Het portret, een schepping van de Oudheid, is later weer verloren gegaan. De middeleeuwers waren zozeer op het godsdienstige afgestemd dat er voor het individuele nauwelijks plaats overbleef. Pas in de loop van de 14e eeuw duikt het portret weer op en gaat een grote bloei tegemoet. Vooral in de 15e-eeuwse schilderkunst der Zuidelijke Nederlanden is het naar het leven geschilderde portret zeer in trek: de met schroomvallige preciesheid gepenseelde personages ademen nog in een religieuze sfeer. Vaak komen ze voor als vrome stichters van altaarstukken of zijn ze afgebeeld op een luik van een diptiek, waarvan de andere vleugel de Madonna voorstelt. De schenkers zijn meestal kooplui, hogere geestelijken of vertegenwoordigers van de adel of de hogere burgerij, die dikwijls met gevouwen handen hun vroomheid demonstreren.
Na 1500 heeft er onder invloed van de Italiaanse renaissance een verschuiving plaats. Niet alleen uiterlijkheden als renaissance-ornamenten worden ingeschakeld, maar het portret in zijn geheel geeft blijk van een veranderde levensopvatting. Het maakt zich los uit het devote milieu: kooplui en burgers worden gedeeltelijk vervangen door wetenschapsmensen, reformatoren en humanisten, die met een geringe plaats in een stichtersportret geen genoegen meer nemen. De vrome middeleeuwer wordt opgevolgd door de zelfbewuste renaissancemens. Het portret wordt als het ware geseculariseerd.
Zelfbewustheid lezen wij af uit de houding en de wezenstrekken van het door Lucas Cranach de Oude afgebeelde personage in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel. De kop is fijn gekarakteriseerd. Zelfvoldaanheid, zelfs misprijzen spreekt uit het stroef gezicht van deze 16e-eeuwse humanist, die zich voordoet als een sluw en wilskrachtig man. Die karakteristieken worden nog versterkt door de op elkaar geklemde lippen en de plooien om de mondhoeken. Het accentueren van bepaalde wezenstrekken is eigen aan de realistische visie van Lucas Cranach, die het hoofd van zijn personage zeer scherp heeft waargenomen. De man kijkt de toeschouwer recht in de ogen en zijn blik verraadt een koel berekenaar.