Virtueel museumbezoek

Wat kan ik met het Internet doen?
De vraag zal de afgelopen maanden meermaals eigenaars van een computer opgekomen zijn. Indien men sommige auteurs mag geloven is het Internet zowat het wondermiddel bij uitstek. Een sesam voor alle gebruik. Bij al die hype zou de lezer bijna vergeten dat het Internet niet meer is dan een vehikel om informatie te vergaren. Multimediale informatie. 

Het Internet is een verzameling van geïnternetwerkte computers die dezelfde taal spreken. Bovenop dat globale netwerk draaien groepen gebruikers allerhande toepassingen. Eén ervan is het zogenaamde World Wide Web. Dit web is een verzameling van hypertext-­documenten die allerhande computerbestanden met elkaar verbinden. Geluidsfragmenten, illustraties, teksten, video ... met andere woorden bij uitstek een materie voor kunstenaars. 

Het mag dan ook geen toeval zijn dat de meest gerenom­meerde auteur over hypertext een voormalig kunstenstudent van de befaamde Princeton University is. George Paul Landow is professor Engels en Kunstgeschiedenis aan de Brown University. Een lezer kan dankzij een hypertext discontinu of nonsequentieel lezen. De huidige boeken of stripverhalen daarentegen blijven sequentiële kunst. De lezer volgt de pagina van boven naar beneden en moet zich strikt aan het door de auteur geëffende pad houden. Theoretici zoals Roland Barthes betreurden dit, maar konden het weinig verhelpen omdat de computertechnologie nog niet ver genoeg stond. De afgelopen jaren veranderde er echter veel. Plots kon een document op een pc plaatjes bevatten die naar andere documenten verwezen. Het papier (vaste materie) viel weg als noodzakelijke drager.

Dankzij de knooppunten en verbindingen in dergelijke hyperteksten kan elke lezer ineens zelf zijn route bepalen. Mikken en klikken volstond plots om unieke literaire ervaringen op te doen en ongekende bronnen aan te boren. 

Toen de hypertekst-techniek ruim anderhalf jaar geleden op het Internet zijn intrede deed, zorgde dit voor een exponen­tiële groei van het aantal gebruikers. 
De eerste multimediale hyperteksten die het World Wide Web vormden stelden bitter weinig voor. Ze waren lelijk en handelden bijna zonder uitzondering over informatica. In juli 1994 besloot Nicholas Pioch, een Parijse informatica-student, echter een soort digitaal museum voor digitale kunst te bouwen op het Web. 

Hij noemde het Le WebLouvre. Om de mogelijkheden van het medium aan te tonen koos hij de miniaturen uit Les très riches heures du Duc de Berry van de gebroeders van Lippenburg. Het resultaat was oogverblin­dend mooi en binnen de kortste keren ontstond de mythe als zou hét Louvre op het Internet staan. Pioch kreeg spijtig genoeg last met advocaten van het museum. Snel zagen enkele musea in dat een aanwezigheid op het Internet de collectie toeganke­lijker kon maken. 

Het Andy Warhol Museum ging on-line, maar toonde alleen het interieur van het gebouw en gaf informatie over openingsuren en parkeergelegenheid. 

Stilaan verschenen ook de eerste echte digitale tentoonstellingen. Al dan niet in de marge van een klassiek evenement. In de marge van het Festival van Vlaanderen zette Netpoint met het Festival een digitale tentoonstelling op rond de grootste aller polyfo­nisten: Jean de Castro. In zijn tijd populairder dan Prince en de Stones samen. 

De digitale bezoeker bepaalt zelf in welke volgorde hij de repro­dukties van schilderijen, de achtergrondinformatie en dergelijke doorneemt. 

De overzichtstentoonstelling over Paul Cézanne van het Musée d'Orsay, de Tate Gallery en het Philadelphia Museum of Art verscheen eveneens op het Internet. Bezoekers kunnen een samenvatting van de catalogus raadplegen, de persmap en de biografie lezen, een aantal kunst­werken bekijken en de cd-rom of de catalogus on-line bestellen. Uiteraard staan ook de openings­uren op het net. 

Het Internet kreeg zelfs de wereldpremière van Dali Under The Sun in Florida. Voor het eerst in 25 jaar toont het Salvador Dali Museum zijn volledige collectie van 94 olieverfschilderijen.

Het was eerst te zien op het Internet. Het Frans ministerie van cultuur opende vervolgens een eigen web-site om de Franse musea te promoten en bijna elke Italiaanse gemeente bracht zijn museum on-line. Het Carillo Gil Museum voor hedendaagse kunst toont zijn collectie met werk van Jose Clemente Orozco, Siqueiros, Rivera en andere Mexicaanse kunstenaars uit de twintigste eeuw. Het Centre Georges Pompidou de l'Art Moderne-Centre Beaubourg doet hetzelfde, maar geeft als toetje digitale kunst. De Vene­tiaanse musea met die ene Memling en het Staatliches Museum Schwerin met zijn zeventiende-eeuwse Nederland­se schilderijen wachten eveneens op digitale passanten.

Zelfs het Brussels stripmuseum wist zich via Groot-Brittannië een bescheiden plekje op het Internet te veroveren. 

Praktisch

Om de volgende musea te bezoeken moet de Intemet-gebruiker de volgende unieke plaatsbepalingen (url) intypen in zijn grasduiner (bijvoorbeeld Netscape Navigator).
Let op met dit Sanskriet want de minste tikfout is fataal.
Vervolgens legt het programma de verbinding en kan het virtuele museumbezoek beginnen.

  • http://www.netpoint.be/abc/castro/
  • http://www.cezanne.fr/
  • http://www.warhol.org/warhol/
  • http://www.comune.bologna.it/bologna/Cultura/Museicomun/Archeologico/
  • http://www.conet.com.mx/macg/
  • http://www.paris.org/Musees/Beaubourg/
  • http://www.highwayone.com/dali/
  • http://www.dea.polimi.it/ricci/welcome.htm
  • http://isotropic.com/highmuse/highhome.html
  • http://www.knossos.gr/~hmuseum/index.html
  • http://www.msu.edu.tr/services/irhm/irhm-home.html
  • http://cy-mac.welc.cam.ac.uk/art.html
  • http://www.comune.bologna.it/bologna I /Cultura/Museicomun/Morandi/
  • http://dmf.culture.fr/
  • http://www.rosprint.ru/art/museum/pushkin/
  • http://intercity.shiny.it/regione.html
  • http://hamburg.bda.de:800/bda/nat/hn/sms/welcome.html
  • http://www.nedpunt.nl/teylersmuseum
  • http://dse.iaehv.nl/cultuur/musea/vanabbe/

Download hier de pdf

Virtueel museumbezoek.pdf