het plaatje met de wegsmeltende torens (p. 51) is dikwijls verschenen naar aanleiding van 9/11. Heel de eeuw zit eigenlijk in Kuifje," besluit Wilmet. 

Hergé maakte van zijn held een reporter omdat die het voorrecht had om te reizen: "Hergés reizen beperkten zich in het begin tot tramritjes naar het Afrikamuseum en naar de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis." In de reiszaal loop je tussen de rekken, volgestouwd met artefacten, documenten en foto's die de reizen van Kuifje documenteerden: Hergés ontmoeting met de Chinese beeldhouwer Tchang is cruciaal geweest voor de waarheidsliefde van Hergé. De Blauwe Lotus is dan ook prominent aanwezig. In de zaal die oorspronkelijk 'Hergé patron' heette, lopen we langs de bureaus van Hergé en zijn vele talentvolle medewerkers, zoals E.P. Jacobs, Bob de Moor, Jozef Loeckx, Roger Leloup, colariste Fanny Rodwell: "Ze werden goed betaald, maar ze moesten ook goed naar hem luisteren." In de roemvolle zaal bevinden we ons onder fans: "Hergé heeft nooit veel last gehad van een gebrek aan succes. Het summum van zijn succes moet wel de Dalai Lama zijn die Kuifje leest." Mooie Foto.

Hergé, Raket naar de maan - Mannen op de maan, maquette van Arthur Vannoeyen voor de voorbereiding van de albums,

Raket naar de maan - Mannen op de maan, maquette van Arthur Vannoeyen voor de voorbereiding van de albums, 1951

Groeikansen

Is het museum geschikt voor kinderen? De kasten zijn alleszins laag gehouden, en de audiogids doet een ludieke poging. Wilmet daarover: "Kijk, het Hergé Museum is geen kindermuseum, dat is een keuze geweest van stichtster Fanny Rodwell, Hergés tweede vrouw. Daarom is het ook geen Kuifje Museum maar het Hergé Museum. Toch zal er tegen eind oktober een viertalige gids voor kinderen beschikbaar zijn. Die zal veel interactiever zijn." Het 3D-brilletje van het museum is nu al een succesnummer bij kinderen. De lagere school aan de voet van het museum kreeg alvast een speciale behandeling. Naar de gevolgen voor latere leeftijd moet nog onderzoek gedaan worden: het kan niet anders dat het percentage avonturiers, architecten, striptekenaars en reporters hier iets hoger zal liggen. 

Een beetje verwarrend, ook voor volwassenen, is dat de draagbare gids ook filmpjes bevat: "In deze vitrine, maar ook op het scherm ziet u ... Kijk eens op het scherm ... " Voor dit aanvullende kijkvoer zou een extra zitbank zeker geen overbodige luxe zijn. Erg amusant is Hergés commentaar in het oortje: "Kuifje is mijn alter ego op wie ik wou lijken, maar dat niet deed, de Jans(s)en zijn mijn alter ego op wie ik niet wou lijken, maar het wel deed." 

Een Nederlandstalige website is volgens Wilmet in de maak: "Het is nu eenmaal ons eerste museum - ons laatste ongetwijfeld ook - waarmee we willen zeggen: we moeten het beroep nog leren." 

Wij misten een beetje de tekstschrijver Hergé, want hij beheerste niet alleen de visuele gag, maar ook de literaire. Maar daarvoor moeten we een album ter hand nemen in de bookshop op de benedenverdieping. En dan naar het restaurant Le Petit Vingtième. Sta ons toe, Zonnebloem te citeren die voor het eerst whisky drinkt na de geslaagde terugkeer van de maanraket: "Dit is geen dag voor kamillethee."

«Dit oord moet snel gaan behoren tot het rijtje van belangrijke musea met een internationale uitstraling.»
Laurent de Froberville, museumdirecteur

Wie is wie ?

  • vzw Studio's Hergé: bestudeert, conserveert en restaureert het oeuvre van Hergé, organiseert ook tentoonstellingen
  • NV Moulinsart: beheert het werk dat afgeleid is van Hergés werk: knuffels, film, beeldjes ..
  • Uitgeverij Moulinsart: publiceert Kuifjestudies
  • NV La Croix de l'Aigle: beheert het museum en de inkomsten van de albums (Uitgeverij Casterman)

Praktische informatie

Hergé MuseumTer gelegenheid van Europalia China loopt, van 8 oktober 2009 tot 14 februari 2010, in het Hergé Museum de tentoonstelling 'Tchang, Hergé en De Blauwe Lotus'. 

Download hier de pdf

Nieuw in Louvain-la-Neuve - Vlug, Bobbie, naar het Hergé Museum