In de beleving van kunst staat de kwaliteit van de waarneming centraal. Anderzijds doet de kunstenaar er alles aan om die waarneming in één bepaalde richting te stuwen. Als hij het goed aan boord legt, zeg maar als hij voldoende talent heeft, moet hij er dus in slagen onze blik met de zijne te laten samenvallen.
De kunstenaar is een geboren, of op zijn minst getrainde, waarnemer van de realiteit. Maar met een andersoortige deskundige van de waarneming in de zaal, met name een arts, blijkt dat de kunstenaar veel meer toont dan hij zelf beseft. Dat belooft interessant te worden, op voorwaarde dat de spiedende dokter de discretie die hij ambtshalve aan de dag moet leggen, even laat varen en ons haarfijn uitlegt wat hij méér ziet dan u en ik wanneer hij bijvoorbeeld naar de Mona Lisa kijkt, naar een Madonna met kind of naar rubensiaans mollige Gratiën. Professor dokter Jan Dequeker bekent meteen kleur. De titel van zijn boek is ondubbelzinnig: De kunstenaar en de dokter. Anders kijken naar schilderijen.
In de inleiding maakt hij ons duidelijk dat het volumineus werk niet in eerste instantie de neerslag is van een liefhebberij, maar eerder een reactie op een medische stelling die hij ooit gepubliceerd zag en die hij moeilijk kon onderschrijven: dat met name een bepaalde soort artritis pas na de ontdekking van de Nieuwe Wereld in Europa zou zijn geïntroduceerd, samen met nog een aantal andere moderne ziekten. Van in de jaren zestig al begon hij hierover bronnenmateriaal te verzamelen, en meteen werd het onderzoekingsgebied verruimd tot andere medische vaststellingen. Tot zijn eigen verbazing ontdekte hij dat schilders er in geslaagd zijn aandoeningen uit te beelden jaren, eeuwen soms, voordat zij wetenschappelijk beschreven werden, zeg maar gekend waren. En de stelling in verband met die nieuwe artritis uit Amerika kon hij aan de hand van een massa beeldmateriaal de grond in boren. Enkele voorbeelden volstaan om aan te tonen hoe anders de blik van de geneesheer kan zijn. Rogier van der Weyden schildert een ingetogen Madonna met kind. Als waarnemer valt ons het contrast op tussen de sereniteit van Maria met neergeslagen blik en de onschuldige baldadigheid van Jezus die met zijn kinderhandjes door een kostbaar gebedenboek woelt. De arts en kunstliefhebber Jan Dequeker ziet dat ook, maar hij heeft eveneens oog voor het kropgezwel dat Maria’s hals ontsiert: schildklierproblemen, zoveel is duidelijk. In het Louvre vergapen zich dagelijks duizenden aan de glimlach van Mona Lisa. De arts maakt zich zorgen over een gele huidvlek die haar linker binnenooghoek ontsiert. Daarin herkent hij essentiële hyperlipidemie, zeg maar een stofwisselingsziekte. Terloops merkt hij ook nog een lipoom of vetgezwel op haar linkerhand op. Laten wij het duidelijk stellen: