De beste voorbereiding op Emile Claus. Prins van het luminisme in mudel is de weg ernaartoe. Vanuit Gent fiets je langs de meanderende Leieboorden en weilanden vol grazende koeien, voorbij het sashuis en het park van Ooidonk. Het landschap van Claus is - wat villa's daargelaten - vrij onveranderd gebleven. En met het herfstzonnetje dat door het bladerdek valt, is de prins van het luminisme wel heel dichtbij.
Claus was geen ingeweken stedeling zoals de meeste Latemse schilders. Hij werd in Sint-Eloois-Vijve geboren, landelijker kon haast niet. Toch was het niet aan de Leie dat hij zijn loopbaan als schilder begon, maar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. In die stad werd hij in 1874 assistent in het atelier van Academiedirecteur Nicaise De Keyser. Daar was historieschilderkunst koning en was er weinig ruimte voor vernieuwing. Braaf bekwaamde Claus er zich in portretten. Pas nadat hij tot woede van De Keyser weigerde om deel te nemen aan de Prix de Rome, waagde hij de sprong naar het realisme.
Dat maakte hem een graag geziene naam in burgerlijke kringen die wel van romantisch-realistische tafereeltjes hielden. Werken als Twee gestrafte vrienden uit 1876 waren speels, niet te academisch en vooral schattig - perfect om in de woonkamer op te hangen. De brave genrestukken van Claus waren populair op salons en bij verzamelaars. Zelfs Leopold II had er een in huis.