Als een van die figuren had hij de buildrager voorzien. De definitieve grote versie van dat beeld dateert uit 1905. Voordien echter had de kunstenaar reeds geruime tijd met dat thema gewerkt : zowel in tekeningen en reliefs als in losstaande figuren. In 1885 ziet men inderdaad reeds de buste van een buildrager tentoongesteld te Brussel en in 1890 te Parijs een klein bronzen beeld 'Buildrager' getiteld, dat door de kritiek zeer lovend werd onthaald.
Het is de figuur van een jonge arbeider, in een pauzerende houding met de linkerhand op de heup, de rechterarm en -hand in de zij gestut, tot steun van de last die op het bovenlichaam moet rusten. Het hoofd met dragerskap, is in een licht zijwaartse, zelfbewuste beweging opgeheven en het gelaat met tamelijk diepliggende ietwat starre ogen verraadt in zijn trekken de diepere psychologie van een sociaal gedetermineerd mens.
Die arbeider ondergaat zijn omgeving, en toch is er een begin van bewustwording die uit de ganse houding spreekt. Dit werk brengt enerzijds tot uitdrukking wat filosofen circa 1850 zochten te bewijzen, nl. dat, in tegenstelling tot de burger die eerder toeschouwer is in het leven, de handelende arbeider, 'vader van de mensheid' het uitzicht der wereld verandert. En anderzijds vertoont het een ontwaken van het individu met eigen zieleleven en twijfels.
Vorm en inhoud van het werk bereiken een innerlijke overeenstemming : met zware schoenen aan de aarde gebonden, een athletisch en evenwichtig opgebouwd lichaam dat onder het werkpak doorstraalt, het ernstige hoofd dat uitdrukking geeft aan de arbeidersproblematiek : een geheel van vormen en plastische rythmen met ethische inhoud.
Bij het lichtspel en de zachte glans van de oppervlaktebewerking is weer even de schilder aan het woord. Er is inderdaad toch een zweem van picturaal effect in het werk aanwezig.
Deze kunstenaar van 'le bel animal humain', zoals Camille Lemonnier hem noemt — zoeker naar het zuiver en eenvoudig-menselijk aspect, heeft tot de kunst van onze tijd blijvend bijgedragen.
De realistische strekking van zijn oeuvre toont wat de thema's betreft, de mens, die zich gaat verdiepen in de wortels van zijn wezen. Men heeft de kunst van Meunier vergeleken met die van de grote Franse hernieuwer Auguste Rodin. Uit het voorbeeld van deze laatste zou Meunier de moed geput hebben om het hem omringende leven plastisch uit te beelden.
Zeker vertoont hun kunst ergens enige verwantschap. Beiden breken zij met de traditionele uitbeelding van het menselijk lichaam. Beiden hebben figuren geboetseerd die door arbeid en smart getekend waren. Maar waar Rodin's oeuvre de diepere emotionele en geestelijke drijfkrachten van de mensheid geniaal vat, bleef Meunier binnen de beperkte wereld van het zware arbeidersleven. Zelf was hij bij het uitoefenen van zijn vak een stipt ambachtsman.
Wij zouden hier het oordeel van de kunstcriticus Charles Wentinck willen onderschrijven 'De betekenis van Meunier ligt thans zeker niet meer in de vroegere actualiteit van zijn themata. Zij schuilt vooral in zijn vermogen een plastische taal te vinden voor de weergaven van zijn impressies. Hij heeft nooit getracht het zachte, stoffelijk-karakteristieke van een hemd of voorschoot te geven. Altijd schiep hij een adaequate, plastische vorm.
Ook al dragen Meuniers gestalten individuele trekken, zijn het geenszins onder-individuele massa-mensen, hij verhief ze tot typen ; hij verleende ze een heroïek, die onder het schootsvel een verborgen klassiek element tot uitdrukking deed komen.'