Sedert 2001 creëert de jonge fotografe Katrien Vermeire grootschalige kleurfoto's die opvallen door hun bijzondere sereniteit en intensiteit. Haar verstilde foto's staan nogal haaks op de vluchtige, nerveuze beelden uit de massamedia. Het zijn werken die onze blik vasthouden en tot rust brengen en die automatisch vragen oproepen rond authenticiteit, harmonie en schoonheid.  

Rivka, Katrien Vermeire, Blend,

Rivka, 2001, Blend, Caermersklooster, Gent, 2002

Als een schilder

Katrien Vermeire (°1979, De Haan) is een fotografe die vrij intuïtief te werk gaat. Wat ze in beeld brengt, is wat zich toevallig heeft afgespeeld in haar dagdagelijkse leefwereld: een blik van een persoon of een landschap dat haar bijzondere aandacht trekt. Het toevallig botsen op een interessant beeld en de 'click' op het juiste moment om het 'geziene' terug op te roepen, is daarbij heel belangrijk. Verder is de uiteindelijke foto sterk gelieerd aan de fotografische praktijk, die ze zoveel mogelijk zelf in handen neemt. Fotografische parameters als het kader, de belichting, de grijswaarden, de selectie van het beeld en het printen zijn daarbij allemaal even doorslaggevend op het resultaat: een fotografisch beeld met een sterk picturaal en plastisch karakter, dat veel verwantschap vertoont met een geschilderd beeld. Want, net als een schilder weet Vermeire de subtiele grens tussen werkelijkheid en illusie te bespelen door de precieuze invulling van kleur en licht. Ze manipuleert op meesterlijke wijze kleur- en lichtwaarden om haar subjectieve kijk op de werkelijkheid naar buiten te brengen. Kenmerkend daarbij is dat die ingrepen nooit iets geforceerd of gekunsteld nalaten. 

De voorbije negen jaar komen steeds dezelfde motieven op de voorgrond. Vermeire fotografeerde vooral personen -vaak meisjes- en natuurlandschappen en concentreerde zich op de wisselwerking tussen de persoon in een landschap, waar het meestal een logische connectie mee heeft. 

De drie types beelden die het 'body' van haar werk vormen, ontstaan op een organische manier naast en door elkaar. In de zijlijn werkt ze aan opdrachten en kunstintegratieprojecten, die het voordeel hebben dat ze steeds haar autonoom werk positief beïnvloeden, zowel op inhoudelijk als op technisch vlak. 

Daarnaast is ze op haar zoektocht naar een 'goed' beeld en haar onderzoek naar hoe 'goede' beelden geconcipieerd zijn, vooral geïnspireerd door de verworvenheden in de recente beeldcultuur en in het bijzonder door gevestigde waarden uit de film (zoals Peter Greenaway en Werner Herzag), de fotografie (William Eggleston, Carl Dekeyzer. .. ) en de schilderkunst (Mark Rothko, Gerhard Richter. .. ). Op dit moment doet Katrien Vermeire het camerawerk in de documentairefilm van Sarah Varragt en werkt ze aan een kunstintegratieproject van de Vlaamse Bouwmeester voor een woon- en zorgcentrum in de gemeente Hallaar in Ten Kerselaere, dat in het najaar van 2009 zal klaar zijn. 

Patricia, Valérie, 2000, Katrien Vermeire,

Patricia, Valérie, 2000

Subtiele kleurschakeringen

Ondertussen maakte ze meerdere beelden die eens je ze hebt gezien, voor altijd op je netvlies blijven kleven. Het beeld Rivka, een opvallend meisjesportret, waar ze in 2001 aan het KASK in Gent mee afstudeerde, was meteen een schot in de roos. Het werk werd getoond op de groepstentoonstelling  Blend (2002) in het Caermersklooster en een jaar later behaalde ze er de prijs voor Beeldende Kunst van de Provincie West-Vlaanderen mee. Het meisje kijkt recht in de lens, met een indringende blik, die tegelijk open, ongedwongen en mysterieus is. Gehuld in een wit T-shirt werd het meisje uitgelicht tegen een witte wand, op een manier dat voor- en achterplan zacht in elkaar overvloeien en witte -en rozige kleurschakeringen elkaar afwisselen. 

Een jaar voordien maakte Vermeire een reeks van vier beelden waarbij ze telkens een ander meisje van op de rug fotografeerde in een groen landschap. Door het meisje op de voorgrond extra te belichten wist ze de figuur los te maken van het achterliggende donkere landschap, waardoor het beeld plots een sterk bevreemdend karakter kreeg. Bovendien wist ze met een subtiel schaduw-lichtspel het lichaam van het meisje gedetailleerd weer te geven. In Patricia (2000) zien we hoe het hele lichaam hierdoor erg tastbaar aanwezig is, alsof het uit het beeld treedt. We ervaren daarbij niet alleen het putje aan de elleboog van het meisje, maar ook de plooien in haar blouse en de golvingen in haar weelderige haardos. Haar hele lichaam wordt een delicaat, tactiel en tastbaar landschap waarover we onze blik kunnen laten glijden. 

In het beeld Annecy (2003), waarin je een vrouw met kinderen en hond langs de oevers van een meer ziet wandelen, herhaalt Vermeire dat soort schaduw-lichtspel, maar minder opvallend, om opnieuw subtiele kleurschakeringen aan het oppervlakte van de figuren zichtbaar te maken. De beeldscherpte van de figuren op de voorgrond contrasteert met de vage, onscherpe achtergrond. Hoewel de bewegende figuren opgenomen zijn in het landschap, lijken ze er tegelijk buiten te staan. Opvallend is ook hoe dit beeld de indruk wekt een momentopname te zijn, terwijl de zorgvuldig opgebouwde beeldcompositie net het tegendeel doet vermoeden. 

De subtiele schakeringen van licht en kleur, de intensiteit van kleuren en het contrast tussen donker en licht dat geleidelijk afneemt van de voor- naar de achtergrond, herinnert aan het atmosferisch perspectief uit de oude schilderkunst. 

Katrien Vermeire, Sabine, Vals,

Sabine, Vals, 2005. Freestate, Oostende, 2006  

Horizonlijn

In het beeldonderzoek van Katrien Vermeire komt een streven naar een ideaalbeeld naar voor. Dit uit zich in de manier waarop ze tegengesteld werkende beeldelementen met elkaar in evenwicht of harmonie tracht te brengen. Door middel van kleine heldere lichtaccenten weet ze steeds beeldfragmenten uit te lichten en het beeld transparant en levendig te maken. 

Wat Vermeire naar buiten brengt via portretten en landschappen of de combinatie, is niet zozeer de identiteit van een plek of een persoon, maar meer wat die personen en die landschappen mentaal met elkaar verbindt. Ze spreekt over het magisch karakter van een stuk ongerepte, onbezoedelde natuur en over de open blik van de geportretteerde die een min of meer logische connectie heeft met de plek waar ze gefotografeerd wordt. Er ligt een soort zoektocht naar het oorspronkelijke en het authentieke aan de basis van haar werk. 

Als ik haar vraag hoe ze haar personen vindt, dan antwoordt ze dat ze wordt aangetrokken door een bepaalde blik, houding of beweging. Zo zag ze Pauline met haar hond op straat lopen, een jong meisje uit het Leuvense, en werd ze aangesproken door haar manier van kijken. Het leidde tot de foto Pauline & Timo (2003), het meisje dat halflijfs werd afgebeeld tegen de achtergrond van een gazon met groen lover. Een beeld dat op Contour (2005), de Mechelse Video Biënnale, in het Lamot is getoond en als affichebeeld fungeerde. Pauline kijkt met een indringende blik recht in de ogen van de toeschouwer. 

Wat Vermeire precies aantrekt in die blik, formuleert ze als volgt: "Meestal gaat het om hun 'gewone' manier van kijken en als ik hen regisseer is het enkel om hen daar terug naar toe te brengen. Als er een foto lukt, dan heb ik het gevoel dat hij of zij zichzelf durft te zijn. Hij of zij staat er dan heel ontspannen en de foto mag genomen worden."

 Het is precies alsof er een kort moment van verstandhouding is tussen fotograaf en geportretteerde.
,Katrien Vermeire Pauline & Timo, Contour Mechelen,  Lake Michgan, Chicago,  Shiretoko, Japan,

Links: Pauline & Timo, 2003. Contour Mechelen, 2003

Midden: Lake Michgan, Chicago, 2008

Rechts: Shiretoko, Japan, 2006

Een dergelijk confronterende blik op groot formaat was ook te zien op de locatietentoonstelling Freestate in het Oud Militair Hospitaal in Oostende in 2006, waar het monumentale portret Sabine, Vals (2005) op een buitenwand van de site hing. Het hoofd van Sabine werd afgebeeld tegen de achtergrond van een groen berglandschap. Opvallend is hoe Vermeire haar figuren steeds weer accuraat positioneert ten opzichte van de horizonlijn. Die horizonlijn is meestal zeer bewust aan- of afwezig gesteld. In Pauline & Timo en Sabine bijvoorbeeld wordt die heel bewust in het midden van het fotografisch oppervlak gelegd. Terwijl in andere foto's de horizon bijna lijkt op te lossen, zoals dit het geval is in de verschillende reeksen zeezichten, getiteld On Selecting Vibrations, waarin de water- en de luchtlaag in elkaar over vloeien. 

Deze beelden zijn opgebouwd uit een strakke compositie, waarbij de zeespiegel zich meestal te midden van het beeld bevindt. Het blauw van het zeewater vloeit over in het blauw van de lucht. Het worden bijna abstracte landschappen, waarin louter nog subtiele kleurschakeringen in de textuur van de lucht en het water zichtbaar zijn. Het zijn foto's van zeezichten, die dichter aanleunen bij de sferische en vibrerende abstracte schilderijen van Mark Rotko als bij de ijle en afgevlakte abstracte zeezichten van de Japanse fotograaf Hiroshi Sugimoto. 

De eerste zeezichten van Katrien Vermeire kwamen tot stand tijdens een kunstintegratieproject voor het Zeewezengebouw in Oostende. Dit project liet haar toe van op een vloot in volle zee te fotograferen. Ondertussen reisde ze naar Japan en naar Chicago, waar ze iets gelijkaardigs kon doen. De zeezichten is een reeks foto's die net als haar portretten en haar andere landschappen gestaag aangroeit. Met zorgvuldig uitgekozen beelden formuleert ze traag maar gestaag haar kijk op de werkelijkheid. De 'kijk' van Vermeire leidt tot opmerkelijke krachtige beelden die een subtiele schoonheid reveleren.

Download hier de pdf

De foto’s van Katrien Vermeire - Vibrerende kleurschakeringen