'Allons enfants de la Patrie le jour de l' Art est arrivé.' Ar(t)chitect en kunstenaar Johan van Geluwe is niet iemand die je manhaftig, strijdvaardig en in levenden lijve op de barricaden van het (straat)leven zal aantreffen. Van Geluwe leidt veeleer een teruggetrokken kluizenaarsbestaan in zijn hoofd, om in gedachten zijn oeuvre te voltooien, The Museum of Museums te bestieren, de wereld te begroeten met mail art. Tegenover de gevestigde machtsstructuren zet hij zijn engagement van de liefde voor de kunst. Want werkelijk: 'Eendracht breekt macht'. 

'En zeggen,' zegt hij, 'dat de post ondertussen almaar doorwerkt. Nu, straks, vannacht, ... Verveelt gij u soms?' Ik zoek me een weg naar de beweegredenen en het archief van de scheppingsdrang van Johan van Geluwe in de overtuiging die nooit te zullen vinden. 

En dat hoeft ook niet. Niet het vinden is belangrijk. Zoals het helemaal niet de bedoeling is 'van de museumdirecteur een waardebepalend verschil te maken tussen wel of niet belangrijk, wel of niet banaal, wel of niet actueel.' Bij Van Geluwe gaat het om Kunst. Om Hartstocht. Om Inbeelding. Om Verbeelding. 

De incidentele inrichting van zijn woonkamer is een afspiegeling van de permanente structuur van zijn gedachten: kartonnen dozen met allerhande verzamelde archiefstukken vullen de ruimte en maken ze tot doolhof. Alleen hij vindt er zijn weg in. Ik, de toeschouwer, ben heel even deelgenoot, heel even treed ik binnen in de collectie van zijn fictieve musea. 'Het museum moet van kunstenaars en kunst opnieuw hoofdacteurs maken, en wel in een plaats, waar nadenken en tonen - niet het gedirigeerd tonen - op de eerste plaats staan. Tegen hol klinkend entertainment, massificatie en geestelijke leegloop moet opgetreden worden,' schreef hij in een in Kunstforum International (1990) opgenomen manifest. 

Ik zit aan een tafel, schrijf, met Johan van Geluwe tegenover mij en omgeven door een reeks van ingebeelde musea waarvan Klaudija Kosanovic reeds een gedeeltelijke opsomming gaf: het Air Museum, het Antikriegsmuseum, het Museum voor Bad Art, het Marcel Broodthaers Musée d'Art Moderne, het Hilmar Liptows Van Goghmuseum, het Leszek Przyjemskis Museum of Hysterics, het Claes Oldenburgs Mouse Museum, het Daniel Spoerrius Musée Sentimental, het Harald Szeemanns Museum der Obsessionen, het Museo Vostell, het Museum of Instant Images, het Mail Museum, het Museum of Modern Mythology, het Pocket Museum of(f) Modern Art, het Rose Museum, het Museum For Subconscious, .. .'

Op elk van deze fictieve musea drukte Johan van Geluwe ook daadwerkelijk zijn stempel: een ronde schijf (zoals de aarde) waarin een gestileerde Griekse tempel met daaronder naam en adres van de directeur en de instelling staat. Boven de tempel verschijnt het opschrift van zijn fictieve burcht: The Museum of Museums. De stempel lijkt nog het meest op een geldstuk, ware het niet dat Johan van Geluwe nog niet één werk heeft willen verkopen. Hij schenkt. En wat die drang tot stempelen betreft: 'Deze stempel,' verklaart Klaudija Kosanovic, 'in de zin van burocratische reglementen en machtsaanspraken, ironiseert in zijn alomtegen­woordigheid onherroepelijk de toe-eigening en markeert de geest van Van Geluwe.' 

Johan Van Geluwe mag graag parodiëren. Hij is nu eens sloganesk, dan haast religieus. Tegenover 'A junk of art is a joy for never' zet hij een bijna-psalm: 

L' art
L' art c'est moi
L' art c'est toi
L' art c'est vous
L' art c'est nous
L' art c'est nous-tous

Samen met een bevriend Pools kunstenaar is Johan Van Geluwe aan een nieuw project bezig dat tussen al zijn andere activiteiten en projecten langzaam tot ontwikkeling komt; met name Situtopias. Hij toont me een lijst van wereldvermaarde plekken op aarde die in het project zullen opgenomen worden. De lijst is nog lang niet volledig of af. Maar er wordt aan gewerkt. Van Geluwe, die als maatschappelijk betrokken kunstenaar gebroken van het onzinnige geweld uit de Tweede Wereldoorlog terugkeerde, zette leper op de lijst. En als gelovige vragensteller nam hij ook de versteende apocalyps in het kasteel van het Luikse dorpje Eben-Emael in zijn lijst op. 'Ge moet u eens voorstellen,' zegt hij. 'We zweven in de ruimte. In een ellipsvormige baan om de zon. In een mechaniek van aantrekken en afstoten. Ge moet u dat eens voorstellen. En wat in de kosmos gebeurt, gebeurt ook in een atoompje. Het grote zit in het kleine en het kleine in het grote. Ge moet u dat eens voorstellen. 
't Is niet te geloven, hé?' 

P.S. De dag na ons gesprek krijg ik art mail uit Waregem. Een gerecycleerde enveloppe. Verzonden vanuit het Kabinet van de Conservator. Met mijn adres in een mooi en sierlijk handschrift tussen een collage van grappige, ludieke en subtiele stempels. Mijn nota's van ons gesprek, zo blijkt. 'Hierbij de vergeten nota's, zéér ARTelijk, Johan.' Aan elkaar geniet en verlucht met een bonnetje waarop Pommes frites en het getal 070013 staan. Ik licht het bonnetje op en vind daaronder alweer een stempel: de handdruk van twee mannen. Voor Johan Van Geluwe is vriendschap geen fictie. En de post werkt almaar door. En Johan Van Geluwe verveelt zich nooit. 

Download hier de pdf

Johan Van Geluwe.pdf