Schilder Gery De Smet heeft de ruimte gevonden om al zijn ideeën uit te werken.
Jong talent: Gery De Smet, beeld en betekenis
Verrassende start
Gery De Smet heeft een vaste stek gevonden in Sint-Amandsberg bij Gent, en wat voor stek. Hij woont er met zijn familie in het voormalig postkantoor. De lokettenzaal is omgevormd tot een immens atelier en in wat ooit de kamergrote brandkast was, stapelt hij nu zijn werken. Het ruime atelier laat hem toe aan verscheidene schilderijen tegelijk te werken en zijn reeksen op een overzichtelijke manier uit te bouwen. Hij kan er in alle rust ideeën uitwerken en gestalte geven. En aan ideeën en thema's ontbreekt het hem niet. Zijn werk is gelinkt aan het dagelijkse leven en ook al is hij een schilder, het gebruik van andere media is hem niet vreemd.
Dat Gery De Smet een schilder is, wordt bewezen door het inmiddels respectabele oeuvre van groot en kleiner werk. In 1988 verraste hij het publiek van de Gele Zaal met een reeks grote doeken van oorlogstuig onder de veelzeggende titel Birth of a Nation. In 1990 bracht hij een serie werken waarvan de kracht nog steeds blijft beklijven. In grijsblauw geschilderde landschappen worden in gotisch schrift teksten aangebracht als 'ic dien' of 'op de wereld breek ik I in den hemel vereenig ik'. Het werkt zeer bevreemdend, wat bedreigend ook. Het combineren van zeer toegankelijke onderwerpen met even toegankelijke, naar een voorbije periode verwijzende teksten, levert spannende beelden op.
In diezelfde reeks bevindt zich een tweeluik waarvan beide elkaars spiegelbeeld vormen. Het stelt dansende Basken voor in een berglandschap. Het is een onschuldig tafereel maar toch is het meer dan dat. In de context van de reeks roept het tal van interpretaties op en schept het, mede door die grijsblauwe kleur, een onbehaaglijke sfeer. Het zijn beelden die nazinderen en die ons wijzen op een verleden dat bezwaarlijk onschuldig kan genoemd worden. Het beeldmateriaal is immers veelal geïnspireerd op foto's uit het interbellum en de felrode teksten die als slogans over de werken zijn geschilderd verwijzen ontegensprekelijk naar diezelfde periode waar het nationalisme hoogtij viert.
De Smet maakt in de loop van een decennium (1988-1998) een honderdtal kleine doeken van vierkant formaat die hij als een bibliotheek presenteert. Ze staan als boeken in rekken gerangschikt en onderzoeken "het spanningsveld tussen beeld en betekenis, en in het bijzonder tussen de clichés, de codes en hun symboolwaarde." (Florent Bex in Kunst in België na 1945) . Je kan de schilderijtjes bij wijlen uit het rek nemen en bekijken, erbij verwijlen. De kunstenaar zet je aan het denken.
In een grote reeks werken onder de titel Wijzen van wonen schildert Gery De Smet tal van woningtypes, gaande van het vakwerkhuis tot de modernistische woning. Hij voorziet ze van ironiserende titels die verwijzen naar Belgische toestanden en onze kleinburgerlijke wooncultuur. Zijn schilderijen zijn evenwel van die aard dat ze ondanks het cliché matige van het afgebeelde helemaal niet thuis horen in een doorsnee interieur. Ze zijn er te scherp en te wrang voor, ze zijn helemaal niet behaaglijk, je kan ze moeilijk negeren.
Op bedevaart
Opmerkelijk in het werk van Gery De Smet is dat hij niet alleen gebruik maakt van de schilderkunst om zijn ideeën vorm te geven. Wanneer hij uitgenodigd wordt om in de kapel van het Campo Santo te Sint Amandsberg te exposeren, doet hij iets merkwaardigs. Hij is zich blijkbaar meer dan anderen bewust van het genius loci en beslist om de plaats als het ware in eer te herstellen. Daar waar vele kunstenaars vóór hem de strijd aangingen met de sterk bepalende ruimte of die ruimte op één of andere wijze gingen verdoezelen, gaat hij ze terug benadrukken. Hij bezoekt bedevaartsoorden en kapellen en doet er zijn inspiratie op. Van de kapel maakt hij een bedevaartsoord . De avond van de opening worden de genodigden verwacht aan zijn toenmalig atelier in de buurt van de kapel en er wordt een processie gevormd. De genodigd en dragen standaarden, vlaggen en wimpels en gaan in optocht naar de kapel waar alles een plaats vindt. De wanden zijn er reeds bezet met tientallen ex veto's. Je waant je terug in het rijke Roomse leven van weleer.
Wie de zogenaamde ex veto's van dichterbij bekijkt, ontwaart vreemde teksten. Ze doen je glimlachen, zetten je op het verkeerde been of doen je gewoon even nadenken. Sommige hebben een Bond Zonder Naam gehalte met een wrange bijsmaak. De kapel staat ook weer vol met kerkstoelen, ze bewijzen dienst bij de receptie. Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie onder de veelzeggende titel Toewijding I Devotion. Het is een soort dagboek vanaf het moment dat hij voor de tentoonstelling werd uitgenodigd tot de uiteindelijke realisatie. Het is interessant omdat het je laat zien hoe de kunstenaar werkt, hoe hij associeert, hoe hij zich voorbereidt, hoe hij twijfelt en keuzes maakt.
Voor een tentoonstelling in het Museum van Deinze en de Leiestreek kiest hij de titel Leeuwenhart: de wil van God. De tentoonstelling zelf wordt onderverdeeld in een aantal hoofdstukken. Het loont de moeite ze even te vermelden: 'Uit liefde voor de vlag ' - 'Gemaskerd door het leven '- 'De dood komt ook zo wel' - 'De wil van God' - 'Het rijk der vrouw'.
Het zijn citaten, her en der samengeraapt of gevonden, maar die door het samenbrengen ervan een wat surreële betekenis geven aan de werken zelf, die elk op hun beurt ook weer een titel hebben . We vinden citaten in de titels maar ook in de beelden. Ze intrigeren, ze verschillen soms danig van mekaar en toch is er een draad, een zeer eigenzinnige coherentie. De verbondenheid tussen die diversiteit is juist de variëteit van het beeldmateriaal. De Smet wil ons duidelijk maken dat wij leven in een erg gefragmenteerde wereld. Waar het leven in vorige generaties zeer duidelijk monolitisch gestructureerd was - er was immers de zuil waartoe je behoorde en waarin alle voorzieningen voorhanden waren - is dit niet meer zo. We zijn/we nemen nu van alles wat, we zijn gefragmenteerd én op zoek naar een identiteit.
De tentoonstelling waaraan hij op het ogenblik van mijn atelierbezoek werkt, is gepland voor september 2004 in Galerie Het Zwart Huis te Knokke. Kleine landeigendom is de titel van de expositie als geheel, maar ook van één van de werken. Het werk toont een vallei met een hoge rotswand, kale dennen, een bouwkeet, een put en een groepje menselijke figuurtjes torsen een kist op de schouders, is het een begrafenisstoet?
Ook een reeks van landschappen in vogelperspectief, kleine berglandschappen, overstroomde gebieden en meer werk van die aard geven aan de titel van de tentoonstelling een betekenisvolle bijklank. Hoewel de kunstenaar overkomt als een ernstige figuur, is humor en enige vorm van zelfrelativering hem dus zeker niet vreemd. Ook als je onwetend bent van achtergronden en titels blijft het werk picturaal en plastisch interessant en boeiend, soms is het monumentaal ondanks het klein formaat, soms intimistisch, het spreekt de toeschouwer aan, laat hem niet on beroerd. En is dát nu juist niet het beste wat een kunstenaar zich kan wensen?