Dit zeer waardevolle paneel uit het museum te Doornik laat ons met Jan Gossart, een wellicht te weinig bekend kunstenaar uit de renaissance in de Nederlanden kennis maken.
Het stelt de Heilige Donatius voor, een typisch Brugse heilige, getooid in rijk ornaat. Het rad met de brandende kaarsen, het attribuut dat de heilige in de linkerhand houdt en men ook in werken van Van Eyck en Gerard David aantreft, houdt verband met een legende. Die verhaalt dat Sint-Donaas op jeugdige leeftijd in het water viel en door zijn ouders werd gered, dank zij een wagenwiel met kaarsen dat drijvende op de stroom werd gelegd en stilhield op de plaats waar het kind zich bevond. Bekend als de zevende bisschop van Reims heeft de schilder hem met die waardigheid uitgebeeld in een rijk geborduurde koorkap, met een mijter op het hoofd en een kruisstaf - niet een kromstaf - in de rechterhand. Op de keerzijde van het paneel is een wapenschild aangebracht: gevierendeeld het wapen van de proosdij van St.-Donaas te Brugge en dat van Jean Carondelet. Dit verduidelijkt meteen de oorsprong van het schilderij. Het werd voor de kerk van St.-Donaas te Brugge in opdracht van Carondelet uitgevoerd. Het portret van deze laatste dat met het besproken paneel samenging, is trouwens ook bewaard en bevindt zich thans in de Verenigde Staten, in het Museum te Kansas City. De opdrachtgever is er op geschilderd als kanunnik, in koorhemd, en zoals de heilige, voor een vlakke stenen, met een zware lijst afgewerkte achtergrond.
Jean Carondelet is een vrij bekende figuur uit de politieke geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden. Geboren te Dôle in 1469, werd hij jong priester gewijd en tot deken van Besançon aangesteld. Zijn verdere loopbaan speelde zich evenwel overwegend op het politieke vlak af. Hij zetelde o.m. in de Grote Raad te Mechelen, en nadien in de Geheime Raad. Van 1517 tot 1519 begeleidde hij Keizer Karei naar Spanje. Als lid van de geestelijke stand bekwam hij inmiddels enkele uitgelezen kerkelijke functies: zo werd hij aartsbisschop van Palermo, primaat van Sicilië en proost van Sint-Donaas te Brugge. Vooral die laatste waardigheid, waaraan de titel van kanselier van Vlaanderen verbonden was, lijkt hij bijzonder op prijs te hebben gesteld. Hij liet in de nu gesloopte Sint-Donaaskerk te Brugge zijn grafkapel oprichten, waarin zijn grafmonument, thans in de Sint-Salvatorskerk, werd geplaatst. Het kleine retabel, waarvan het besproken paneel deel uitmaakt was waarschijnlijk voor deze grafkapel bestemd. Historische gegevens - zijn aanstelling als proost van St.-Donaas in 1520 - en stilistische elementen laten toe het schilderij omstreeks 1520-25 in het oeuvre van Gossart een plaats te geven.