Wie zijn interieur wil opluisteren met een gespierde Atlas of een buste van Voltaire, kan terecht in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. In de afgietselwerkplaats huist een indrukwekkende collectie van 20.000 mallen, genomen van 4.000 originele reliëfs, hoofden, torso's, bustes en standbeelden van overal ter wereld.

jubelparkmuseum

Een klets op de blote billen

De werkplaats van het Jubelparkmuseum heeft allerlei in de aanbieding: mallen van het Parthenon, Egyptische scarabeeën, verlichte wijsneuzen uit de achttiende eeuw... Vele gietvormen dateren nog uit de tijd van Leopold II en bewijzen tot vandaag hun educatieve en decoratieve nut. Maar met een krap personeelsbestand blijkt het beheer van deze gigantische schatkamer geen sinecure.

Wie de poort van de werkplaats openduwt, staat oog in oog met een oud afgietsel van een imposante Hercules. Zijn gespierde tors staat op een stootkar, Zijn twee meter hoge benen er vlak naast. De gevleugelde Nike van Samotrake houdt hem gezelschap. "Nike is het moeilijkste en spannendste stuk dat we hier ooit hebben afgegoten," zegt Ariane Vanaenrode, al meer dan tien jaar werkzaam in het atelier. Ze is naar het origineel in het Louvre gaan kijken en Nike, de godin van de overwinning, is haar lieveling. "De draperingen, de vleugels. Het doet denken aan iemand die wegvliegt, aan vrijheid."

De paardenkoppen van Phidias brengen de klassieke oudheid al even scherp in het vizier. Ook de Venus van Milo en de Renaissance geven present in de toonzaal. Even verderop staan recente afgietsels klaar voor afhaling. Madame Récamier wacht liefelijk en verleidelijk op haar besteller. Een weelderige blik in een al even weelderig lichaam. Het kan niet anders of ze is gewild door het publiek. "Ze wordt vaak besteld en afgegoten," weet Jan Swartenbroekx, die van beroep patineur is. Hij kan marmereffecten schilderen als de beste en witte gips er doen uitzien als echte brons of terracotta. Wonderlijk hoe de jonge meester illusoire effecten tevoorschijn tovert. "Helaas doen we dat nu niet meer in eigen huis maar wordt het patineren uitbesteed. Ik dien nu ook afgietsels te maken. Dat is jammer, want met patineren zat ik op een hoog niveau. Ik moet weer van nul af aan beginnen om de kneepjes te leren."

Het patineren leerde Swartenbroekx bij Van der Kelen-Logelain in Brussel, befaamd om zijn marmer- en houtimitaties. Daarbij zijn oefening en geduld misschien wel de voornaamste eisen. Zo nu en dan patineert Swartenbroekx een afgietsel in zijn eigen atelier om de stielkennis te onderhouden. "Boven de grondlaag in oliebasis komt een tweede laag, een olieverf die weinig vergeelt. Voor de patine mengen we notenolie met terpentijn en droogsel. Voorts wordt getamponneerd en gesjabloneerd. Alle plooitjes en spieren, bijvoorbeeld van een Atlasfiguur, krijgen een schaduw," zo geeft de patineur zijn keukengeheimen prijs. Dat hier vreemde relaties met de afgietsels groeien wordt in het atelier met een brede glimlach toegegeven. De Atlas krijgt wel eens een plagende klets op de stevige blote billen.

Jubelparkmuseum,
Jan Swartenbroekx bij madame Récamier, die wacht op afhaling, Jubelparkmuseum,

Foto links: Jan Swartenbroekx bij madame Récamier, die wacht op afhaling

Een verse piëta van Michelangelo

In het atelier liggen tientallen sneeuwwitte ongepatineerde Egyptische katten in slagorde te wachten op een verdere behandeling. Vanaenrode: "Vroeger klopten hier alleen academies, decorateurs, kunsthandelaren en architecten aan. Nu kan iedereen een bestelling plaatsen. De meest verkochte stukken zijn Griekse en Romeinse beelden. Maar ook bustes en torso's van Voltaire en Hippocrates zijn erg geliefd. Beethoven is een tijdje in geweest, maar nu weer helemaal uit. Vooral de Egyptische archeologie stond een tijdje geleden in de belangstelling met de tentoonstelling De kunstenaars van de farao's. Afgietsels van Egyptische valken, katten, kevers staan geduldig op de plank. Die worden te koop aangeboden in de museumshop. Vooral de kat van de godin Bastet is een echte topper."

Ooit stond hier de volledige collectie afgietsels te kijk. Ten tijde van Leopold II was de afgietselwerkplaats een didactisch museum op zich. Naar Griekenland en het land van de farao's reisde toen slechts een enkeling. Massatoerisme moest nog worden uitgevonden en Leopold II wou het publiek in het Brusselse Jubelpark een encyclopedisch panorama bieden op de hoogtepunten van de kunstgeschiedenis. Vandaag is van de verzameling slechts een lukrake en ongeordende selectie te zien. Veel afgietsels raakten in de loop van de tijd beschadigd en staan nu wat roemloos in de gigantische reserve tussen de rekken, samen met de mallen torenhoog opgestapeld. Een heftruck komt er aan te pas om de bovenste schappen van de rekken uit te pluizen. Waarop we daar zullen stuiten? De gietvormen van de David van Michelangelo waren jaren zoek.

De stutwerken die de loods in de jaren zeventig en tachtig moesten rechthouden en waarbij de beelden tijdelijk in containers werden opgeborgen, hebben de boel danig in de war gestuurd. Niet alles is na afloop weer keurig op zijn plaats gezet. Maar daarvóór werd ook al flink wat afgerommeld. Bij de eerste verhuizing, gedurende de Tweede Wereldoorlog, heeft men het klassement achteloos aan zijn laars gelapt. Krijgsgevangenen moesten toen het patrimonium van de afgietselwerkplaats van het Legermuseum naar de Musea van Kunst en Geschiedenis versjouwen. Om alles weer mooi in kaart te brengen, ontbreekt het aan personeel. Alleen al voor de reorganisatie van de reserves zijn drie tot vier mensen nodig. Intussen roeit het atelier met de riemen die het heeft. Maar met vier man de zaak beredderen is moeilijk. Behalve patineur Jan Swartenbroekx heeft het overige personeel niet echt een ambachtelijke opleiding. De stiel hebben de meeste hier al doende in de vingers gekregen. Elk stuk dat afgegoten wordt, is als een blijde geboorte. De vers afgegoten Piëta van Michelangelo is voor Swartenbroekx zo'n 'boreling'. "Het is de eerste keer dat ik het meemaak dat het beeld wordt afgegoten. De discuswerper hebben we vorig jaar drie keer aangemaakt."

Een Egyptische koningin voor 2,5 euro

Jubelparkmuseum

Het atelier stoomt 600 tot 700 beelden per jaar klaar. Publiciteit wordt daarvoor niet gevoerd. Mond-aan-mondreclame brengt het gros van de klanten over de vloer. Het atelier vreest, bij een grotere toestroom de toevloed aan bestellingen niet te kunnen slikken. De afgietselwerkplaats kan best wat nationale erkenning gebruiken. Voorbeelden in het buitenland liggen niet meteen voor het grijpen. Alleen in Berlijn en het Louvre in Parijs zijn vergelijkbare afgietselwerkplaatsen actief. Brussel en Berlijn zijn nog aan een museum verbonden. Parijs is deels geprivatiseerd, hanteert modernere technieken, de stukken worden er systematischer afgewerkt. In Brussel regeert nog een restje oude ambacht.

Om nog een andere reden is de afgietselwerkplaats van het Jubelparkmuseum erg bijzonder. Zo heeft ze mallen waarvan het origineel intussen niet meer bestaat. Neem nu het gotische reliekschrijn van Sint-Gertrudis. Het plaasteren afgietsel staat in de kerk van Nijvel ter vervanging van het in vlammen opgegane origineel. Echt tuk zijn de gieters in Brussel er niet op. Met het gewriemel van beelden in piepkleine nissen, wordt het snel een hele poespas om een fraai afgietsel af te leveren. Gelukkig is er keuze in overvloed. Voor een buste van bankier Strozzi met scherpe, brutale neus betaal je net geen 200 euro, voor het goddelijke gezelschap van het bebaarde hoofd van Zeus tikt de kassa af op 265 euro. Is dat net iets te hoog gegrepen? Niet getreurd, het kleinste beeldje, een geknielde Egyptische koningin, prijkt voor amper 2,5 euro op uw eigenste nachtkastje.

Praktische informatie

Download hier de pdf.

Afgietselatelier van het Jubelparkmuseum