De traditie om iets te leren over de levenswijze van onze voorouders door de nu (of tot voor kort) nog levende jagers verzamelaars te bestuderen, bestaat al lang.
Het is verleidelijk om parallellen te trekken tussen de Inuïts (arctische groep) en de primaten uit de laatste IJstijd. Soms tracht men zelfs iets te leren uit de gebruiken van de Bosjesmannen (en vrouwen) of de Kung. Samenvattend zou men kunnen zeggen: mannen jagen en vrouwen verzamelen. Het is zelfs zo dat er een taboe bestaat tegenover het aanraken van bloed door vrouwen. Vrouwen gaan niet op jacht. Ze bewerken wel de huid van de buit nadat deze van vet en bloed is ontdaan. Jacht biedt echter geen garantie op succes (eten). Wanneer de man met lege handen terugkeert, is het de vrouw die zorgt dat er toch nog eten op tafel komt. In de natuur valt altijd wel iets te rapen, of liever te verzamelen.
Als er al een strikte arbeidsverdeling is, dan staat de vrouw - zowel op economische, sociaal als maatschappelijke vlak - haar mannetje. Zo d raagt ze bij tot de opbouw en het in stand houden van de leefgemeenschap. Op basis van deze vaststellingen en archeologisch onderzoek komt 'Women in Prehistory' tot het besluit dat de vrouw in de prehistorie minstens de gelijke was aan de man. Hoe later het aanzien van de vrouw in onze cultuur verminderde, is een verhaal dat buiten het tijdskader van deze tentoonstelling valt.