
Inleiding
1. Uit: Gazet van Antwerpen, 4 december 1956.2. Uit: Catalogus Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, september, 1974.3. Caseïnetempera: verf waarin caseïne - organische stof verkregen uit het neerslaan van afgeroomde melk - als bindmiddel is gebruikt.4. Uit: Catalogus Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, september, 1974.5. In het bijzonder de Franse groep 'Supports-Surfaces' met onder meer Louis Cane, Claude Viallat, Daniel Dezeuze.6. Uit: Het 5de Wiel, Se jaargang, nr 2.
Hubrecht en Jan van Eyck - Het Lam-Godsretabel
1. Just Havelaar, Het portret door de eeuwen, Arnhem, Van Loghum, Slaterus, 1930, 4de druk.
De gebroeders Hubrecht en Jan van Eyck werden te Maaseik bij Maastricht geboren. Over Meester Hubrecht is weinig bekend. In 1425 duikt zijn naam voor de eerste maal op te Gent. Hij overleed op achttien september 1426 en werd in de St.-Janskerk begraven.
In 1422-1424 was Jan van Eyck hofschilder van Jan van Beieren te 's-Gravenhage. In mei 1425 verbleef hij te Brugge en werd er aangesteld tot hofschilder van Hertog Filips de Goede. Hij kreeg opdracht om zich tijdelijk te Rijsel te vestigen. Van 1426 tot 1429 werden hem enige diplomatieke zendingen toevertrouwd; eind 1428 reisde hij onder meer naar Portugal. Kort na zijn terugkeer in 1430 vestigde hij zich definitief te Brugge. Hij huwde er in 1434 en overleed op negen juli 1441. Van 1432 af heeft hij enige panelen gedateerd en met zijn doopnaam 'Johannes' gesigneerd. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Vlaamse schilderkunst.
Literatuur
J. Duverger, De navorsing betreffende de Van Eycks, Het oude land van Loon, 1954, p. 192-210
E. Dhanens, Het retabel van het Lam Gods in de St.-Baalskathedraal te Gent, Gent, 1965;
A. Monballieu, 'Bijdrage tot de studie van het Lam Gods-retabel: de interpretatie van de houtconstructie', in Jaarboek 1966, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen, p. 39-58;
E. Duverger, 'Hubrecht en Jan van Eyck Het Lam-Godsretabel' in Openbaar kunstbezit, 1974, p. 15-16.
Ikoon
Constant Permeke - Vissersvrouw
Constant Permeke, Antwerpen 1886 - Jabbeke 1951.
Schilder en beeldhouwer. Met De Smet en Van den Berghe belangrijkste vertegenwoordiger van het Vlaams expressionisme. Schilderde voornamelijk zeegezichten, boerenfiguren, vissers, landschappen en interieurs. Met krachtige penseelstreken zijn de grove, stevige vormen in donkere, vaak gloeiende kleuren neergezet.
Literatuur
E. Langui, Constant Permeke, Antwerpen, 1947;
Dr. W. Vanbeselaere, 'Jan van Eyck, De Heilige Barbára', in Openbaar kunstbezit Vlaanderen, 1965, p. 10;
Dr. W. Vanbeselaere, 'Jean Fouquet, Madonna met Jezuskind, door engelen omgeven' in Openbaar kunstbezit Vlaanderen, 1966, p. 28;
A. Avermaete, Constant Permeke, Brussel, 1970.
Paul Cezanne - Flessen en appels
Paul Cézanne, Aix-en-Provence 1839-1906.
Werkte tussen 1861-1888 voornamelijk in Parijs. Contact met de impressionisten, met wie hij ook exposeerde. Maakte onder hun invloed de directe observatie van de natuur tot basis van zijn schilderkunst. Verbleef na 1880 vooral in Aix en schilderde daar portretten, landschappen en stillevens. Wilde niet, zoals de impressionisten, de vluchtige verschijningsvorm van de natuur vastleggen, maar juist het onveranderlijke en de structuur daarvan. Concentreerde zich op de kleur, en trachtte daarmee zowel vorm en kleur van voorwerpen, alsook licht en ruimte te schilderen.
Literatuur
J. Rewald, The ordeal of Paul Cézanne, Londen, 1950;
M. Schapiro, Cézanne, New Vork, 1952.
Piet Mondriaan - Compositie met twee lijnen
Piet Mondriaan, Amersfoort 1872- New Vork 1944.
Belangrijke figuur in de groep kunstenaars rond het blad 'De Stijl ' (opgericht 1917), waarin zijn artikelenserie 'De Nieuwe Beelding in de schilderkunst ' werd gepubliceerd. Beperkte zich na circa 1921 in zijn schilderijen tot het gebruik van de rechte horizontale en verticale lijn, de drie primaire kleuren (rood, blauw, geel) en wit en zwart. Schilderde met deze middelen composities, die de uitdrukking waren van 'een universele harmonie'. Zijn theoriën over De Nieuwe Beelding waren nauw verbonden met een (utopische) visie op de toekomst van de mens.
Literatuur
M. Seuphor, Piet Mondriaan, Life and work, New Vork, 1957;
H.L.C. Jaffé, Inleiding tot de kunst van Mondriaan, Assen, 1959;
C. Blok, P. Mondriaan, Een catalogus van zijn werk in Nederlands openbaar bezit, Amsterdam, 1974.
Kasimir Malevich - Suprematistische compositie
Ik heb dit werk van Malewitch gekozen omdat het naar mijn gevoel het meest vergeestelijkte is. Dat komt ten dele door de grijswaarden. Er is geen grijs in de gewone menging van wit en zwart, er is ook een vergeling opgetreden, de tijd is er overheen gegaan. Toch stoort dat niet in dit werk, omdat het vergankelijke in het werk zelf aanwezig is. De vergankelijke mens die bakens zoekt en houvast. Dat kruis is iets wat mij altijd sterk heeft aangetrokken: de verticalen en horizontalen die elkaar snijden, daardoor spanning oproepen, maar tevens tot rust komen.
Kasimir Malewitch, Kiev 1878- Leningrad 1935.
Met Mondriaan en Kandinsky één van de grondleggers van de abstracte schilderkunst. Voorman van het zogenaamde suprematisme, een abstract-geometrische kunstrichting, die zich vanaf circa 1915 ontwikkelde. Hij werkte voornamelijk met elementaire vormen als vierkant, rechthoek, cirkel, kruis en driehoek. Malewitch: ' Met het suprematisme bedoel ik de suprematie (absolute heerschappij, red.) van het zuivere gevoel in de beeldende kunst'. Actief in het kunstonderwijs na de revolutie van 1917. Publiceerde theoretische geschriften, onder andere 'Die gegenstandslose Welt' (De wereld zonder voorwerpen) in 1926. Bouwde in de jaren twintig architectuurmodellen. Keerde tenslotte terug tot de figuratieve schilderkunst.
Literatuur
Kasimir Malewitch 1878-1935, met een inleiding van C. Gray, Londen, Whitechapel Art Gallery, 1959;
C. Gray, The great experiment: Russian art 1863-1922, Londen/ New York, 1962.
Barnett Newman - Untitled II
Barnett Newman, New York 1905-1970.
Eén van de belangrijkste vertegenwoordigers van de zogenaamde Colourfield Painting (kleurvlakschildering), een stroming in de abstracte Amerikaanse schilderkunst van de jaren vijftig en zestig. Newman maakte vanaf circa 1948 veelal monumentale schilderijen met een eenvoudige compositie bestaande uit enkel grote kleurvlakken, van elkaar gescheiden of geflankeerd door smalle verticale kleurbanen. Vervaardigde ook sculpturen van twee of drie verticale metalen balken. Zijn kunst lijkt simpel, maar is zeer doordacht en werkt sterk op de toeschouwer in.
Literatuur
T.B. Hess, Barnett Newman, New York, 1969;
C. Blotkamp, 'Barnett Newman, twee schilderijen', in Museumjournaal, 15,1, 1970, p. 3 en volgende .
Giorgio Morandi - Stilleven
Giorgio Morandi, Bologna 1890- 1964.
Na een kortstondige betrokkenheid bij het futurisme en de Scuola Metafisica -ontwikkelde Morandi vanaf circa 1920 een zeer persoonlijke stijl, waarin zich geen ingrijpende veranderingen meer voordeden. Afgezien van enkele portretten en landschappen schilderde hij vooral stillevens, sober wat betreft vormgeving en kleur, maar rijk aan atmosfeer: enkele flessen en potten (na circa 1950 minder in aantal en dichter opeengedrongen dan voorheen), die vaak lange schaduwen werpen over de tafel waarop ze staan en zijn samengebracht in een streng georganiseerde compositie. Stillevens van Cé zanne waren een voortdurende bron van inspiratie. Morandi schiep tevens een belangrijk grafisch reuvre.
Literatuur
L. Vitali, L'Opera grafica di Giorgio Morandi, Turijn, 1964;
ld., Giorgio Morandi, pittore, Milaan, 1965; Openbaar kunstbezit, 1975, p. 30.
Robert Ryman - Untitled
Robert Ryman, Nashville, Tennessee 1930, woont en werkt in New Vork.
Hield zich in zijn vroege werk vooral bezig met de problematiek van het monochrome (eenkleurige) schilderen en de persoonlijke expressie. In zijn recente schilderijen, die worden ondergebracht bij de zogenaamde fundamentele schilderkunst, bezint hij zich op de uitgangspunten van de schilder en onderzoekt de beeldende middelen, zoals verf, formaat, drager (doek, papier) en werkwijze. Zijn basisprobleem: wat te doen met verf. Het schilderen is het onderwerp van zijn schilderkunst.
Literatuur
L. Lippard, The Silent in Art, Art in America, 55,1, 1968, p. 58 en volgende;
R. Dippel, 'Ryman', in Museumjournaal 19,1, 1974, p. 7/11;
Catalogus Tentoonstelling Fundamentele schilderkunst, 25 april- 22 juni 1975, Stedelijk Museum, Amsterdam.